Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] [Gedichten] De uitvinding van het wiel voor Dolf en Bernie Gogelein Ik kan zelfs de eenvoudigste dingen niet begrijpen. Zo bijvoorbeeld het wiel. Ik heb mij laten vertellen dat voor een goed begrip van het wiel we ons een oneindig dunne lijn moeten voorstellen die om twee punten scharniert. Een tank kan ik wel begrijpen: die legt vooraan een weg die hij achteraan weer opneemt, en op die manier kan ik een wagen beschrijven: men verbindt vier tanks aan elkaar, maakt de tanks zelf klein en rond en de rupsbanden heel groot. God heeft dit alles niet kunnen bedenken, de oudste wielen komen uit Drente. Wel kwam hij ook bij een soort tank terecht: een amoebe kan rollen met de bast van zijn cel, maar vier van die amoeben via hun protoplasma aan elkaar verbinden tot een wagen heeft hij nooit gedaan; hij liet de cellen maar wat aan elkaar groeien tot wij dat allemaal overleefden en zelf het wiel moesten uitvinden - in Drente? Toch zou ergens een wieltje of een katrolletje best handig zijn, neem nu een bij met een propeller of een slak, welke autokonstrukteur zou ooit een auto voorstellen die aan de voorkant zeep op de weg spuit om dan met samentrekkende bewegingen voort te glijden. Een slak op wieltjes is een caravan. Maar ja, zei mijn ex-vrouw, waar moet dat beest dan zo efficient naar toe en als hij niet meer zoveel brandstof hoeft te eten zou hij stil gaan zitten en vervetten. [pagina 25] [p. 25] Dat is waar, hollen of stil staan bij een slak is geen gezicht, maar ik blijf erbij dat dit een belangrijk bewijs tegen het bestaan van de Schepper zou kunnen zijn, mits ik het volgende goed begrijp: als God ook maar geen enkel wieltje kon uitvinden - of liever de as, want het geheim zit in de as en hoe te zorgen dat die (of de wagen) niet draait en het wiel wel - dan is hij dommer dan de mensen. Maar hij zou ook intelligenter dan de mensen moeten zijn, want de mensen kunnen wel een wagen maken maar geen wagen die zichzelf reproduceert. Dus de Schepper bestaat niet, het is allemaal maar zo'n beetje gegroeid. Ik sta alleen Een keer heb ik onbezorgd geleefd, toen ik midden in de nacht opstond, een biertje pakte en een sigaret opstak. Gisteren weer moest ik iemand uitleggen dat de dood te wijten is aan de geringe vorderingen van de medische wetenschap. Alle mensen boven de 168 zijn dood, Caius is voor 1800 geboren, dus Caius is dood. [pagina 26] [p. 26] Roem Er is water, bij de schepping al neergeregend, dat, in de diepten der zeeën zijn vader nooit meer zien zal! Niet alle water wordt een wolk, reist heen en weer als een ballon en de reiziger valt op de aarde. Wat een eer dan voor water om gekookt te worden! het bloost en raast in opperste verdwazing. Maar het leidt tot niets, de thee werd pis, verwaseming biggelt langs de ramen. Ik heb nergens zin in, in niets, in niets in niets in niets in niets in niets in niets. Als ik ongelukkig ben ben ik het en ik ben het. 's Ochtends, niet weten hoe ik mij voelen zal, 's Avonds, hoe ik mijn meisje vinden zal. Dat is mijn leven, al met al. J.P. Guépin [pagina 27] [p. 27] Vorige Volgende