| |
De verkrachter van Sjouk
Jan Blokker Jr.
1
omringen. Laat mij er langs!
in tweestrijd sta ik hier:
doorgaan, of nieuwsgierig
de struiken in. Detective
wil ik zijn - de bladeren
striemen in mijn gezicht,
loop ik voort, met af en toe
de juiste richting niet te missen:
het vriendje van de buren
het meisje, zodat het magere
| |
| |
| |
2
voelde ik een boom slaan,
ontstond een woest gescheld,
| |
3
die zijn hoofd had bedekt
verheft zich al op straat;
van alle kanten, uit huizen
de verkrachter van Sjouk’,
moet een ieder het beamen.
Als voorbeeld voor het dorp
| |
4
Nooit zul je haar aanraken,
- straks zie je de poriën -
bezwijken, met een glimlach
‘Je lult’, roept een specht.
Nooit zul je haar aanraken,
|
|