Meneer van 't Veer, ik begrijp het niet meer
Eep Francken
De verwarde en schoolmeesterige inleiding van Het andere nieuws in Nederland of: I.F. Stone heeft ongelijk (Hollands Maandblad 280, maart) maakt duidelijk dat de schrijver Paul van 't Veer waarheid en leugen wenst te onderscheiden. Verderop blijkt dat dit begin dient om te suggereren dat de redakties van alle Nederlandse ‘bulletins’ van mening zijn dat kranten, radio en televisie slechts onjuiste informatie verspreiden. Dan slaat Van 't Veer toe: met de cijfers op tafel toont hij aan dat de bulletins toch nog heel wat uit de gehate officiële kranten overnemen. In feite is het natuurlijk juist de bedoeling van de bulletins om berichten uit de buitenlandse pers tot de Nederlandse krantenlezer te laten doordringen. Dat Le Monde voor weinigen dagelijkse lektuur is, wordt verderop in deze reaktie nog geïllustreerd. Van 't Veers verhaal over waarheid en leugen heeft met de bulletins niets te maken.
Ernstiger wordt de affaire wanneer Van 't Veer de redakties verwijt dat zij bij hun nieuwsgaring erg selektief te werk gaan en over bepaalde zaken alleen ‘gunstige’ berichten overnemen. Moeten we dat zonder toelichting, op Van 't Veers eerlijke gezicht, geloven? Ik voel daar weinig voor als ik zie dat hij Le Monde ‘een uiterst nationalistische krant die nooit één bericht zal plaatsen waarin Frankrijk er voor wat zijn buitenlands beleid betreft, slecht afkomt, zeker in de tijd van De Gaulle’ vindt. Nu bevat het laatste nummer van het Angola bulletin onder de kop MPLA beschuldigt Frankrijk een Monde-bericht over Franse helikopterleveranties aan Portugal. Dat heeft Van 't Veer niet gelezen en misschien is hij na ‘de tijd van De Gaulle’ ook wel met Le Monde opgehouden. Hij moet in elk geval maar met konkrete voorbeelden komen van ‘op hun kop zetten’ van de bronnen door laten we zeggen het Angola bulletin, het Vietnam bulletin en Indonesië Informatie.
Enig serieus onderzoek lijkt Van 't Veer niet gedaan te hebben. Hij meldt vrolijk: ‘Er schijnt ook nog een Griekenland Bulletin te bestaan’. Ja, deskundige, bestaat dat nu of niet? Voor een volgende studie wil ik in elk geval wijzen op het Suriname bulletin (Ceintuurbaan 133-III, Amsterdam).