priesters inmiddels ‘geregeld’ was met de bisschop van Semarang.
En sinds het bekendworden van het gebeurde in Purwodadi zijn er nog eens een 7-tal katholieke onderwijzers gearresteerd.
Met andere woorden de katholieken zijn rechtstreeks bij de zaak betrokken.
Om nu een inzicht te krijgen in de achtergrond van deze nogal merkwaardige beschuldigingen zijn de volgende twee factoren van belang:
1. | de religieuze instelling van een groot deel van de Javaanse bevolking speciaal in midden-Java. |
2. | de houding van de katholieke geestelijkheid ten aanzien van de communistische gevangenen en hun onverzorgd achtergebleven gezinsleden. |
1. De religieuze houding van een groot deel van de Javaanse bevolking wordt door cultureel-antropologen wel gekenschetst als die van abangan, een term die door de Javaanse bevolking bovendien ook zelf gebruikt wordt. Daarmee wordt een religieuze instelling aangeduid die typisch syncretistisch is. Maar het betreft hier een syncretisme, dat wel veel absorbeerde maar weinig verwerkte. Ofschoon Moslim in naam worden de religieuze voorschriften van de Islam niet strikt ter harte genomen en behoort de bevolking tot die typische groep van statistiek-Islamieten waarover de vroegere vice-president (zelf een vroom Moslim) nog enkele maanden geleden opmerkte, dat zij zo groot in aantal is dat met recht te betwijfelen valt of de meerderheid van de bevolking in Indonesië wel inderdaad uit Moslims bestaat!
Zij is dus wel in naam maar niet in wezen Islamitisch en de oude animistische basis waarop de Islam zich (o.a.) gestoeld heeft is nimmer geheel verdwenen. Hindu-Buddhistische elementen die via de oude hofcultuur eveneens in het Javaanse religieuze patroon wortel hebben geschoten, spelen eveneens nog altijd een rol. En wanneer men daarbij dan ook de Christelijke invloeden voegt, die nu vooral via scholen en andere christelijke instituten een zeer dominante kracht blijken te zijn, dan krijgt men een merkwaardig mengelmoes waarvan de uitkomst in ieder geval zodanig is dat ze afwijzend staat tegenover de orthodoxie van een puriteinse Islam en tegelijkertijd een ideale voedingsbodem vormt voor het opdringende en vaak militante christendom, dat ten aanzien van de zuiverheid van de leer - in de beginfase althans - wel een aantal opportunistische concessies wil doen. De uitkomst hiervan wordt in de volksmond dan ook wel ‘Chrislam’ (in het Indonesisch ‘Krislam’) genoemd.
Vooral in de periode van Sukarno's geleide democratie is het christendom sterk in het offensief geweest, daarbij bovendien door Sukarno zelf aangemoedigd. En wanneer men in dit verband in een aantal orthodox-moslimse kranten nog wel eens de beschuldiging hoort uiten dat in de tijd van het Nederlands kolonialisme de Islam gediscrimineerd werd, dan vergeten deze zelfde lieden toch dat het christendom in de korte tijd van Indonesië's onafhankelijkheid snellere en grotere vorderingen gemaakt heeft dan in de gehele daaraan voorafgaande koloniale periode.
Het katholicisme is dus duidelijk in het offensief, niettegenstaande Moslimse tegenkrachten die vooral van de zijde van het ministerie van godsdienstzaken de nodige steun krijgen en het Moslimse reveil dat allerwege in de post-Sukarno periode valt waar te nemen.
De verschillen in benadering zijn echter evident, met als gevolg dat het christendom aan de winnende hand is. De christelijke benadering is subtieler en meer sociologisch geïnspireerd, daar de katholieken zowel geestelijke vernieuwing als sociale vooruitgang in hun vaandel geschreven hebben. De Islamitische benadering is meer ‘jenseitig’ en wil door een zuivering van de religieuze beleving van niet-Moslimse elementen de ‘ware en pure’ Islam laten herleven. Maar zij handelt daarbij teveel in de gedachtengang van de boer, die, als zijn akker eenmaal zaairijp gemaakt is, de rest aan bovennatuurlijke krachten overlaat. Met andere woorden, materiëel-sociologische follow-up ontbreekt.
Bovendien roept haar puriteinse kruistocht tegenkrachten op, omdat voor de nietsophisticated Javaan nu eenmaal vele geestesstromingen, ook aan elkaar strijdige, in zijn gedachtenwereld naast elkaar een plaats kunnen krijgen (zie het onverwerkte syncretisme). Het katholicisme daarentegen nestelt zich veel meer in het Javaanse nest als een koekoeksei: pas na de nodige rijpheid van het koekoeksjong worden de medebewoners het nest uitgewerkt.
2. Wat nu de houding van de katholieke geestelijkheid ten aanzien van de communistische gevangenen of hun onverzorgd achtergebleven familieleden betreft, hierin valt een duidelijk verschil in benadering te constateren met die van de Islamitische ulama.
De houding van de Islamitische ulama, die de gevangenen in de kampen opzocht