Hollands Maandblad. Jaargang 1969-1970 (258-277)

[p. 28]

gedigten in de tuin
Agnes de Graaf

wat een kleine bloemen zitten er
in dat gras van jou
wat moet je daar een werk
aan gehat hebben

hoe graag zou ik
de jongen in de vijver eens aanraken
ik kan mijn ogen
niet van hem afhouden
oh wat een moje lippen heefti

hee luister es
mag ik dat beelt in de vijver
eens wassen

errit zegt je zou
een geit moeten houden
dan hoef je het gras niet meer
te majen zegt errit
maar

aan een geit is ook veel werk hoor
je moet er een naam voor verzinnen
en zorgen dat het gras
lang genoeg is

pas op dat je niet
op de kleine aartbeiplanten stapt

zo gaat het al veel beter

zi je nu dat ik niet overdreven hep
het zwajent groen en de bloemen
mijn tuin een lusthof

[p. 29]

 

komkom bediende draag de glazen maar aan

 

de glazen met onderin een beetje

 

water en darin de knop van een rose roos

 

hij heeft gekleurde nagels mijn bediende

 

is het niet bediende

 

laat ze gerust zien bediende

 

zjeneer je niet

 

 

 

en ik vraag je zag je ze?

 

de pragtige nagels van mijn kleine bediende di

 

de glazen aandroeg

 

welzeker zul jij antwoorden

 

 

 

zo gaat het al veel beter

[p. 30]

over agnes in de maant maart van het jaar mclxiii

 

wat agnes niet mag

 

wat agnes voor spellen weet

 

hoeveel weegt agnes?

 

wat agnes verzint aan antwoorden

 

wat agnes denkt over beren

 

wat agnes denkt te weten over beren

 

wat weet agnes over beren?

 

wat doet agnes als het zomer is en het regent?

 

hoeveel jaar is agnes?

 

wat agnes zegt als je een gesgenkje geeft

 

op wi is agnes nu weer verlieft?

 

wat agnes in het boek van boontje doet

 

wat agnes in het boek van nescio doet

 

wat doet agnes in het boek van alfred jarry

 

met wi agnes het liefst praat

 

met wi agnes het liefst kerkhoven bezoekt

 

met wi agnes een taart gaat bakken

 

met wi slaapt agnes het liefst?

 

warom agnes denkt dat the amazing dansing bear wel

 

van appelmoes zal houden

 

hout the amazing dansing bear eigelek wel van

 

appelmoes?

 

hoeveel potloden agnes heeft

 

kan agnes goet kleuren?

 

wat agnes doet met het onzeliveheersbeest

 

warom agnes de moeder van faufin onder de oto laat

 

komen

 

onder welk merk oto komt de moeder van faufin?

 

wat agnes zegt over de man di op graafsma leek

 

heeft agnes een poppeteater?

 

wat agnes uit de blaue stof gaat maken

 

warom agnes boter aan haar vinger doet

 

warom agnes in het duin loopt mooi te wezen

 

warom agnes denkt dat de lampemaker uit haarlem

 

doot is

 

warom agnes zegt dat meisjes op hun poppen lijken

 

lijken meisjes op hun poppen?

 

lijkt maudy op een beertje?

 

warom agnes het gedigtje uitknipt

 

waar is het uitgeknipte gedigtje?

 

warom agnes een tijtje op een jongetje leek

 

wi komt agnes vrijdagavont tegen bij de

 

nutsspaarbank?

 

met wi agnes een grapje op de trap maakt waar jan

 

woont en nanke en meses dat is een kat di is niet

 

zo goet bij

[p. 31]

o mamma o mamma

 

1

 

in het kleine massagraf

 

ligt ook mijn kintje

 

in allebei zijn oren een

 

belletje van gout

 

 

 

maar van de ster op zijn voorhooft

 

zal wel niet veel meer te zien zijn

 

 

 

2

 

zelfs in het graf

 

zal deze koning

 

zijn kroon blijven dragen

 

 

 

3

 

o mamma o mamma

 

bart heeft de appelpoes opgegeten