jongensgeheimen opgebiecht. (De toespeling op de geslachtsdaad via het bekende gezegde over het zingen en de kerk, zal ook wel niet toevallig zijn.)
De beschaving tempert alle spontaniteit en de op hogere leeftijd vooral in godsdienstige kringen veelbedreven koorzang - gemengd, lang vóór het dito zwemmen - zal het ter sprake gebrachte ruige natuurverschijnsel wel reguleren en onder de domper zetten van Mattheus, Marcus, Johannes e.t.q., maar toch... Het verraderlijke oog dat het televisiescherm is gaf dit voorjaar tijdens een reportage van naar ik meen een Matthaeus Passion-uitvoering telkens een close up van de zangers en zangeressen. De overgave op de indrukwekkendste momenten valt dan gewoonlijk wel te konstateren, de gekunsteldheid van ekspressie ligt er meestal hinderlijk dik op, maar ook was de glans van de ogen af en toe zo duidelijk die van de erotische vervoering, dat ik alweer besefte hoe dicht het Ere zij God bij het Ere zij Eros en het Ere zij Mars moet liggen. Vanuit een fysiologisch en sekretair standpunt dan.
Het gaat mij niet om een goedkoop eenzijdige of freudiaans reducerende ‘verklaring’ van elke gezongen geluidsproduktie uit een behoefte aan klierkieteling, maar wel om die noodzakelijke uiteenzetting van deskundige hand over de processen die hierbij werkzaam zijn. Het domme voorbijgaan aan dit alles door de specialisten, ook nog als het om een zo wereldwijd verspreid verschijnsel als de beatrage gaat, raakt bij mij een gevoelige zenuw die ik heb opgedaan tijdens mijn verblijf in de krijgsgevangenkampen. We vertoonden daar de afschuwelijkste ondervoedingsverschijnselen, velen krepeerden er zelfs aan, het gebeurde in een tropenkolonie waar miljoenen inheemsen jaarlijks op het bestaansminimum balanceerden met aan leek en autoriteit bekende verschijnselen, maar onze zo grondig opgeleide artsen wisten nauwelijks wat zich in die getransformeerde lichamen afspeelde. Alweer gewoon biochemisch bedoeld, als een dan van het patroon afwijkend proces in het fabriekje mens. Gebrek aan zorg en interesse was er niet de oorzaak van, of hoogstens in die zin dat daarginds de abnormaal levende mens buiten het doorsnee blikveld viel; maar de onkunde was het fundamentele verschijnsel.
En ik, die in mijn studietijd bij toeval veel met aanstaande medici had omgegaan en veelvuldig hun gewichtige specialistenprietpraat had aangehoord, kon me er toen gruwelijk over ergeren dat jongelui een opleiding van zeven jaar in de verzorging van hun medemens krijgen, maar dat ze zodra die mens in abnormale bestaanskondities terechtkomt met hun vakmatig getrainde monden vol tanden staan. De eerlijksten onder die in kampen opererende artsen beseften toen zelf voor het eerst hoe ver de moderne mens van zichzelf verwijderd is.
Juist dat vroegere Nederlands-Indië had een voortreffelijk studieterrein kunnen opleveren voor het onderzoeken van de relatie tussen geluid en gemoed. Niet vanwege het indringende en al even gescandeerd geschreeuwde manisee, manisee!, waarmee de Ambonezen hun hoogte kregen bij klewangen bajonetaanvallen tijdens de koloniale doodsteekakties, maar vanwege het inheemse muzikale instrumentarium dat gamelan heet. De dosering van klank en toon, de duur, de intervallen, het samenspel, de funktionele eentonigheid, het heeft allemaal een ‘therapeutische’ werking. Het is er in oorsprong door bepaald, al is ook daarbij die estetiserende ontworteling onvermijdelijk geweest die bij elke kulturele stilering behoort; maar het is er niettemin tot op vandaag door bepaald gebleven. Vandaar het onbegrip ervoor van ons westerlingen, die akrobaten zijn op het terrein van de meest ingewikkelde abstrakties en analfa beten als het gaat om de tekens van het lijfelijke bestaan.
Ook de voor ons zo vreemde geluiden die er dikwijls tijdens inheemse dansen worden voortgebracht, hebben te maken met het zichzelf in een toestand van roes brengen die weinig verschil vertoont met wat het gegil en gekrijs van de beatfans oplevert. Op Soemba, een van de kleine Soenda-eilanden, bestaan voor die toestand zelfs speciale woorden en dan nog apart een voor het hoge gegil van de vrouwen, die er met trillende keel de mannen tijdens het dansen mee aanmoedigen, en een voor het opzwepende gekrijs van die mannen zelf, die zich lang avant la lettre al georganiseerd aan het high worden overgaven. Gelukkig zag men voor de oorlog op dit eiland, dat toen onder het diktaat van de gereformeerde zending stond, er alleen maar een folkloristische eigenaardigheid in.
In elk geval wordt het nu wel tijd dat een zo belangrijk onderdeel van ons psychisch funktioneren eens ontkomt aan de moraliserende dommepraat enerzijds en het onverantwoord wegduwen naar de regionen van religie en folklore anderzijds. Van het trompetgeluid, dat naar de volksmond zegt ons tot in het merg kan gaan, weten we dat het invloed heeft op de produktie van adrenaline, die wordt afgescheiden door