Hollands Maandblad. Jaargang 1969-1970 (258-277)(1969-1970)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] K.L. Poll Ongeluk Uit de dagmoes de anekdote. Een aardige jongen van tien is dood, aangereden door een vrachtauto, tegenover zijn huis, laat in een novembermiddag. Het vriendje Paul verstopte zich, zonder tranen, in het donker onder zijn bed. Het vriendinnetje Emilie bedacht zich: misschien is het een beetje gek, maar ik vind het eigenlijk fijn dat hij in onze klas zat. Onze klas heeft nooit iets bijzonders. Nu wel. Met haar vinger liet zij zien welk deel van het gezicht bij het schoolhoofd rood was geweest van het huilen. Zij stelde vast: beter duizend dagen school dan dat er een jongen is overleden. De klas heeft bloemen gestrooid op het graf, op verzoek van de familie. De man die de bloemen bracht, vertelde Emilie, liet er een paar uit zijn hand vallen, hij zei toen zachtjes godverdomme, ik stond er vlak bij. De volgende dag vroeg de juffrouw in de klas of zij iets voor de schoolkrant wilde schrijven. Ik weet niet goed, zei ze tussen de middag, hoe ik dan moet eindigen. Niet met: wij zullen hem nooit vergeten, dat klinkt zo afgezaagd. Nee, ik zet er gewoon onder: snik, snik, snik, en zij pakte een papier om voor te doen wat zij bedoelde. Twee maanden later, in bad met de zeep spelend: weet je, ik denk nog iedere dag aan hem. Het is de vraag of dat waar is. Vorige Volgende