Het nieuwe Vietnam ligt in Amerika
H. Brandt Corstius
Het lijkt wel of we weer in Congo zijn. Toen schreven kranten en weekbladen bladzijden vol over een (blanke) dokter die misschien wel vermoord was, terwijl honderden (later bleek: duizenden) vermoorde Congolezen als bladvulling dienst konden doen. Ik schreef daar toen in dit maandblad over, en herinner me als enige reactie twee mensen die me vroegen of ik dan vond dat de blanken in de Congo maar afgemaakt moesten worden.
Nu is King neergeschoten omdat hij, net als Malcolm X, na een religieuze periode gevaarlijk begon te worden. Wat lees ik nu de volgende zondag op de voorpagina van de Observer (en dus op de voorpagina's van alle kranten en weekbladen)? Dat de blanke bevolking van Amerika zo vreselijk bang is. Toch stond toen al vast (en nu twee weken later staat inderdaad vast) dat 90% van de doden negers zouden zijn. Als men nu ook weet dat 90% van de Amerikanen niet-neger is, dan volgt hieruit dat een blanke slechts 1/100 zo bang hoeft te zijn als een neger. Maar dat is inderdaad een ongunstiger verhouding dan gewoonlijk: in ‘normale’ tijden is het neerschieten van negers doodgewoon, van blanken haast zo bijzonder als in Nederland. Iedere zwarte Amerikaan heeft een vriend of familielid die vermoord is, meestal door de politie. Als er nu weer iemand vraagt: maar vindt u dat plunderen dan goed? antwoord ik daarop:
1. | Dat plunderen - gebeurde het maar meer buiten de eigen buurt-kan ik niet afkeuren: het is nooit voldoende compensatie voor de plundering van de gettobewoners. |
2. | Sinds wanneer staat op plundering, of op verdenking van plundering, de doodstraf? En sinds wanneer geeft men een politie-agent de functies van rechter en beul? |
3. | De politie schiet niet op plunderaars, maar op wie ze wil. We hebben allemaal in de krant gelezen hoe een man na het horen van de moord op King de straat oprende om de eerste blanke die hij zag neer te schieten. In één bericht stond dat het slachtoffer een buurman was, dus misschien was het wel niet zo onpersoonlijk. Maar het onpersoonlijke doden is eigen aan een oorlog. En Carmichael had gelijk toen hij zei dat de oorlog was verklaard met het schot op King (natuurlijk werden zijn woorden prompt verdraaid tot: ik verklaar de oorlog). Dit treurige incident heeft in geen enkele krant ontbroken als illustratie van zwarte amok en blank slachtofferschap. Maar een nog veel treuriger incident las ik tot nog toe in geen enkele Nederlandse krant (wel in de Europese editie van de Herald Tribune). De politie had een jongen neergeschoten. ‘Wegens plunderen’ zei de politie, maar in dit ene geval had de politie pech: het slachtoffer bleek een inkeurige jongeman die in allerlei hoogstaande comité's zat, en juist op weg was naar de burgemeester van de stad. Hij was wel zwart, en daarom is hij nu dood. Nu kan men met H. Drion (Hollands Maandblad, maart 1968) zeggen: ‘De politie heeft nu eenmaal haar traditionele antipathieën’ en wie zich daarover opwindt is een linkse radicaal die zijn treurig einde zelf gewild heeft, maar ik zie het een beetje anders. De linkse radicaal ziet wel een catastrofe komen, die catastrofe is er nu al, maar het staat nog niet vast wie er gaat winnen. In Vietnam is de catastrofe er, maar de Amerikanen hebben er nu verloren. Kunnen we van de geschiedenis leren? De geschiedenis leert van niet. Maar één feit staat na Vietnam vast: de Verenigde Staten deinsden er niet voor terug met behulp van genocide hun doel te bereiken. Dat er nog
Vietnamezen leven, komt omdat de oorlog een beetje duur werd en er verkiezingen kwamen. Maar de genocide op de eigen minderheid is nog steeds een mogelijkheid. Moet men zich, wat Drion schijnt aan te bevelen, bij voorbaat daartegen machteloos verklaren? Ik geloof van niet. Ik zie geen andere mogelijkheid dan Black Power, dan geweld. Drion zal het wel een moreel alibi noemen. |
‘Onder indruk van de gebeurtenissen’ heeft het Congres een ‘Open Housing’-wet aangenomen. Wie dat stuk leest, weet niet of hij moet lachen of huilen. Er staan geen voorzieningen in die zo'n wet (in Californië mislukt) uitvoerbaar zouden maken. De wet gaat voor de meeste huizen trouwens pas in 1970 in. Maar tot die tijd is een mooie oplossing gevonden: de Open Housing-wet belooft hoge gevangenisstraffen voor oproerkraaiers. Wie dus tegen discriminatie protesteert wordt tot 1970 keurig opgeborgen.