| |
| |
| |
Het onaangename jongetje Jozef (VI)
Jos Ruting
Makerê Hatsjepsoet
Op aanwijzing van de heer Senmoet, bouwheer, geleerde en eerste minister van de koningin Makerê Hatsjepsoet, begaf ik mij naar het Metropolitan Museum te New York, afdeling Egypte, in de hoop het onaangename maar toch belangrijke jongetje Jozef alsnog te vinden. Ik vond een beeld van de koningin Makerê Hatsjepsoet en zag dat men dit tegen wilde dieren beschermd had. Goed geschoren hyena's en grizzlyberen slopen langs de vitrines en door de ruïne van een tempel. De lucht was bevolkt met rijksgoden, onmachtigen die niet een van 's werelds grote doden konden verhoren en behouden. Ze beraadslaagden zoals ze al eeuwen doen, ze bleven besluiteloos. Wat moet ik met hun fluistering, hun hoge deernis? Pracht en praal verdwenen in het niet van een kleine welvaart. Waar is het kinderspeelgoed van Makerê? Is dit bij de doden die versleept en verstopt werden om diefstal en verontrusting te voorkomen? Werd haar speelgoed naar buiten gedragen? Waren haar rechten verjaard? Bij catalogusnummer zoveel, een bordje met deze tekst: Zitbeeld van de koningin Hatsjepsoet. Beschilderde kalksteen omstreeks 1480 v. Chr. 18de dynastie. Tempel van Der êl Bahari.
‘Een heidenkoningin, iemand van vroeger. Die leefde er op los, geloof dat. Die durfde wel voor de geboorte van Christus, dat kan je aan die brutale smoel zien. Dat zit nu in de hel. En toch al iets van kleding. De wilden hebben een soort beschaving op hun manier. Een ansicht kopen voor Bill, de nieuwste pin-up, de tante van King Tut. En moet je zien onder die doek, haar hoofd is kaal. Ze had zeker neten of roos. Scratch your head and look under your nails. De schilferziekte maar geen psychiater. Misschien is het wel een afgodsbeeldje; want dat deden ze vroeger, ze maakten afgodsbeelden. En toch schat ik dit poppetje op duizend dollar.’
De bel ging, de zandstorm stak op, hij verduisterde vitrines en neonlampen, de portiersloge, de glazenkastjes met prentbriefkaarten. De heuvels liepen al in de ledige woestijn. Ismaël, het geslagen kind, zag als een gevleugeld godsbeeld op de gelovigen die voorbij gingen in de Borgerstraat.
Museumbezoekers met glimmende schoenen van zelfvertrouwen, liepen, kauwgom kauwend naar de uitgang. Emotionele hardgekookte gordeldieren verloren hun speldjes: I like Elvis, I hate Elvis, I like Beethoven. Ze waren op doorvlucht voor een ophanden noodweer. De storm ging door de geurende bomen, de groene tuinen van de terrassentempel, door het hoge riet van de Nijl. Een ster van de eerste grootte beschreef kringen alsof hij zich bezon op de richting die hij zou nemen. Een witte vogel zweefde langs de grond en zijn neerstrijken was het langzaam omzichtig komen van een arend op zijn nest met kleine jongen. Zijn licht scheen in de duisternis. Bankgebouwen, torens met duizenden vensters, verouderd, onzeker geworden, wankelden en verstoven als rook langs de zwarte driehoeken van Egypte. In de vleugels van de Horusvalk, een meisje, een amberkleurig meisje met grote geverfde ogen. Het droeg geen amuletten en geen halskraag, het kende de schroom niet die van mensen is, het lachte baldadig. Makerê zei: ‘Wat ben je koud. Wat doe je ook in het Heerlijk Oord waar een kou heerst die zelfs de steen niet verdraagt’. Het meisje keek uit de diep violette ogen van Makerê, onstuimig en overmoedig.
