achtige lage voorhoofden, en haarinplant over het hele lichaam, zodat aap Adam ook zonder zijn dichtstbijzijnde been op te tillen rustig op zijn rug had kunnen blijven liggen. Eva zou weliswaar niet zo fraai zijn geweest als ze nu was, maar aapjes kunnen toch ook heel vertederend zijn, en bovendien: omdat ze de enige was, mocht ze toch als Miss World worden beschouwd. De slang in de boom was een soort mens met het gezicht van Schmelzer, dat was wel goed gevonden, maar de appel-eet-scène vond ik niet gulzig genoeg, want reken maar (ik heb het boek dus niet gelezen, maar na de film te hebben gezien - God is géén aardige man - meen ik dat wel te mogen aannemen) dat Eva eerst van honger en dorst aan de rand van de dood was gebracht, voordat ze eindelijk haar tanden in het vruchtvlees zette. Leer mij de mensen kennen! Wie ik wel erg aardig vond was Noach, gespeeld door de regisseur John Huston, dat doet Hitchcock ook altijd, een vorm van bijgeloof. Huston moet wel erg bijgelovig zijn geweest (misschien dat het onderwerp dat stimuleerde) want hij was wel drie kwartier onafgebroken in het beeld. U weet het, Noach had van de vader van Hamlet opdracht gekregen een schip van ongewone afmetingen te bouwen, en dat zag je hem dan doen, met zijn hele
familie, terwijl alle slechte mensen uit de buurt (alle mannen hadden kale hoofden, later ook in Sodom, kaalhoofdigheid duidt dus op slechte manieren) hen uitsliepten. Een mooie scène voorwaar. Noach kreeg opdracht van alle diersoorten twee stuks in de boot te nemen, en dat deed hij dus, een machtig gezicht, twee olifanten, twee kamelen, twee leeuwen, twee nijlpaarden, twee giraffes, twee apen, twee struisvogels, enfin ga maar zo door, je kon de dieren zo gek niet verzinnen of ze waren er, alleen: een kat, een hond, een paard en een varken heb ik niet gezien, te weinig spectaculair vrees ik, toch moeten ze ook op die boot hebben gezeten, als ik vandaagdedag om me heen kijk. Dinosaurussen bevatte de boot ook niet, trouwens ook geen krokodillen en slangen, het laatste kon ik me nog wel voorstellen, na de onsympathieke indruk die de eerste slang in de film had gemaakt. Wat ik wel erg miste op dat schip was de gewone prietpraat die mannen en vrouwen met elkaar voeren als ze zo'n week of zes met elkaar op een boot zitten. Als je toch reconstrueert, mag die prietpraat er ook wel bij, vind ik, maar er werden alleen maar essentiële dingen gezegd, en de rest was zwijgen. Gaaf zwijgen, om met Carmiggelt te spreken. Er was nog de moeilijkheid dat ze niet wisten hoe lang ze nu al op dat schip zaten, dat wil zeggen: Noach had geen flauw idee, maar toen glimlachten de vrouwtjes (ze waren met hun vijven, als ik goed heb geteld) wijs, zij wisten het wel zo'n beetje, en met een schok dacht ik: natuurlijk!, met vijf verschillende maandcycli moet zoiets zijn na te gaan, en jawel hoor, het werd gezegd ook, ze wisten het vanwege het aantal keren dat de kippen eieren hadden gelegd en de koeien gemolken hadden willen worden. ‘God, ik had het me echt altijd anders voorgesteld’, zei een meisje in de pauze, waarin koek en dranken werden geserveerd (geen appels, ik
heb er nog naar gevraagd). De pauze zette ook wel mooi in, Noach stuurde juist een van zijn twee duiven eropuit om te zien of er niet ergens een olijftakje dreef, toen uit een deur naast het doek een karretje met versnaperingen de zaal werd ingereden. Ik verwachtte niet anders, of even later zou de duif terugkeren met in zijn snavel een bordje met ‘pauze’ erop, maar ik kleunde er opnieuw lelijk naast. Na de pauze kregen we Sodom en Gomorrha, magere jongetjes op schoot bij hele dikke vrouwen, allerlei perversiteiten dus, mannen met voorschootjes om maar met glimmende ontblote bovenlijven (body builders), en de vrouwen vol met kleren maar wel met wellustige uitdrukkingen op hun gezicht, en toen mochten Lot en zijn familie de stad uit voordat alles in brand zou vliegen, en toen keek de vrouw van Lot om u weet wel: ‘Achter u brandt Sodom, over U wentelt God. Beef voor de zoutkolom, bidt voor de huisvrouw van Lot’, hoewel ik altijd bid voor de zoutkolom wil zeggen en beef voor de huisvrouw van Lot, en jawel hoor, daar veranderde ze op slag in een zoutvaatje, erg mooi en huiveringwekkend, vooral voor de mensen die het aan zagen komen in de zaal. De laatste episode met Abraham was ook erg mooi, Abraham werd gespeeld door Guus Hermus, hij hield zielsveel van zijn zoontje, maar de vader van Hamlet zei dat hij het offeren moest, dat ging dan ook gebeuren, Abraham hief zo oud als hij was het mes op om toe te steken en wat zei de vader van Hamlet toen? Het hoefde al niet meer omdat Abraham net als de aanhangers van bepaalde sektes bewezen had zijn bloedje te willen opofferen als dat in het geloof te pas kwam (het geheel deed me sterk denken aan de terdoodveroordelingsscène van Dostojevski, de tsaar moet een godvruchtig man zijn geweest), een happy end dus, typisch pasklaar gemaakt voor de film, maar ik heb het nagelezen thuis, het klopte met
het boek, geen wonder dat dat zo'n bestseller is geworden.