Hollands Maandblad. Jaargang 8 (226-235)(1966-1967)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Willem van Toorn Landschap Uitzichten schuiven haastig op hun plaats als wij voorbijgaan. Wegen leiden naar andere wegen, dorpen onmiskenbaar, bruggen die niet ontbreken bij een vaart. Geen fout te vinden in de perspectieven: trapeziumzijgevels voor het oog. Zoals in tekenvoorbeelden op school vinden zij het verdwijnpunt in de diepte. Onwillekeurig blijf je oppassen alsof het mechaniek zich liet verrassen. De horizons verstarren van argwaan. Door onverwachts ergens linksaf te slaan bereik je achterin een dunne laan een huis waar nog geen dwerg kan binnengaan. Grebbeberg Een van de doden is een beetje gek, vroeger toneelknecht of god weet souffleur pest hij ons al de hele middag met een deur die telkens dichtvalt midden in een woord. Spelend met requisieten sluipt hij voor ons uit: het pad stuit op een hek zo uit De Kersentuin, in het decor van herfstbomen lopen de kleuren door. Papieren vergezicht. Van hem geen spoor. Niets zeggen, voor de kinderen. We gaan tegen de schemering naar Ouwehand. Ook met de dieren heeft hij iets gedaan, het is alsof ze op coulissen staan, pentekeningen, dunner dan een krant. Maar in het donker bij het restaurant heeft hij het beste voor het laatst bewaard: voorbij de schommels en een houten paard spelt een boze machine uit je hand, als hem eerst een bedrag is ingegeven, de toekomst die hij voor je heeft gespaard in zwarte letters op een kleine kaart. Het is te donker om een woord te lezen. Maken dat wij wegkomen is het enige. Vorige Volgende