Een man met een spijkerbroek droeg een emmer, een bezem en een doos was om de vloer te wrijven. Hij was een schim, hij kwam uit het noodweer te voorschijn en hij strompelde door de woestijn, mompelend over water. Makerê zei: ‘Ik stel vast dat je autoriteit bent. Autoriteiten zoeken Jozef, eenvoudigen zoeken God en ze vinden Hem niet, hun ogen kunnen het licht niet verdragen. Ze zijn bevreesd voor de engel. Hij zegt: “Vrees niet”. Hij heeft het zelfs tegen Mij gezegd, macht der gewoonte, kinderlijk ook. Jozef is weg, verkocht voor de industrie. De geitenhoeders van de industrie hebben Jozef gekocht. Die mogen jongens ontkleden en bekijken en doen naar de wijze der midianieten, die mogen kinderen neerlaten in de olieput van hun welvaart. Kinderen sterven in de afgrond bij de gifslangen van een fabriek, ze worden gestoken door de schorpioenen van toelaatbare verontreiniging. Hier een man die gele tegels dweilt, aan de muur de zwarte driehoeken van de nacht, daar een koning die valt voor een lichtkring, horden met honden op de kin- | |
| |
derjacht en dit orkest van straaljagers, fabrieksfluiten en sirenes, een grote galaavond en zie de minister’.
‘Hoe gaat het en ken je die? Gluf sluit een fabriek in de Europoort, 19-2-66. 92 dagen 300 0/1000 SO2, de gevaarlijke concentratie, 12 dagen 500, de dodelijke concentratie, 1 dag 1500, dus massasterfte aan onbekende ziekteverschijnselen. Ze staan in de poort en ze zeggen:
‘Piet is dood’.
‘Ik wist niet eens dat hij ziek was.’
‘Hij was niet ziek, hij kreeg de gluf en meteen weg hè.’
En ze zeggen: ‘Jan is dood.’ ‘Gevallen? Aangereden?’ ‘Nee, de gluf, de zwaveldood. Hij ging een brief posten en hij bleef gewoon ademen toen hij buiten liep. Nou dat kan niet hè, dat weet een kind. Ademhalen is niet verboden maar het is wel strafbaar.’
En ze zeggen: ‘Marie is dood.’ ‘Die jonge vrouw van boven?’ ‘Ja, ze kreeg de gluf. Ze had een raam open gezet om te luchten, ja wie doet zoiets. Ze spuugde haar longen in de dakgoot. Laat zes bijslagkinderen met brilletjes en chronische bronchitis achter op haar welvaartzolder.’
Een geestelijke zegt vermanend: ‘Spreek toch geen verwensingen tot elkander. Zeg niet lichtvaardig: Krijg de gluf’.
De krant zegt: ‘Het sluiten van Gluf pleit voor de directie. Een verheugend verschijnsel’.
Het is een verschijnsel. Als de ministers van volksgezondheid en de commissarissen van de koninginnen en alle stadhouders en stedendwingers samen niet in staat zijn om kinderen in bescherming te nemen zie, dan klopt het oliehart sneller dan gewoonlijk. Die op de oliebol vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd. De sector Diensten heeft het leger tot zijn beschikking om de mogelijkheid tot het verlenen van diensten te garanderen. Een arts zegt: ‘Chronische zieken houden te veel bedden bezet. Nederland heeft ruim een kwart miljoen zieken’. 23-2-66.
| |
De inleiding van een reclameboekje in 1932
Op het IJpolderland, nog voorbij de Hembrug, ter plaatse waar zwerflustige Amsterdammertjes zich op hete zomerdagen nog weleens van de jongenskiel ontdeden om clandestien in het Noordzeekanaal te gaan zwemmen, werden anno 1931 tweehonderdduizend kubieke meters duinzand gespreid.
‘Toen al waterverontreiniging, excellentie. Amsterdamse kinderen bevlekten het Noordzeekanaal en zelfs zonder jongenskiel op hete zomerdagen als alles bederflijk is. Ik moet wel aannemen dat dit zandspreiden een menigte van zonden kon bedekken. Een pagina verder zegt het boekje (inzake zandspreiding): ‘Zoals u begrijpen zult niet ten gerieve van kleine spijbelaars, voor wie Zandvoort te ver was, maar omdat dit drassig plekje grond was uitverkoren voor de vestiging van de N.V. Nederlandse Ford Automobiel Fabriek.
