- Ja, dat is wel een geval waar het wel opgaat
- Daar had je ineens een vrouw die schrok en flauw viel, heb jij dat ooit gezien?
- Ik maak nooit een vrouw aan het schrikken
- Maar het gebeurde geregeld. Graves, geloof ik
- Ja, literatuur, Stendhal
- Nee, dit was mémoires, iemand die het zelf meemaakte, een vriendin van zijn tante, die gewoon flauw viel als ze schrok
- Zo'n vrouw ziet een ander flauw vallen, en denkt: ja, waarom niet?
- Je hebt ook gilziekten en huilziekten
- lachziekten
- epidemieën, bij andere volken, ja. Maar Van den Berg zegt dan: dat is een fysische verandering in de mens
- Ja, toen met Marx, of met wie dat kommunisme ook begon, dat was ook een fysische verandering in de mens, nu wereldrijken, maar wat heb je d'r aan?
- Toch mooi dat iemand zo'n hele theorie
- Ik vind het prachtig. Ik ben kennelijk de enige recensent die hem serieus nam. Alleen vind ik het dan zo lullig dat alle metabletici ineens uit Leiden komen, dat is toch te toevallig
- Dat heb je zo vaak. Als je denkt aan dat ‘close reading’, die Merlijngroep
- Daar kan je nog zeggen, die zoeken elkaar op
- Dat kan natuurlijk in Leiden ook zo zijn, dat ze op Van den Berg af komen
- ja dat kan
- ik was gisteren nog bij de promotie van Oversteegen
- J.J. Oversteegen, ja
- De faculteit zat daar zonder toga's en het was gek hoe ze dan ineens, hypokriet, alles belachelijk gaan vinden, gegniffel bij ‘vaderland’ en zo
- Dat van die onverwachtheid, dat hebben we toch al eens eerder gelezen, dachten ze bij ons thuis
- Ja, in het maandblad, vier jaar geleden. Ik weet niet hoe ik er aan kom, toen in het maandblad heb ik nog een verwijzing opgegeven, maar dat was onzin
- ik herinner me dat Sieb de Groot me eens vertelde
- was dat voor of na dat artikel in het maandblad?
- hij had het over al die paradoxen, opgeloste en niet-opgeloste
- Deze is opgelost: ‘onverwacht’ is een tijdsafhankelijk iets. Ik kwam net Hans Eyl tegen, die begon er ook over, hij werd er duizelig van toen ie het las. Maar in het recht heb je ook zoiets - adequaat of zo - dat je de consequenties van een handeling kan overzien dat is ook tijdsafhankelijk
- Zeg mijn zoon vertelde mij laatst dat hij je met je vrouw voor een raam van een huis in Betondorp had zien staan. Dus het is toch waar dat je daar woont
- o ja, dat wou je niet geloven
- omdat je geen enkele straatnaam wist te noemen daar
- Vroeger zag ik hem nog wel eens in die boekwinkel daar
- ja hij had jullie in Betondorp gezien, dus er is toch iets van waar. Waar ga jij nu heen?
- Ik heb een afspraak in dat café daar
- O. Ik ga naar huis, een stukje tikken voor het maandblad
- o ja, dat moet vandaag weg, tienjarig bestaan, maar daar hoeft het niet over te gaan, hè
- nee, we zijn helemaal vrij
- ik weet nog niet wat ik doe. Dag
- Dag.
*
- Hallo!
- Ja, ik zou je bellen
- Nou je begrijpt het wel
- Ja, dat stukje, ik wist niets, maar ik loop vanmiddag in de Sarphatistraat en daar ontmoet ik
- Ja dat vertelde hij me net
- O God, hij heeft toch niet ons gesprekje uitgetikt?
- Nee hoezo?
- Nou, ik heb het net met potlood opgeschreven. Lijkt je dat iets, zo'n straatgesprek?
- Nou, als het maar geen Bert-Bakkerstukje wordt, van twee schrijvers over het Hollands Maandblad
- Nee, daar hadden we het helemaal niet over, alleen aan het eind, ik doe anders nooit aan verliteratuurd leven, schrijf nooit iets dat echt gebeurd is, maar ik wou het eens proberen
- Lijkt me wel leuk
- Hij zal het toch niet erg vinden
- nee
- Maar het valt niet mee. Hij heeft zo'n eigen stijl van spreken
- Ja, tegelijk gewoon en plechtig. Een houten geluid. Probeer het
- Nee, ik probeer het maar niet, schrijf het op zoals ik het me herinner. Ik zou hoogstens zijn schrijfstijl kunnen proberen, en dat wordt dan vanzelf persiflage
- nou dus ik krijg het vrijdag
- ja, het wordt zo'n 1600 woorden
- O.K., dag
- dag