Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)

[p. 23]

T. van Deel

Begrafenis

Terwijl opa D. de grond
werd ingetakeld
dacht ik aan jou
hoewel je hem nooit hebt gekend
en die kans nu verkeken is.
De regen kletterde op de kist
zoals die laatste avond op het dak
waaronder we bij elkaar lagen.
Ik zag je verheerlijkt lichaam
waar de dominee almaar van sprak
vlak voor me staan en
toen hij knikte naar de kuil
alsof het daarom ging en
zingen liet psalm 73:12
'k zal dan gedurig bij U zijn
in al mijn noden, angst en pijn
wist ik hoe ik naar je verlangde
bang was hier weg te gaan.

Overwegingen

als ik nu tegen die jongen
zeg dat hij eruit moet gaan
zegt hij misschien waarom
meneer ik dee toch niks
en moet ik eerst staan
uitleggen dat hij weliswaar
inderdaad geen schuld heeft
maar dat het mij om didaktische
redenen beter
lijkt dat hij verdwijnt
en hoe mooi het van hem
zijn zou als hij dat zonder
verdere discussie doen zou -
dus zeg ik maar niets