Realpoliticus in de woestijn
Renate Rubinstein
O.K. ik ben een halfzachte zelfmoordenaar, - maar hoe realistisch is De Kadt? Het verwarrende van deze, mij om onduidelijke redenen niet onsympathieke figuur, is dat hij een idealist is, die zich voordoet als een realist. Ongeveer het omgekeerde dus van John Kennedy, die door De Kadt dan ook vulgair gevonden wordt. De Kadts realisme heeft met enige voorkeur voor praktische oplossingen niets en met liefde voor een ferm soort taal alles te maken. Zijn idealisme gaat verder, over lijken o.a. - zolang ze maar van de bewoners van onbehoorlijke staten zijn. Niet dat een realist daartoe niet ook in staat is, maar hij zal eerder geneigd zijn aan het aantal lijken een limiet te stellen: de kosten van één dode Vietnamees (hopelijk een communistische) variëren dit jaar tussen de $ 40.000 en de $ 250.000 en er zijn er nog zo'n boel in leven. Voor De Kadt is dat allemaal geen bezwaar, zijn idealisme kent helaas geen grenzen.
Een behoorlijk Amerika moet om te beginnen eerst uit de UNO stappen. Voor de hand liggend klinkt het niet, en tot nu toe werd het ook alleen maar door een paar tamelijk onbehoorlijke landen gedaan of overwogen, maar goed, stel Johnson leest het Hollands Maandblad en ziet het licht. Amerika treedt uit de UNO en richt een ‘wereldbondgenootschap met alle behoorlijke of naar behoorlijkheid strevende staten op’. Zoiets dus als de Nato of de Seato, alleen wat kleiner, want niet alle naar behoorlijkheid strevende staten zijn al zo ver gevorderd dat ze meteen bereid zijn alle omgang met de onbehoorlijke op te geven. Nederland b.v. wil wel, maar heeft al te veel banden met het per definitie onbehoorlijke Frankrijk, dat niet in de club wil. Ook Engeland moet weigeren want Kaunda dreigt anders uit de Common Wealth te treden. Spanje wil graag, maar mag niet omdat Denemarken anders niet meedoet. Zwitserland begrijpt niet waar Amerika het over heeft, het leeft tenslotte van de belastingontduiking, van zowel de behoorlijke als de onbehoorlijke internationale, en voelt zich daar kiplekker bij. Argentinië aarzelt lang of het wel voldoende naar behoorlijkheid streeft, wordt op dat punt gerustgesteld door Amerika, maar weigert tenslotte toch, omdat het vreest zijn nationale eer en wat oorlogsmisdadigers uit te moeten leveren. De Afrikaanse landen, met uitzondering van Liberië, durven niet, want ze zijn bang dat Wallace nog eens president van Amerika wordt. Zuid-Afrika wil niet, en mag trouwens niet want het streeft niet eens naar behoorlijkheid. Tunesië wordt uitgenodigd, maar weigert omdat het Israël geen behoorlijk land vindt. Duitsland doet mee.
Na wat opstandjes en een paar succesvol door Marines bedwongen burgeroorlogen wordt dan toch eindelijk de Club van Behoorlijke Landen opgericht, onder voorzitterschap van president Tubman en met Dean Rusk als secretaris. De UNO is nu, geheel naar wens, overgelaten aan de barbaren. Wat nu? Platbombarderen zou een effectieve oplossing zijn, maar kan helaas niet, want Rusland heeft nog evenveel bommen als voorheen. Een voorbeeld is echter dat we nu met die barbaren niets meer te maken hebben, we kunnen ze lekker doodzwijgen. Daartoe wordt de pers in de ledenlanden van de Behoorlijke Club verboden ooit nog een woord over de UNO, dat ‘propagandawerktuig voor alle achterlijke, afgunstige en anti-westerse staten’ te reppen. Dat lucht op. De wereld is weer gezellig ouderwets behoorlijk geworden, en hoewel we niet langer met vakantie naar de Rivièra mogen, er zijn goedkope Royal Decent Airlines-vluchten naar de Philippijnen.
Het grote voordeel van deze begrotelijke operatie is dat de kansen dat een behoorlijk mens nog ooit in contact komt met een communist geminimaliseerd zijn. Op de bodem van De Kadts politieke overtuiging vindt men steeds weer die angst voor de besmettelijkheid van het communisme. Wie er mee omgaat wordt ermee besmet, dat is zijn eigen ervaring en dus een algemeen menselijke. Daarom moet de UNO en daarom moeten ook alle andere formele banden met de landen achter het ijzeren gordijn (die onderling natuurlijk nooit echte conflicten hebben, en wie denkt van wel is een fellowtraveller) verbroken worden.
Ik geloof echter dat De Kadt een uitzondering was en dat de meeste mensen weinig neiging vertonen om communist te worden. Integendeel, laat je de ideologische teugels even los, dan treedt onmiddellijk het verfoeide revisionisme in. Ik kan het daarom ook niet eens zijn met De Kadts stelling dat de grotere vrijheid in de Oosteuropese satellieten uitsluitend en alleen te danken is aan de Amerikaanse paraatheid. Te bewijzen