Hollands Maandblad. Jaargang 1969-1970 (258-277)(1969-1970)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] T. Graftdijk In de mijn Van steenkoollaag tot laag, langs schommelende kabels van het bijna niet meer weten, klim je langzaam door de jarenlange schacht die van de oorsprong naar het hoegenaamde einde leidt, uit ingestorte tunnels en kanalen, langs de breuklijn van het allerlaatste licht omhoog, bereikt ineengevouwen als een kreeft uiteindelijk de rand van het verlaten territorium en valt, en valt opnieuw om steeds opnieuw te vallen. De verloren zoon Hij weet dat hij gekruisigd is, zijn lijdensweg naar Golgotha brengt hem van zachtjes huilen in het donker tot zwakzinnige, zichzelf betreffende verkrachtingsdrang en nachtelijke angstaanvallen dat men hem betrapt, van eenzaam dronken 's avonds bij de kachel en de televisie op zijn arrestatie zitten wachten tot de niet te dichten scheuren door de muren van zijn bovenkamer en strafrechtelijke internering in het landelijk gelegen duizendjarig rijk op aarde, zijn delirium gaat altijd door, hij kan zijn ogen niet geloven. Maar Napoleon en Dostojewski maken met hem kennis, brengen hem door lange, natriumverlichte gangen naar de God van het gesticht, als engelen des doods die hem gaan liquideren - en hij hoort verbijsterd hoe hoe hij wordt verdoemd: ‘Moet jij mijn zoon zijn? Jij? Waar zijn je wonden, waar je doornenkroon? Ben jij mijn zoon?’. Vorige Volgende