Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)
(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Mooi Links laat zich in de luren leggen
| |
[pagina 15]
| |
en Marcuse inderdaad bij sommige vertegenwoordigers van het nieuwe links een verkeerde wetenschapsopvatting: de gedetermineerdheid van het ‘systeem’ wordt bij hen sterk overdreven, zodat ook de mogelijkheden van verandering van dat systeem sterk onderschat worden. Maar die overdrijving kan alleen bestreden worden door betere theorievorming en door aan te tonen, dat de wetenschappelijke methode ook voor maatschappijkritiek kan worden gebruikt. Pen zou daartoe kunnen bijdragen: ik herinner me nog zijn enthousiaste bespreking van C. Wright Mills The Sociological Imagination, dezelfde Mills van wie hij nu zijn Power Elite verantwoordelijk stelt voor een van de mythen van ‘lelijk links’. Maar als Pen zijn links zijn niet anders kan waarmaken dan in een opsomming van 49 punten, in een lijstje van wenselijkheden die hoogstens door een mentaliteit - laat ons toch redelijk blijven en niet rot doen tegen de machthebbers - maar niet door een kritische maatschappij-analyse in onderling verband worden gebracht, laat hij zich in de luren leggen. Want dan speelt hij ongewild mooi rechts (de inderdaad pluralistische elite van ‘technostructuren’ in bedrijfsleven, landbouworganisaties, overheidsbureaucratieën, vakverenigingen en politieke partijen) in de kaart. | |
NaschriftPen heeft geen theorie. Het stáát er. 't Is in elk geval weer eens een originele gedachte. Zou mijn geachte opponent het menen? Misschien is het wel zo'n debaterstruukje, aangeleerd in het L.S.C.; want je kunt er zo moeilijk op antwoorden. Het valt niet mee om te zeggen: hoor eens meneer, heeft u wel eens een boek van mij gelezen? Dat zegt men niet. Pen heeft geen theorie, en dat terwijl hij zelf dacht nu juist wél een hele systematiek te hebben gemaakt van sociale, economische en politieke belangengemeenschappen en belangenconflicten. Een poging dus, om de ‘struktuur’ van de westerse samenleving in kaart te brengen, met een hele rij van aanwijzingen hoe die ‘struktuur’ kan worden veranderdGa naar voetnoot1). Het is misschien niet zo'n bijster oorspronkelijke theorie - wie wil mag er een samenraapsel in zien van de opvattingen van Keynes, Tinbergen, Galbraith en Harrington; vooral Harrington - maar toch. Pen heeft geen theorie. Galbraith heeft | |
[pagina 16]
| |
geen theorie. Keynes - geen theorie. Harrington - geen theorie. Tinbergen, die in dit eigenste tijdschrift heeft geschreven dat hij zich in harmonie bevindt met Harmonie en conflict (en dat klopt, want veel uit dat boek is aan hem ontleend) heeft geen theorie. Hahaha. Of misschien bedoelt VBvdB iets anders. Geen theorie = niet de theorie die VBvdB aanhangt. Dat zou best eens kunnen. Voor zover ik die theorie ken is het er eentje van het type Grote Samenzwering. Je bent pas links (en je hebt pas een theorie, dat is hetzelfde) als je van mening bent dat de maatschappij beheerst wordt door een kleine hechte club, die alle verandering tegenhoudt, en een belang heeft dat tegengesteld is aan dat van de gewone mensen. De democratie is een dekmantel om dat allesbeheersende conflict te verbloemen en alles te laten zoals het is. Uitdrukkingen als ‘het systeem’ en ‘de strukturen’ worden gebruikt om ons te laten geloven dat de maatschappij au fond eenvoudig in elkaar zit, en dat de theorie alles wat eerst verward en onoverzichtelijk was, nu opeens helder verklaart. Dát is pas een theorie! De naamloze vennootschap, de relletjes in Berkeley, de oorlog in Vietnam, het onbehagen van VBvdB, alles valt netjes op zijn plaats. Bij ieder, die werkelijk ernst maakt met het verklaren van de realiteit, roept zo'n gladde redenering het grootst mogelijke wantrouwen op. En zulks temeer als het maatschappijbeeld typisch paranoïde trekken vertoont. Het conflict wordt erin overdreven, de harmonie wijkt naar de achtergrond. ‘Zij’ zijn overal de schuld van.Natuurlijk is zo'n ‘theorie’ een goede basis voor aktie. Zegt dat iets over de aantrekkelijkheid of het realiteitsgehalte ervan? Nee. Ik herinner mij nog precies zo'n redenering, met een hoog gehalte aan politiek bewustzijn, die als volgt liep: er bestaat overal in de wereld een samenzwering van joods-plutocratische en joods-bolsjewistische elementen. Onder de dekmantel van een verrotte democratie hebben ze het gemunt op het volkse germanendom. De aanhangers van deze leer hadden ook zo hun strategie om hun toekomstbeeld naderbij te brengen. Volgens de definitie van VBvdB hadden zij een theorie, waren zij politiek bewust en waren zij misschien ook wel links. Mij ontbreekt een dergelijk politiek bewustzijn, maar daar staat tegenover dat ik enig vertrouwen heb in het democratische proces als een methode om in de westelijke samenleving sociale veranderingen teweeg te brengen (één methode; er zijn er veel meer. Ook in het economische proces werken krachten die de verandering van ‘het systeem’ aan de gang houden. Ook in de massacommunicatie. Ook in het onderwijs.) Dit vertrouwen in de verandering heeft VBvdB niet. Hij meent zelfs dát er in onze maatschappij niets verandert, en ziet daarbij een hele rij van zichtbare feiten over het hoofd. Dat doet bij mij twijfel rijzen aan zijn goede trouw. Maar wat geeft dat? VBvdB heeft hierboven al vastgesteld dat ik niet politiek kan denken. Dit antwoord heeft dan ook niet de minste zin. Ik ben eigenlijk wel gek dat ik nog de moeite neem, het op te schrijven. J. Pen |
|