Toen al, excellentie, was het Amsterdamse kind verdacht, wierp het zijn naakt in het Noordzeekanaal, was het tevens overtreder van de leerplichtwet volgens dewelke het moet opgesloten zijn om gevormd te worden voor de fabriek. En verder zegt het boekje (inzake zandspreiding): Hieruit bleek dat de oprichters van dit nieuwe bedrijf ver in de toekomst wisten te kijken. Het getuigde ook van de vooruitziende blik der vroede vaderen van 's lands hoofdstad, die langs ditzelfde kikkerland een grote haven hadden doen graven... 8 oktober 1931 ging de eerste betonnen heipaal de grond in, vóór eind september 1932 werd de Nederlandse Fordfabriek in gebruik genomen. Echt Amerikaans??? (pagina 10) De lopende band domineerde... (tot zover het boekje).
Welk een zegen dat die kikkers onder het zand zaten, dat het Noordzeekanaal gezuiverd werd van Amsterdammertjes. Zeg desnoods: Nog niet volkomen in die lang vervlogen tijd, maar alle begin is moeilijk, men was op de goede weg. Een kikkerland is weerzinwekkend. Kikkers en kinderen, met of zonder kiel, ze moeten eronder. Ik hoop op de vestiging van Mobil Oil, het water- en luchtzuiveringsbedrijf van de petrochemische industrie. Dit bedrijf zal de laatste kikker en het laatste Amsterdamse kind eronder krijgen om het Noordzeekanaal te redden, eventueel met behulp van de Zaan. Men kan het peil van ons bedreigd kanaal verlagen en dan vloeit de Zaan binnen en die brengt evenals Amerika, altijd en overal, het goede der aarde.
Auto's zijn zeldzaam. Ze halen zestig kilometer per uur, in de paasvakantie, vroeg in de morgen in de lichte schaduw van de iepen aan de gracht. Een jongen zegt: ‘Weet jij dat op “luilak” de snoeken altijd flauw zijn?’ Ik lach hem uit en het helpt niet als hij zegt: ‘Het is zo. Ik weet het van mijn vader’. Langzaam lopen langs het water, langzamer nog, bij de brug is de schoeiing hoog. Op het water drijft olie van de boten die naar de sluis gaan. Het water moet anders zijn, nu, ik wil het. Ik loop aan de Lage Zij, de gracht is de Oude Rijn bij Zwammerdam. Grote
| |
| |
| |
Chr.J. van Geel
Begrafenissen trekken aan de horizon,
Zand groeit, wij slapen onder de minderende struiken
voorns gaan langs de bladstelen van waterlelies. Op het eiland achter de dijk zijn de bosjes, de elzebosjes met de ganzenhokken, de witte veertjes van de ganzen. De witte veertjes liggen op de grond, ze zijn gewoon maar het geheim zit boven in de bladeren. De elzehaantjes zijn glimmend blauw en te klein om ze in een doosje te doen. En larven hebben te weinig poten, ze zijn niet echt, ze worden wespen en kevers. Ik kan ze wel doodmaken omdat ze te weinig poten hebben, omdat ze geen rupsen zijn maar larven.
De rivierbaars staat boven zijn schaduw op het zand en hij staat schuin om naar boven te kijken. Makerê Hatsjepsoet zegt: ‘Dit zijn de dromen van Jozef, de plagen die in vervulling gaan, de Rijn zal in bloed veranderd worden’.
Vissterfte, waterverontreiniging door zandwinning en industrie. Een rapport 5-5-61. Bijsmaak aan Rotterdams drinkwater. Oorzaak: lage stand Rijn (niet de industrie) 10-10-62. Chloorsmaak aan drinkwater te Amsterdam. Oorzaak: koude (niet de industrie) 5-1-63. Rotterdam tapt zilt water uit de kraan. Zoutgehalte tot het tienvoudige gestegen. Oorzaak: ijs (niet de industrie) 13-1-63.
