Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] D. Hillenius Met koud lemurenhandje omklemde ze de grote munt gelukkig niet de armpjes verbogen of verminkt de ogen niet verstopt maar stellig en uitzoekend Bedelen is een vriendelijke terugkeer Ik ben de vader van alle wezen van alles wat pijn heeft van de ouden die klagen op een mooi wijsje de zinnen tot snaren verlengd gespannen het hart vraatzuchtige spin levend op elke rimpeling zelfs de kinderen zelfs de beminde worden gevangen Onvergeeflijk Kinderen van de golven heten ze, of de onreinen of samen: de reus die vis eet Wat is er met ze gebeurd dat ze geen leiders kennen geen heilige boeke dat ze geesten uitdrijven en geheimen kennen altijd somber Zij stammen van een sirene af en de eerste paring is met een zeekoe stervend op het strand of ze iets goed moeten maken Lang geleden voor ze de eerste keer vertrokken offerden ze een vrouw sneden haar in stukken en wierpen in zee [pagina 37] [p. 37] Er is een beest dat begint als vlinder verrukkelijk, loszinnig dan stilstand popvorm, in de hand te houden niet veel mee te beleven soms nog een derde stadium veelpotig monster wegvretend wat er nog aan binding in de weg stond Vorige Volgende