Hollands labyrint
N. Scheepmaker
Na zes jaar lobbyen is Labyrint dan toch eindelijk ten doop gehouden en kopje onder gegaan in het wijwater. Donderdag was de première, vrijdag kwamen de kranten met hun, over het algemeen uitvoerige, recensies, en toen bleek dat Nederland weer eens te hoog gegrepen had in zijn poging de ‘opera’ radikaal te vernieuwen. Men reageerde een beetje zuur, een beetje van op een afstand, gewoon een beetje vervelend eigenlijk. Was het gaan tegenstaan, de voorpubliciteit, de stroken papier met labyrint erop op de deuxchevautjes van de betrokkenen, of was er gewoon sprake van het gezonde Hollandse wantrouwen waarmee alles bejegend wordt dat zichzelf als nieuw en opzienbarend afficheert?
De grootste ellende was misschien dat de critici tot het premièrepubliek behoorden, een onvermijdelijke gang van zaken natuurlijk, al zou het voor iedereen beter zijn als het zogenaamde premièrepubliek naar achteren geschoven en tot dernièrepubliek werd gedegradeerd, zodat de critici hun werk temidden van de potentiële liefhebbers zouden kunnen verrichten.
Bij het boekenbal van vorig jaar is het toneelstuk van Sybren Polet, Er ging een koning voorbi, ook al op het premièrepubliek stuk gelopen. Het is, bij premièrepubliek, slechts een kleine minderheid die de meerderheid terroriseert met smoking, jacquet en lintje in knoopsgat: de ‘officials’ die uit hoofde van hun kwaliteit nooit uit de plooi mogen raken, en die slechts voor een klein percentage gekomen zijn voor het uit te voeren werk, en voor een groter percentage omdat cultureel overwerk bij de hoge post is inbegrepen. Zouden zij een dof zwijgende of beleefd blijvende enclave vormen temidden van het publiek (‘een natuurreservaat voor conformisten’) dan zou dat nog niet zo erg zijn, maar de pest is dat de rest van het publiek zich conformeert aan die kleine groep, waarschijnlijk onbewust, maar toch pijnlijk duidelijk.
De tweede voorstelling van Labyrint op zaterdag droeg een geheel ander karakter dan de eerste: het publiek reageerde veel levendiger, er werd soms boe-geroepen, af en toe werden ‘geestige’ reacties de zaal ingeschreeuwd (‘het is je moeder niet, het is Ank van der Moer’), kortom de sfeer van een kunsthappening waarbij het publiek ‘meespeelt’ werd op die tweede dag wel bereikt, terwijl het premièrepubliek weigerde uit zijn schulp te kruipen.
Ook kan men zich afvragen of de critici wel juist gekozen waren voor een ‘totale opera’. De ene krant (De Telegraaf) had zijn toneelcriticus gestuurd, de andere krant (de Volkskrant) zijn muziekcriticus, het Algemeen Handelsblad had het karakter van een Gesamtkunstwerk nog het meest benaderd door zowel de toneelcriticus (Stroman) als de muziekcriticus (Reichenfeld) en de balletcriticus (Boswinkel) er op af te sturen, terwijl ook Het Parool met toneelcriticus Hans van den Bergh en muziekcriticus Lex van Delden zijn best bleek te hebben gedaan. Maar het is in principe toch onjuist een Gesamtkunstwerk, dat weliswaar ontstaan is door samenwerking van een stuk of zes kunstenaars, terwille van de beoordeling weer uiteen te schroeven in een onderdeel muziek, een onderdeel toneel, een onderdeel film en een onderdeel ballet. Ook de criticus zou een Gesamtkunstwerk moeten zijn, bijvoorbeeld een televisiecriticus.
Het lijkt me wel kenmerkend dat een televisiemoloch als Erik de Vries tevoren al kaartjes had besteld voor zowel de première op donderdag als de tweede voorstelling op zaterdag, en na de eerste voorstelling al zei: ‘Ik heb me geen seconde verveeld, en hoop het me zaterdag nog minder te doen’. Die hoop is in vervulling gegaan, ook dankzij het feit (Peter Schat bevestigde dit) dat de machinerie zaterdag beter ‘pakte’, alles ‘zat’ beter, zowel muzikaal als visueel. Kwam het doordat het publiek meer inspireerde, of werd omgekeerd het publiek geïnspireerd door de hogere kwaliteit van Labyrint?
Een feit is dat het publiek meeleefde: herhaaldelijk klonken er open doekjes, als er ergens weer iets gebeurde (bijvoorbeeld toen de opgezette dieren-expositie op het balkon werd opengesneden en de platen karton die in het publiek werden gegooid over de hoofden heen heel Carré werden doorgege-