Amsterdam. Vorst werkt nadelig op smaak water (niet de industrie) 23-1-63.
Rotterdam. Water op doktersattest. Voor dieetpatienten 22 uitdeelposten, 24-1-63.
Den Haag. Minister Korthals: ‘Watermisère door samenloop van omstandigheden’. (gelukkig dus niet door de industrie) 29-1-63.
Vervuilde Twentse beken in de toekomst weer helder, 30-12-63. (door wat? door wie?)
Delft. Zoetwater op bon voor baby's en zieken, als het zoutgehalte door droogte te hoog is. (Merkwaardig toch dit droge water. Het zoutgehalte van zoetwater kan niet hoger worden door het binnendringen van zeewater door het graven van diepe havens voor grote olieschepen voor de industrie.)
Waterleiding Noordholland binnenkort via meters. (Mensen met tuinen verspillen water, zijn in hoge mate strafbaar. Planten in tuinen geven zuurstof en die is schadelijk voor onze gezondheid. Bloemetjes begieten is tijd verbeuzelen. Volwaardige arbeidskrachten voelen zich thuis op de boortoren, op de ja-knikker, niet in een tuintje.)
Boringen op IJsselmeer schaden drinkwater, 20-4-64.
Delfts water met wurmpjes, 12-5-64.
Plan vervuiling IJsselmeer te bestrijden. (Een hele schrik maar het komt wel goed want:) De gedeputeerde staten van Noordholland wijzen er overigens op dat volgens hen de kwaliteit van het water in het IJsselmeer beter is dan die van het water uit de Rijn en de Lek, 14-5-64. (Ik wijs de gedeputeerde staten van Noordholland erop dat het water uit de Rijn en de Lek beter en zelfs vloeibaarder is dan de faecaliënstroom in de rioleringsbuizen van grote steden.)
Delft. Meermalen per dag komt in bovenhuizen geen water uit de kraan of een zeer dun straaltje. Dit water bevat chloor en wormen. Het waterleidingbedrijf heeft geadviseerd om zuinig te zijn met water, 16-5-64.
Krioelend drinkwater. (Foto van wurmpjes.) Tubifex? De inspectie voor de volksgezondheid zegt dat ze ongevaarlijk zijn. Artsen ontraden echter het gebruik van het water, 16-5-64. (Watervlooien en tubifex, voer voor aquariumvissen voordelig uit de kraan. Moeten aquariumwinkels sluiten? Geen sprake van. Niemand is in staat om deze tubifex te ontsmetten. Het drinkwater waarin deze dieren leven is dodelijk voor kanaries en vissen.)
Ook wormen in water in en om Rotterdam. Water gedistribueerd in Rotterdam, Vlaardingen, Rockanje en Oostvoorne, 22-5-64. (Oostvoorne-een-lustoord-voor-de-vakantieganger, een-paradijs-voor-de-natuur-liefhebber - folder VVV na 1952.)
Altijd wormen op een bepaalde tijd, onesthetisch maar ongevaarlijk volgens een ingenieur. (Medische bevoegdheid? Wat is een bepaalde tijd? Wie bepaalde? Niet de industrie.) Nooit geheel zeker of water in hoofdstad volkomen vrij is van kreeftachtige dieren. Water niet altijd schoon. In 1948 dook plotseling Asellus aquaticus op. (Al zo lang geleden en vroeger geen klachten, waarom dan nu?) Bekend Nederlands waterdeskundige: ‘Het is met ons drinkwater een treurige zaak’.
Leids parasitoloog onderzoekt of borstel- | |
| |
wormen in Rotterdams drinkwater schadelijk zijn. (Waarom? Ze mogen niet schadelijk zijn. ‘Zelfs zonder onderzoek’, zegt een geleerde, ‘zijn wij weldra van al die waterdieren verlost, het water zal zo giftig worden dat ook de allersterkste dieren daarin sterven’.)
