Hollands Maandblad. Jaargang 1972 (290-301)(1972)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] 16 diergedichten Chr.J. van Geel Dier De ogen vol met oorlogstuig, een potig arsenaal van nagels, de kaken klemmen zich tot beet, de spieren spannen zich om kaken. Stadsduif Een duif waarin een ouderwetse straat met aan het einde van de straat een duif. Bosduif De bosduif koert, bescheiden toonaard, alsof geluid hem sterker maakt in bomen vol van ongestilde honger. Hij, eenmaal heilig met het goud van larix aan zijn tenen, hij zwiept zich door de gaten die het bos hem laat. Dalende turk Hij slaat een waaier van geluid uit wat hij zegt terwijl zijn staart een pluim zet op zijn rem. Triomf van zijn natuur, gedragen door de grond wordt hij niet weggejaagd. [pagina 28] [p. 28] Onder eekhoorns Om de manier waarop je zit of opkijkt in een boom, om niet dan om je staart, daarom ben je mijn droom, heb ik een beukenoot bewaard. Eenden De eenden zijn met lucht alleen, zij reikhalzen naar water, zij eten van de lage kant en samen duchten zij de wind. Uit waar ze dreven weggejaagd spant vluchten hun verwachting strak op zoek naar nieuwer water dat zich aan ze koestert, poten bindt. Vroeg Loopt zo de weg, een bocht waarin een vogel zit die voor mij uit begint te lopen, jonge eend die klein op jonge vleugels gaat? Middageenden De eenden slapen graag als niemand naar ze kijkt, slaap bij uitnemendheid. Zij dommelen en bidden, hun oog staat even uit het midden van hun hoofd. [pagina 29] [p. 29] Zwemvogels Geen eend brengt ooit geen zwaan de eenden van hun stuk in water om te roeien. De eenden praten druk en ongevoelig voor wat zwanen ze inprenten. Ook als het water krimpt en klein van stuk bijt wordt en zij op ijs inslapen. Woerd Zonder toezicht duikt hij onder, is hij boven, onder water zwiept de woerd zich in het donker naar de modder van zijn voer. Verhuisd Toen van alle plekken mist en schaduw waar het licht weerkaatste het 't helderst dag werd liet de eend zich uit de hoogste wilg in het water neer toen het nog nacht was. Lopend hoofd Wiens hoofd op snelle beentjes hoogst onvoorzichtig steekt diep in gedachten over? Een egel als een schedel met stekeltjes van haar. [pagina 30] [p. 30] Kunsteend De stenen eend lag jaren voor het raam te kijken naar de wilde tuin en zag het gras en hoe de vijver water ving en sneeuw en kort bevroor. Uit het penseel gevloeid is zij rondom met veren op haar borst beschilderd, lokeend tot kunst verheven en verpleegd. Nachteend Oever, nacht en stilstaand water, in de zachte gevangenis van zijn kwaken witte eend, uit het diepste van zijn slaap. Jacht Met de rook uit de loop van de buks zoekt de man uit het bos zijn geluk, strak en stoer ligt de haan op het veld, harde dood in zijn veren gespeld. Fenix Aan veren het gelijke aantal, dezelfde snavel, zelfde vlucht, de aarde nauwelijks te boven voller aan wezig in de lucht. Vorige Volgende