de koppeling tussen produktiviteit en loon, tussen prijzen en lonen (indexatie), de asymmetrische prijsstarheid waardoor produktiviteitsverhogingen niet en loonsverhogingen wel worden doorgegeven, de verschillen in produktiviteitsontwikkeling tussen sektoren terwijl de looninflatie toch ook door de zwakke bedrijfstakken moet worden betaald, de inflatoire spanningshaarden zoals Rotterdam, de neiging van haast iedereen om op de spiraal vooruit te lopen.
Ten tweede: de politiek. Een kabinet met minister Boersma aan Sociale Zaken kan natuurlijk nooit een non-inflatoire nul-lijn afdwingen, hoe deze ook wordt geformuleerd - de man is, zoals dagelijks in de krant staat, een onverbloemd vijand van krachtig ingrijpen, hij wil praten en overleggen en overtuigen. Dat zou hem sieren, als we niet tien jaar van praten en overleggen achter de rug hadden, d.w.z. tien jaar van inflatie. Het proces is systematisch begeleid door zalvende praat over de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven, matiging, etc. Het ware overigens naief te menen dat dit aan één persoon of enkele personen, ligt, ook al heten zij Groeneveld en ook al zijn zij bereid alles kapot te staken wat niet wil buigen. Zolang we in een vrij land leven waar de vakbonden uitmaken welk Sociaal Contract aanvaardbaar is - want zo is het toch, of niet? - is iedere vorm van hardhandig ingrijpen in de loonontwikkeling kansloos. Regeringen van welke makelij ook, die het toch proberen zijn ten dode opgeschreven. Rationalisten als Drees en De Brauw zien daaraan voorbij, en de hele discussie over rang-boem ingrijpen versus zachte zielsmassage lijkt me een schimmenspel. Wij kunnen in Nederland wel nul-lijnen blijven bewerkstelligen die slecht uitpakken voor de beleggers, voor zwakke ondernemingen, en dus voor de feitelijke en potentiële werklozen - maar niet voor de vakbonden, die de groei van het reële loon in de gaten houden. De vakbonden afschaffen is lastig; hun leden zouden zich daar moeilijk in schikken. Men kan ze hun strijdvaardigheid ook moeilijk kwalijk nemen, zolang arbeiders koeltjesweg op straat worden gezet - werkloosheid bevordert, in deze zin, de neiging tot matiging in genen dele. Wie de demokratie lief heeft zal verder op de koop toe moeten nemen dat de grote politieke partijen zich nauwelijks van deze respektabele
aantallen kiezers kunnen distanciëren, zodat ook zij noodzakelijkerwijs wat vaag blijven over de diverse nul-lijnen.
De derde, meest vervelende en waarschijnlijk meest fundamentele reden waarom de anti-inflatoire nul-lijnen niet gerealiseerd zullen worden ligt bij het algemene wantrouwen, de polarisatie, het gevoel dat de anderen de schuld zijn van alles. Daarachter zit de onvrede met de personele inkomensverdeling, uitermate begrijpelijk, maar onvruchtbaar want looninflatie is geen remedie tegen ongelijkheid.
Het gevoel van machteloosheid wordt versterkt doordat de inflatie haar eigen misverstanden en haar eigen argwaan meebrengt. Ieder is bang dat hij de dupe zal worden en er bestaat een opmerkelijke onwil om de twee kanten te zien die er steeds aan de inflatoire medaille zitten. Een van de sterkste en meest ontmoedigende voorbeelden is de bittere kritiek - vast nummer bij de ingezonden stukken - op de overheid die haar tarieven verhoogt, alsof de spoorwegen en de PTT iets anders deden dan de looninflatie doorgeven. Nog een voorbeeld: de macro-economische daling der rendementen wordt systematisch verzwegen. Het verschijnsel is alleen bekend bij enkele ingewijden, en voorts natuurlijk bij de ondernemers die echter geen politieke geluiden kunnen afgeven op straffe van nog meer wantrouwen op te roepen. De manier waarop sommigen van hen over inkomensverhoudingen spreken is trouwens heel geschikt om iedere sympathie voor een herstel der winsten te torpederen.
Wat mij persoonlijk nog het meest hindert is de onwil van de hogere salaristrekkers om hun bijdrage tot de nul-lijn van het reële loon te leveren. Die zou erin moeten bestaan dat hun nominale inkomens trager zouden stijgen dan de prijzen, zodat er enige ruimte vrijkomt voor een reële verbetering aan de voet. Dat zou niet alleen de inflatiepsychologie kunnen doorbreken, maar tevens enig soulaas bieden voor de openbare financiën - het gaat tenslotte goeddeels over leraren, hoofdambtenaren, hoofdofficieren. Wat de dokters en de medische specialisten betreft ligt een extra reden bij het uitermate wenselijke afremmen van de stijgende ziekenfondspremie. Dergelijke plannetjes zijn verleden jaar wel eens geopperd - door Heertje, door de burgemeester van Meppel, en zelfs door Ter Heide - maar ze schijnen afgestuit te zijn op de onwil der betrokken groepen. Toch blijf ik menen dat men van hieruit de zaak behoort aan te pakken. De overheid kan als werkgever het voorbeeld geven, zelfs zonder een beroep op de gehate Loonwet.
Enfin, de hele zaak komt straks wel weer aan de orde als men probeert tot een Sociaal Contract te komen. Ieder zal dan wel proberen andermans nul-lijn te realiseren. Het kan een interessant schouwspel worden.