Delft. Alleen gelijkvloers nog een beetje water met wormen, 23-5-64.
Stank aan de kust. Massale sterfte van plankton, mosselen en andere schelpdieren. Niet door boren, niet door industrie, door een toevallige samenloop van omstandigheden. Wachten op koelere wind uit het westen, 25-5-64. (Dak lek. Huiseigenaar: ‘De Bilt verwacht geen regen’).
Vragen over sterfte mosselen en vissen. Iemand vraagt aan een minister of olie- en aardgasboringen en explosies in zee de oorzaak zijn, 3-6-64. Minister: ‘Het olieboren gaat volgens de regels’. (Dat weten wij toch, de mossels en de vissen en de kikkers en de kinderen gaan volgens de regels.)
Amsterdam. Wormpje in water. Volgens de gemeente is het tubifex, 12-6-64 (aardigheid in determineren).
Wormen uit kraan te Crailo. Amsterdam levert kampwater, 1-7-64. Advies van Waterleiding: Soda in afvoerleiding doen (maar wie drinkt het water uit die afvoerleiding?). Veel jonge zeehonden in nood, 9-7-64. (Niet gas en olieboren, niet explosies, niet het cyclotron te Petten, maar de onbekende man met de onbekend gebleven kar op een onduidelijke plek op het strand ergens aan de zee die een onbekende gifstof in de zee gooide is de niet geïdentificeerde vermoedelijke dader. Zouden wij van politie en justitie eisen dat men de verschrikkelijke sneeuwman kent? De sneeuwman kan alles, hij verwekt huidziekte, blaasjesziekte en bibberziekte. Voor die laatste ziekte mogen volwassenen kinderen slaan bij wijze van therapie.
Ik hoop dat de minister van voedselvoorziening de boortorens en Dodewaardfabrieken in bescherming kan nemen. De schol houdt van olie, schollen worden in olie gebakken. Schollen kijken niet op-of-om bij radioactieve besmetting en gas spuwen ze uit. Alle platvissen liggen vastberaden achter amerikaanse en duitse belangen.
Een hoogleraar zegt bij zijn afscheid onder meer: ‘... om de zuiverheid van het water te waarborgen...’. Negen juli negentien vier en zestig.
Speelvijver in Haags park verontreinigd en gesloten, 19-8-64.
Haarlemmermeer wordt zouter, 27-8-64.
Wetsontwerp ingediend. Daarin wordt het lozen van schadelijke stoffen in rivieren, kanalen, meren en beken afhankelijk gesteld van een vergunning van de provinciale staten, 12-11-64. (Om elke verdenking uit de weg te ruimen verklaar ik hier met nadruk dat de Amsterdammertjes van 1932 geen verontreinigingsvergunning van de provinciale staten onder de jongenskiel hadden.)
Lekwater door karpers lekker, 2-3-65. (800 karpers hebben het Haagse drinkwater goed gemaakt. Wat geen amerikaanse wateren luchtzuiveraars konden verzinnen werd door vissen in alle eenvoud volbracht. God weet wat ze van de heilige Franciscus leerden. Jammer dat een deskundige zegt: ‘Karpers graven, waardoor het wortelen van plantjes (waterplanten) wordt tegengegaan’. En dat zijn dan die planten die het water reinigen en helder maken. Het is met het biologie-onderwijs een treurige zaak. Laat de ouderwetse biologie er buiten jongens, houdt de sneeuwman in het oog.)
| |
Leeslesje in de Borgerstraat
Het rijmpje heet: ‘Heel voornaam en half voornaam’, en het heeft dit slot: ‘Heel voornaam groet altoos hoffelijk, niet bang dat koud water brandt’.
De kinderen begrepen dat gewoon water niet kan branden, dat koud water helemaal niet kan branden. Zelfs de domste jongen begreep dat je een sloot niet in brand kunt steken.
| |
Brandend water
Een nationale ramp voorkomen. Vuur tijdig ontdekt en snel bedwongen. 20 miljard liter amerikaanse olie en 10 miljard liter duitse olie liepen ernstig gevaar toen een slootje aan de openbare weg te Jutphaas in brand geraakte. Waarschijnlijk hadden kinderen met vuur gespeeld (krantenknipsel).
