Hollands Maandblad. Jaargang 7 (214-225)
(1965-1966)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
De krotten van morgen
| |
[pagina 10]
| |
wen en vooral ook alle aandacht schenken aan de woonomgeving. Kinderen moeten vrij kunnen spelen, ieder moet van zon en groen kunnen profiteren (dakterrassen), en ieder moet ruimte en mogelijkheid hebben voor individuele ontplooiing. (Het zg. Pampusplan van Van den Broek & Bakema zowel als het Bijlmermeerplan van de gemeente Amsterdam geeft - ondanks de tegengestelde visies op stedebouw - een idee hoe de woonomgeving bij het wonen hoort.)
Goed bouwen kost ongelofelijk veel, hierbij moet geput worden uit de algemene middelen - het is dan ook een algemeen belang. Er moet verder compact gebouwd worden, dat is nog duurder - maar onze grond is schaars en op de weinige grond die we nog hebben moeten we zuinig zijn. Die grond wordt nodiger en kostbaarder naarmate we talrijker worden en we door poly-professionalisme, vrijetijdsbesteding en andere werkverdeling de natuur meer nodig zullen hebben. Dit compact bouwen met garanties voor goed verkeer, parkjes, terrassen voor ieder gezin, leefbare woningen en optimale voorzieningen eist een landelijke organisatie en toezicht.
Nu komt het vieze woord weer. In Nederland staan ondanks het woningtekort ruim 40000 huizen leeg. Dat is niet zo erg, want dan kan je nog eens verhuizen (doorstromen heet dat). Alleen is het jammer dat de mensen die deze lege huizen zouden kunnen betalen, meestal helemaal niet zo nodig moeten doorstromen. Het zijn over het algemeen de ‘vrije sector’ huizen die leegstaan. De mensen die ze betalen kunnen, willen betere huizen en zoeken verder en de mensen die er graag zouden willen wonen, kunnen ze niet betalen. (Gemiddeld f 300,- p.m. Dit betekent, als je een kwart van je inkomen verwoont - hetgeen de Nederlander over het algemeen nog niet doet - dat je minstens f 1200, - p.m. moet verdienen.) De ‘vrije sector’ is een voorbeeld van geliberaliseerde bouw, en zo zou dan de hele bouw georganiseerd moeten worden? De eigentuintje-filosofie waar de ‘vrije bouwer’ het hart van de bewoner mee hoopt te winnen is al rampzalig voor het aanzien van ons land. (Wij wonen niet in Amerika waar je na 3 uur highroad door huisjetuintje wijken in de vrije ruimte bent.) Maar de ‘vrije bouwer’ komt ermee in moeilijkheden, hij moet ‘aanbod naar vraag leveren’ en het zijn meestal de armeren die huizen dringend nodig hebben, dus gaat hij bouwen ‘voor iedere beurs’. We kennen de bouwproducten van f 300, - p.m. U begrijpt hoe de huizen van f 100, - p.m. er uit zouden zien. Ik spreek maar niet over de stedebouw van dit particuliere initiatief, want de liberaliseerders zouden schrikken van de wijken waar ze met hun wagens door zouden rijden op weg naar hun buitenhuis.
Maar ieder wil iets doen aan de woningnood. Het blijkt dat het dubbele probleem - woningtekort en woonnood - tegelijk kan worden opgelost. Er zijn op het ogenblik enkele uitstekende architecten - ons nationaal inkomen stijgt (hierover sprak prof. Pen voor Teleac inspirerend en hoopgevend) - de grond wordt zo krap, dat de noodzaak van ruimtelijke ordening evident geworden is. Moet dan minister Bogaers met z'n ‘Bogaerswoning’ de geschiedenis in? - Moeten we elkaar dan vieze woorden toeroepen? - Moeten onze kindertjes opgroeien in ‘the slums of tomorrow’? Het is veel economischer hier zo te investeren, dat afbraak - psychische stoornissen - tijdverlies (door pendelen) - dode kindertjes (door verkeersongelukken) - extra politie en zorgen (door provo's?) - twee buitenlandse vacanties (door te weinig zon), grondmisbruik en natuurroof en al deze en dergelijke kwaden en verdrieten worden vermeden. Het stukje van de Europese pannekoek dat Nederland heet heeft hier een unieke kans om te laten zien hoe veel mensen met weinig ruimte woekeren. |
|