Hollands Maandblad. Jaargang 8 (226-235)(1966-1967)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] H. Mesterom Wandeling De bergen in de verte komen nauwelijks tot mijn heupen. Een vals gebit dat aan de wolken knabbelt, blauwe boterhammen. Hier en daar hamert de hitte wat huizen als spijkers de harde houten grond in. Ik duw mijn schaduw als een zwarte schaduw zwetend voor mij uit. 3 uur 's nachts Wakker geworden 3 uur s nachts kijkend naar de groene lichtgevende wijzers van de wekker vraag ik mij verwonderd af hoe die 2 grassprietjes daar terecht zijn gekomen. Opgang In het hertegewei boven de deur hangt een spinneweb als een grijs wiegje vol dode vliegjes. De rode loper stroomt mij tegemoet alsof er boven tijdens mijn afwezigheid een afschuwelijk bloedbad heeft plaats gehad. Gelukkig maar dat ik niet thuis was. Slaapliedje Alles ruikt weer naar gras en hars alsof het nog maar net begonnen was. Mijn adem steekt uit mijn mond als een klein warm handje, dat zich aan de rand van het laken vastklampt. Vorige Volgende