Zou de wetenschappelijke instelling van kinderen zo groot zijn dat ze proefondervindelijk willen vaststellen wat ze weten, namelijk dat water niet kan branden? Het is bijaldien uitgesloten dat iemand een sigaret aanstak en zijn lucifer in de sloot gooide om brandgevaar te voorkomen, dat die lucifer in een oliestroom viel dewelke vlam vatte. Dat hier en daar wat radioactieve stoffen op straat liggen zal niemand verbazen maar dat olierivieren langs de openbare weg stromen is nog niet algemeen bekend. Daarom dacht ik toch aan die lucifer, een gedachte die ik snel laat varen want stel u voor dat men in elke sigarettenroker de vermoedelijke aansteker van nationale rampen zou gaan zien. Ik houd het ook op kinderen, hoewel de daders niet gevonden werden.
| |
| |
| |
Leesles voor de lagere school
Nadat men het brandende water geblust had, werden de negenjarige J.J. en zijn beide zusjes van respectievelijk zes en zeven jaar aangehouden toen kwam vast te staan dat de kinderen zich met een schepnetje bij de oliesloot hadden opgehouden. Hoewel geen lucifers op de kinderen gevonden werden ziet men in de negenjarige J.J. de vermoedelijke dader, te meer omdat hij zich hevig verzette tegen zijn arrestatie en eerst door 15 rechercheurs met honden kon worden overmeesterd. De jongen verklaarde dat hij stekeltjes wilde vangen en er niet in geslaagd was een visje in zijn net te krijgen. Uiteraard liet de politie zich door deze twijfelachtige mededeling niet om de tuin leiden. In een jampotje had de jongen geen water maar olie.
Toen de zaak diende vroeg de verdediger waar de jongen het water gevonden had. Een vraag die met verontwaardiging van de hand gewezen werd. De officier zei scherp: ‘De tijd is voorbij waarin kleine spijbelaars zich van de jongenskiel ontdeden, het water van de democratie misbruikten. In zijn glas had verdachte wel degelijk olie, zeer brandbare stof, zijn bedoelingen waren duidelijk. Verdachte is oud en wijs genoeg om te weten dat hij geen visjes in olie kan vangen. Verdachte heeft na drie maanden cel op het politiebureau, na tien uur ondervraging alles toegegeven: exhibitionisme, masturbatie, incest en pyromanie. Verdachte houdt zich alsof hij deze woorden niet begrijpt maar hij is volkomen toerekeningsvatbaar. In zijn schuldbesef vraagt hij zelfs om opsluiting in een donker hok om te slapen’.
Van dit leeslesje kunnen de kinderen een toneelstukje maken en dat opvoeren. Provoleerkrachten en provo-schoolhoofden vragen de medewerking van provo-inspecteurs.
Schoolactie tegen waterverspilling, 19-5-65. Bloemendaal. Kleurplaat wijst jeugd op waterverspilling. 100.000 leerlingen van de eerste klassen der lagere scholen kregen een plaat en een speldje en suikerzakjes. Bedrijven hebben zich bij de actie aangesloten. (Het staat wel vast dat petrochemische industrieën geen lucifers hebben gegeven en dat de vereniging voor sexuele herbewapening geen voorbehoedmiddelen verstrekte. Al met al denken de kinderen nu toch dat zij het hebben gedaan met dat water. Aardig was ook deze reclametekst: 1.000.000 kinderen en 2.000.000 vaders en moeders samen kunnen in 365 dagen niet wat 1 fabriek op 1 dag kan. Een rekenlesje denk ik.)
Binnenkort Haags water voor Delft, 7-8-65. (Vroeger was het ‘die windhappers’, nu is het ‘die duinwaterdrinkers’ en ‘Lekwater lekker man’.)
