Hollands Maandblad. Jaargang 8 (226-235)(1966-1967)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Zeven hoofdbegrippen K.L. Poll Vorm Ook dit is een vorm, al lijkt het misschien meer op een kwestie van toeval onbeheerste straatgeluiden maar ik herhaal: ook dit is een vorm. Tijd Laat maar komen de tijd van daarnet dacht ik daarvoor. Nu houd ik mijn hart vast voor verlies dat maar doorstroomt uit de lekke zak van mijn bestaan. Plaats Denk aan de plaats van geboorte het begin dat de weg bepaalt het stabiele punt buiten verschil van mening, mijn vader met zijn hoed op in augustus in de minuscule tuin. Verband Het verband, goed, als een geel plastic springtouw tussen lantaarnpaal en kronkelige lenteboom. Maar waartoe dient de nieuwe combinatie en, volgende vraag, wat is de formule voor morgen wanneer de oude samenhang verbroken is intussen? Vrijheid De ene appel na de andere valt voor gek in de mand of in het gras, verlost van groeidwang, zelfstandig na maanden ketening aan de hand van de tak van de boom. Geluid Stomheid slaat, tot slot, zonder engelgezang zonder tjitok van de rode kantjir zonder geduldig muziekinstrument zonder neewoord, tot god. Nacht De nacht gedacht in theorie geeft misschien eelt dat later als hij komt - geen theorie ben ik zeg jij terwijl je slaat en snikt en mij vervloekt, blind onder water van onheil. Vorige Volgende