Gedichten van Borges
J. Lechner
Het prozawerk van Borges is in vele talen vertaald. Van zijn poëzie, die een niet te verwaarlozen facet van zijn persoonlijkheid vormt, is buiten de Spaanstalige gebieden weinig bekend. Misschien is dit te wijten aan het feit dat zij, in sterkere mate dan het gros van zijn verhalen, verweven is met de stad waar hij geboren is en het grootste gedeelte van zijn leven heeft gewoond: Buenos Aires. Niet dat de sfeer van de Argentijnse hoofdstad provinciaal zou zijn, integendeel: haar meest opvallende kenmerk is juist haar cosmopolitisme, resultaat onder andere van een sterke Europese immigratie sinds het laatste derde deel van de vorige eeuw, nauwe commerciële contacten met Engeland sinds de emancipatie van het Europese moederland, en van het binnenkomen van Europese en Spaanse intellectuelen en kunstenaars als gevolg van het bewind van Hitler en de Spaanse Burgeroorlog. Als alle Latijns Amerikaanse hoofdsteden een waterhoofd ten opzichte van het achterland - met de voorsteden meegerekend woont er ongeveer het vijfde deel van de bevolking -, is het een centrum van intellectuele activiteit. Men vindt er de helft van de grootste en belangrijkste uitgeverijen van het subcontinent, voortreffelijke boekwinkels waar men de laatste Europese en Amerikaanse werken gretig koopt, een druk theater- en muziekleven, meer galerijen dan Londen en Parijs samen en tientallen bioscopen, waar men de meest recente internationale successen kan zien. Een wereldstad die bruist van leven. Maar midden in deze metropolis vindt men, tussen de moderne hoogbouw, hier en daar wat oude huizen - breed en gelijkvloers, een patio en het door een balustrade omgeven dakterras op de hoogte waar tegenwoordig een verdieping begint - die eraan herinneren hoe kort geleden nog pas de pampa is teruggedrongen, de pampa die Borges in zijn vroegste gedichten, Fervor de Buenos Aires
(1923), de stad nog laat binnenstromen. En het is dit mythische aspect - een wereldstad beheerst door de oude figuren en legenden van de pampa, de schimmen van de helden uit de vrijheidsstrijd, de caudillos uit de daarop volgende burgeroorlogen en ook door de compadritos, de louche, net iets te opvallend geklede figuren uit de rosse wereld, waar de tango de ondertoon is - dat misschien gemaakt heeft dat Borges' poëzie als minder universeel, misschien ook als moeilijker vertaalbaar werd ervaren. Hoezeer overigens de uit zijn prozawerk bekende problematiek ook de wereld van zijn poëzie doortrekt, moge blijken uit de volgende gedichten, die afkomstig zijn uit zijn werk Elogio de la sombra, Lof van het duister (1969).