Op visite in Vlaardingen: ‘Wil je ook opletten of je de waterman hoort? Als ik de vuilnisbak te laat buiten zet is er nog niets gebeurd, maar als ik de waterman niet hoor kan ik vandaag geen eten koken. Ja, onze dokter uit Hoogvliet is gevlucht. Het volk vlucht naar het oosten. Hier staan veel huizen leeg. In de diergaarde Blijdorp kregen geleerden die op bezoek waren een kopje koffie aangeboden. De koffie was gezet met echt water dat men daar heeft voor de dieren. Het gewone drinkwater is dodelijk voor dieren. Ze zeggen dat het komt door dollardrift, door iets van de oliemensen’.
Zoutgehalte van de Rijn 35 mgr per L, 1880 tot 1935.
Zoutgehalte van de Rijn 135-250 mgr per L, 1945 tot 1960.
Zoutgehalte van de Rijn 1375 mgr per L, 1955 tot 1964.
Steden deels afhankelijk van Rijnlands boezemwateren. Verzilting vormt ook bedreiging voor de drinkwatervoorziening.
| |
| |
De mens kan niet straffeloos blijven industrialiseren, 24-3-65.
Henric Stevin, 1667: ‘Verziltingsgevaar door ondergronds binnendringend zeewater’.
J.M. den Uyl: ‘Overheid moet kunnen delen in oliewinning’, 25-5-65.
Ministerie en Rijkswaterstaat delen mee af te zien van zoutwerende maatregelen, 24-3-65.
Verbreding van het Noordzeekanaal: nieuwe aanval op zoetwater, 24-3-65 (Het zoete water wordt aangevallen.)
De Rijn; riool van Europa, 25-5-65.
Hoge autoriteit volksgezondheid: ‘Vervuiling tegengaan. Veel fabrieken nodig voor geneesmiddelen voor de mensen die ziek werden door de fabrieken’.
Andere autoriteit: ‘Schoorsteen moet roken, mens niet’.
Jisp; ongerepte natuur rondom 17de-eeuws raadhuisje. Natuurreservaat, vogels en weiden in gevaar, omsingeld door industrie, 29-5-65.
Leerstoel waterzuivering, 27-8-65.
Ir. H.J.M. Scheltinga: Verontreinigd water wordt meestal niet gezuiverd. Berekening: In een gesaneerde situatie zullen de zuiveringslasten per jaar f 6 per inwoner bedragen, 8-10-65. (Het komt mij onbillijk voor dat een olieminister evenveel zou moeten betalen als een kleine spijbelaar die zich van de jongenskiel ontdoet, te meer daar geen minister door clandestien zwemmen het water van de democratie verontreinigde.)
Water in Zaanstreek zwart, dik als afgewerkte motorolie, mens hoofdpijn, koper zwart, verf bladdert af, baby's gaan door zwavelwaterstof in de lucht overgeven, blijven achter in ontwikkeling, hebben verminderde weerstand, lichtgevoeligheid van het oog neemt af. H2S tienmaal zo hoog als wat duitse ingenieurs verantwoord achten. Stank leidt bijna tot werkstaking. Een arts in het comité ‘leefbaarheid’ (wie heeft toch het idiote woord leefbaar verzonnen?) voorkomt werkstaking. Een geleerde krijgt springstofladingen aangeboden om de eerste fabriek buiten werking te stellen.
Rapport CBS: Hartziekten eisen meer slachtoffers, 21-9-65.
Industriëlen zeggen: ‘Bij ergste vergiftiging van lucht en water mogen de arbeiders vakantiedagen, zgn. snipperdagen nemen’. (Een ideale vorm van vakantiespreiding, een aangepaste vorm. In de zomer minder arbeiders met volksauto's bij de weg om 14 dagen Dolomieten te doen, bij zware gifexplosies meer arbeiders een dag het bed houden in het luchtdicht gefabriceerde huisje bij de fabriek.
