Atheens kwartier
N. Scheepmaker
In 1834, toen Athene de hoofdstad werd van het koninkrijk Griekenland, telde de stad driehonderd huizen. Nu schatten de Grieken, niet zonder een lichte overdrijving, toegegeven, het inwonertal met de voorhaven Piraeus mee op een kleine twee miljoen, en dat is te merken ook. Athene is niet alleen een wereldstad, maar heeft daar ook de allure van. Vergelijking met Amsterdam leert dat het verkeer wereldstedelijker is, het nachtleven bruisender en Hilton groter en sjieker. Des te merkwaardiger doet het aan dat oude gebruiken nog altijd opgeld doen in deze stad, en het merkwaardigste daarvan vond ik het afdingen. Misschien heeft u wel eens iets op het Waterlooplein gekocht en daarbij, als experiment, uw walging tegen het afdingen overwonnen en tegen een koopman gezegd dat dat ding u geen tientje waard was terwijl u een onhandige wegloopbeweging maakte in de stellige, uit boeken opgedane overtuiging, dat zo'n man u dan terugroept om vooruit dan maar negen gulden te zeggen, en misschien is het u dan ook overkomen dat die koopman u rustig liet gaan totdat u na een kwartier rondslenteren weer terugkwam om dat ding dan toch maar voor een tientje te kopen - welnu, als u dat wel eens is overkomen, dan heeft u toch nog geen enkel idee van wat afdingen in Athene is.
Ik begin met een eenvoudig voorbeeld. Stel je koopt bij Kiklos, achter het Sindagmaplein, dus in het hartje van de stad, vier langspeelplaten en een stuk of zeven EP-tjes, allemaal met Griekse volksmuziek, wat dus eigentijdse muziek is. Je vertelt dat vervolgens aan a. je (Griekse) zwager en b. je Atheense correspondent van het Algemeen Handelsblad, en op navraag geef je toe geen korting te hebben bedongen. Reken maar dat zowel je zwager als je correspondent zoniet boos dan toch verdrietig is. ‘Heb je mijn naam dan niet genoemd?’ resp. ‘Als je mijn naam had genoemd...’, is het hoofdschuddend gegeven antwoord, want het noemen van een familie- of zakenrelatie is in de wereldstad Athene al voldoende om ook in een uitstekend gesorteerde grammofoonplatenzaak met zulke vastliggende artikelen als grammofoonplaten een korting te bewerkstelligen.
Het wordt daar ook geenszins als oneervol beschouwd als je afdingt, integendeel, wie het niet doet is een beetje een zak, want het is in de prijs inbegrepen. De eenvoudigste vorm waarin dit afdingen gebeurt is volgens die correspondent, Frans van Hasselt, dat men de winkelier of koopman rustig zijn prijs laat noemen en dan vraagt: ‘Maar wat kost het voor mij?’ In dat geval is er kennelijk van geen enkele familierelatie sprake en gooit men het geheel over de boeg van de nieuwe, maar toch waardevolle relatie die sinds enige ogenblikken tussen koper en koopman is ontstaan. Meestal echter koopt de Griek zijn kaas of zijn souvenirs of zijn slaapkamerameublement bij een neef, of op zijn minst bij een firma waar zijn neef ook geregeld zijn inkopen doet. Voor een half pond kaas worden zes winkels voorbijgelopen alvorens bij een neef, tegen een geringe maar toch aanwijsbare korting, de kaas wordt gekocht. Het maakt daarbij weinig verschil of men in povere omstandigheden verkeert of in goede doen is. Een Griek is een Griek.
En het mooie is dat de tegenaprtij het spel volgens alle regels van de kunst meespeelt. We moesten zeventig ansichtkaarten kopen, waaronder veertig van het plaatselijk stadion, want mijn vader heeft een heel geselecteerde vriendenkring (de halve familie zat in Athene omdat mijn zusje trouwde met Sakis, zodoende). We gaan dus naar een soort papeterie, een klein maar druk bevolkt winkeltje (er is een groot overschot aan winkelpersoneel) waar de ansichtkaarten toch al twee drachmen kosten tegenover de veelal drie drachmen bij de kiosken en grotere winkels. Twee drachmen is een kwartje, zoals u zich nog wel van het gymnasium herinnert. Alvorens naar binnen te gaan kijkt Sakis op het naambordje naast de winkel, hij gaat de winkel binnen, groet, pikt de kennelijke eigenaar uit het voltallige personeel en verklaart een naast familielid te zijn van meneer Peloponnesos, de buurman, die hem had aangeraden zijn zeventig ansicht-