Gelijkheid
J.S. Halberstma
D. Hillenius schrijft (in het meinummer) dat Peter Schat hem vroeg (op de rel in het Paleis) of hij vóór of tegen de ongelijkheid was.
Inderdaad geen zinnige vraag, maar ik vraag me af wat Peter Schat eigenlijk bedoeld heeft. Als de vraag geluid had: ben je vóór of tegen gelijkheid wat ontplooiingsmogelijkheden betreft? was alles oké geweest.
Gelijke ontplooiingskansen resulteren immers in zeer ongelijke individuen.
Gaat (2 alinea's verder) de vergelijking bij het verleden wel op? Het establishment is al te vinden bij de bavianen, zegt Hillenius; maar bij de dieren is de hiërarchische struktuur funktioneel, want hij geeft de beste overlevingskansen. Bij de mens lijkt de hiërarchie eerder kunstmatig; overheersing en onderdrukking van de ene groep door de andere brengt ons voortbestaan juist ernstig in gevaar.
Daarom geloof ik dat je met ‘verklaringen uit het verleden’ heel voorzichtig moet zijn, en dat die het gevaar in zich bergen van het zich neerleggen bij de status quo.
Het lijkt me trouwens dat er hier en daar op aarde plaatsen zijn waar, onder moeilijke omstandigheden, de gelijke ontplooiingskansen en kwalitatieve hiërarchie beter worden gerealiseerd. Zie bv. N.-Vietnam en Laos. De door bombardementen bedreigde bevolking woont al jarenlang onder de grond. Iedereen doet overal aan mee, ook de kinderen, die o.m. meehelpen bij de behandeling van gewonden en zieken. ‘Begaafden’ onder hen kunnen op zeer jeugdige leeftijd een medische en farmaceutische opleiding krijgen... Enz. enz.