had nu de bal te pakken. Karel stond er nog steeds met blote voeten en opgestroopte pijpen. Hij voelde zich belachelijk en hij begon kwaad te worden.
- Verdomme mevrouw, dit is toch geen manier.
- Kalm, meneer, kalm, een beetje vriendelijker kan ook. U ziet toch dat ik mijn best doe hem aan de lijn te krijgen?
- Ja, maar het lukt niet erg, moet ik zeggen. Eerst m'n schoen en straks gaat die bal er ook nog aan.
Het kostte Tarzan moeite de bal stevig in zijn bek te krijgen. Toen het lukte beet hij meteen door, en fff, lek.
- Och, wat jammer is dat nou van uw mooie bal. Foei toch, Tarzan. Kom bij het vrouwtje. Onmiddellijk.
- Nu wordt het toch wel een beetje te gek. Wat doet u hier met die rot hond op het strand, als u weet dat hij alles kapot bijt wat hij maar te pakken kan krijgen. Het is onverantwoord om met zo'n beest op straat te komen, en om hem los te laten lopen is gewoonweg misdadig.
- Kom, kom, meneer, en dat allemaal omdat uw balletje kapot is. U krijgt van mij een nieuwe, zeg maar hoeveel het is.
- Daar gaat het helemaal niet om. Die bal zal ik zelf wel betalen. Maar ik begrijp niet dat u zich niet doodgeneert.
- Zo maar ineens, hier op het strand?
- Mevrouw, u moet niet leuk gaan doen. Ik loop hier rustig te wandelen, en daar komt me ineens een hond aanrennen die aan mijn schoenen begint te kluiven en mijn bal lek bijt. Dat is toch niet normaal. Dat is strafbaar. Hoort u wat ik zeg? Strafbaar, doodgewoon. Ik overweeg een klacht in te dienen bij de officier van justitie. Uw naam en adres alstublieft.
- Baronesse van Buxtehude, Hazelaan 14, Wassenaar.
- O. Juist. Van Wierde is de naam, Karel van Wierde. Ik hoop dat u zich mijn boosheid enigszins kunt indenken, ik ben misschien een beetje te ver gegaan. Maar u begrijpt -
- Natuurlijk, het was voor u een hele schrik. Ik vind het trouwens ook heel vervelend als de lieve Tarzan zich zo misdraagt. Ja, stouterd, dat mag helemaal niet. Ik zou zeggen, laten we nu even die bal afrekenen -
- Nee, mevrouw, nee. Neenee, dat is nergens voor nodig. Het was misschien ook wel een beetje nonchalant van mij om de bal zomaar los op het strand te laten liggen. Ik was nogal vervuld van die zieke zeehond, die u ook wel gezien zult hebben.
- Nee, een zeehond? Wat leuk. Die komen hier bijna nooit, geloof ik.
Karel vertelde wat hij had gezien. Samen keken zij uit over de golven, maar de luchthappende snuit was verdwenen. Karel kreeg koude voeten. Hij probeerde met een vlug gebaar zijn broekspijpen naar beneden te trekken, maar het ging niet zo makkelijk. Hij kreeg een rood hoofd van het sjorren.
- Net trouwringen, zei hij.
- Pardon?
- Ik geloof dat ik mijn schoenen maar weer eens ga aantrekken.
- Kan ik u soms even helpen met die broek? Als u rechtop gaat staan en uw been zoveel mogelijk gestrekt houdt?
- Dat is geweldig vriendelijk van u.
Karel ging niet staan, maar zitten en hij stak een afgesnoerd been omhoog. De barones zette zijn voet tegen haar dijbeen en ze trok wat ze kon. Net toen Karel aardigheid in de situatie begon te krijgen, voelde hij twee poten op zijn schouder en vlak bij zijn oren een hard geblaf.
- Stil maar, stil maar, zei hij benauwd, en hij probeerde het jaloerse dier van zich af te duwen.
- Nee Tarzan, dat mag niet. Ga rustig liggen en hou je waffel eens een beetje dicht.
De eerste pijp gaf eindelijk mee, maar op hetzelfde ogenblik zag Karel dat Tarzan er weer met zijn verfomfaaide schoen vandoor was.
- Het is weer mis met uw hond, ben ik bang. Misschien kunt u beter maar vast doorlopen. Ik red mezelf verder wel.
Nu begon de barones haar zelfbeheersing te verliezen.
- Tarzan, kom hier. Kom direct hier met die schoen.
Ze holde achter de hond aan, maar het strand was wijd en ook Tarzan had er langzamerhand genoeg van gekregen. Hij blafte als een bezetene, en telkens als zijn meesteres vlakbij was, pakte hij de schoen weer op en rende er een eind mee weg.
Karel begon ondertussen zijn sokken aan te trekken en de overgebleven schoen. De barones kwam hijgend aanlopen, zonder hond.
- U zou misschien even kunnen helpen, zei ze gepikeerd.
Zeker om godverdomme mijn eigen schoen uit de bek van dat klerenbeest te trekken dacht Karel, maar hij zei: - Neemt u me niet kwalijk, ik dacht, voor er nog meer ongelukken gebeuren -
- Ja, heel verstandig van u. Maar zoals u ziet lukt het me niet om Tarzan tot bedaren te brengen. Twee kunnen misschien meer dan één.
Straks bijt hij nog in mijn been ook. Dan kun je helemaal lachen. Die hond is nu