Hollands Maandblad. Jaargang 1969-1970 (258-277)

[p. 34]

Karel Soudijn

In het dorpje O. ligt
het graf van P. de Dood.
Een paar stenen verder
ligt de oude Gerard.
Het graf van Gerard, stammend
uit de dertiger jaren, draagt twee stenen.
Op de ene steen
staat dat Gerard hier ligt
en dat hij een hoge leeftijd
bereikte.
Op de andere steen staat een voetbalveld:
‘Wij verloren in Gerard een sportvriend,
je dankbare O.S.C.’

terwijl hun vrouwen het huishouden doen
met schort en bezem rusten de buschauffeurs uit
in het houten keetje waarvan de wanden
bekleed zijn met jonge sappige rozige
meisjes die een bad nemen of tegen de ruwe
stam van een boom wat uitblazen
verkwikt en wel
lopen de buschauffeurs
dan weer naar hun plaats
achter het stuur
om een rondje te maken

Het is winter in het bos
en ik betreed het bosmeer
dat kraakt bij de rand.
Een laagje sneeuw verraadt
de man plus hond die eerder
wandelden op bevroren water.
In de zomer groeien lelies
waar ik loop.
Aan de overkant groeit riet
en hoe dichter je bij het riet
komt hoe meer voetsporen
van konijnen.
Geen eenden vandaag.
Een laatste eend liet zijn spoor
tussen konijnenstappen gaan.