Hollands Maandblad. Jaargang 1971 (278-289)
(1971)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
SpinachtigSpinachtig wezen in het grint,
mijn zaklamp heeft het lang beschenen,
het had haar lichaam tussen benen
als ik mijn oren in de wind.
| |
SpinnentrekDe hemel die de wolken kweekt
krijgt straks bezoek van kleine spinnen,
lachend naar wie de reepjes breekt
komen zij webben wevend binnen.
| |
Tor, kwaadKaken bijtend opgeheven
vloeken leven achter scharen,
kever in zijn volle omvang
hoog op poten overeind.
| |
[pagina 16]
| |
TorHij vrat. Zo is het om hem kaal gebleven.
Zolang hij leefde moest hij leven
en om te leven vrat hij blad.
| |
Tor beluisterd in een zandkuil'k Ben bang dat wat ik ook mag doen
een korrel plaatsmaakt voor een ander,
ik word alleen van binnen moe.
| |
Kever op inspectieStreng en korrekt, veldgrauwe stramme kever
die achter zijn tentakels zoekt naar eten,
een militair op weg naar brood, gedrild
om zonder angst te leven stijf van angst,
een leger in zijn eentje, kalmte meester.
Iemand zijn doel vast in het oog geklemd,
iemand in het genot van helderheid.
| |
TorrenTorren in de lucht,
torren in de laagte,
torren in hun val.
Zwermende torren met de
dood voor ogen halen
net op tijd het strand.
Dodelijk geschrokken
dadelijk op weg
over het doortrapte,
recht af op de zee.
|
|