| |
De oorzaak van watervergiftiging
Bij Zandvoort gaat een vierjarig meisje met een groen badpakje in zee. Het groen lost op, doodt miljoenen vissen. Nederland geeft graag een Rembrandt voor een mixer, maar het moet kleuterpakjes op kleurechtheid controleren om elke blaam op olie, gas en dodewaardfabrieken uit te wissen. De bezetter kan dit eisen.
| |
Kinderoffers voor statussymbool
Gemeenteraadslid van een kleine plaats in Noordholland in de maand juli: ‘En meester, komen er nog zwemwedstrijden?’ Onderwijzer: ‘Nee, geen officiële, maar het gewone zwemmen gaat natuurlijk door’. Zoontje van onderwijzer na enige dagen vol zweren. Arts vecht wat hij kan, de ellende duurt voort. De arts heeft meer patiënten met zweren, voornamelijk kinderen. De arts ontdekt dat de kinderen zwemmen in het gemeentezwembad. De arts verbiedt het zwemmen en hij maakt de kinderen beter.
Onderwijzer vraagt aan gemeenteraadslid in de maand september: ‘Is er iets met het water van het zwembad?’ Gemeenteraadslid: ‘Dat water is vergif en daarom kunnen wij geen officiële zwemwedstrijden organiseren. Zoiets zou immers onverantwoordelijk zijn. Maar wij kunnen het zwembad niet sluiten. Onze gemeente hoort toch een zwembad te hebben. Trouwens die zwemmeester loopt ook op een slof en een schoen, die moet toch ook wat verdienen’.
Burgemeester Beverwijk: ‘Normaal dat Beverwijk zijn grond aan Hoogovens verkoopt. Uitbreiding fabrieken, industriewegen en een toeristische spoorverbinding met Wijk aan Zee. Van luchtverontreiniging zal geen sprake zijn. Wij hebben aan de kust nog 1200 meter strand en de toeristen kruipen toch allemaal op een hoop’. 13-11-65. (Recreatiegebied per meter, per meter minder.)
Mobil Oil bestrijdt verontreiniging van water en lucht, 31-3-65. De reinigingshoofdzetel is in New York. Alle vraagstukken op het gebied van water- en luchtverontreiniging zullen in New York worden behandeld. (Dat is goed nieuws voor mij. Toelaatbare water- en luchtverontreiniging is een dusdanige verontreiniging waarin gastarbeiders van dertig jaar nog niet arbeidsongeschikt zijn door vergiftiging, plotselinge algehele uitputting en ouderdomsziekten, maar nog enkele jaren in staat zijn om het algemeen belang te dienen.)
| |
Rekensom voor de lagere school
10 fabrieken |
10% water- en luchtverontreiniging |
| |
| |
20 fabrieken |
12% water- en luchtverontreiniging (een wonder van techniek!) |
100 fabrieken |
28% water- en luchtverontreiniging (een wonder van techniek!) |
1000 fabrieken |
(maar dit kan je niet meer uitrekenen want bij het vorige sommetje was je al lang dood) |
Ministers Den Uyl en Vondeling: rijksgeld pijpleiding nodig. Taak regering om voorkeur Mobil Oil voor Amsterdam en Nederland te behouden.
Men mag de door Mobil Oil te veroorzaken luchtverontreiniging niet eenvoudig optellen bij de bestaande concentratie van verontreiniging, 19-2-66. (Die economen zijn kennelijk longspecialisten en ik geloof ze in alle eenvoud als ze op het fabrieksterrein gaan wonen. Ze krijgen een groter prefabricated huisje dan de turken, grieken, japanners, spanjaarden, negers en italianen die ook op het fabrieksterrein moeten wonen. Ze krijgen veel huisknechten maar de witte was moeten de ministersvrouwen zelf doen en op het bleekveldje naast de bloementuin te drogen leggen. Laat ir Philips blij zijn met zijn grote villa en watersportcentrum in zijn particuliere natuurreservaat, het recreatiegebied dat hij persoonlijk in bescherming nam, de werkelijke vrienden van ons volk met zijn half miljoen zieken verdienen de paradijstuin die de amerikaanse oliekoningen voor ons ontsluiten.
|
|