De hort op
D. Hillenius
Tycho vroeg me wat het betekende: ‘de hort op gaan’. Ik vertelde hem wat ik dacht, maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik sloeg het Nederlands Etymologisch Woordenboek van Jan de Vries op. Hort is een stoot of duw (vandaar de sexuele implicaties van de hort op gaan), afgeleid van horten. En horten betekent stoten, rukken, duwen, op iemand aanrijden in een gevecht, ‘een term van de toernooien, die omstr. 1200 opkomt’, afkomstig van oudfrans hurter (nieuwfrans heurter, vergelijk to hurt). Dit zou weer af te leiden zijn uit een galloromaanse stam hurtare, d.i. als een ram stoten, dat zelf weer zou stammen uit oudnederfrankisch hurt, dat men dan weer verbindt met oudnoors hrūtr, ‘ram’ (alles vrij onzeker).
Op dat punt gekomen betreur ik dat schrijven een tweedimensionale bezigheid is, want woorden hebben evenals levende wezens een multipele nakomelingschap, terwijl ze in tegenstelling tot woorden ook een multipele afstamming hebben. Aangezien woorden voortbrengselen van onze hersens zijn en hersens zijn opgebouwd uit een ontelbare menigte naar alle kanten vertakkende en met elkaar verbonden cellen, is dat niet meer dan verwacht kon worden. Wie aan ram denkt, een gehoornd dier, dat met andere rammen gevechten houdt die gekenmerkt zijn door op elkaar afrennen en zo hard mogelijk met de hoorns tegen elkaar stoten, eventueel gevolgd door duwen, ziet opeens een plastiek van woorden met hun driedimensionale verbindingen voor zich. Ik kan daarvan in het nu volgende alleen maar tweedimensionale doorsneden geven.
We beginnen bij de aarde, erts, oer, arche etc. In de aarde groeit de wortel die via een oud woord wort geleid heeft tot engels root. Roede is daar niet ver vanaf, een bij rammen machtig orgaan, waarmee gestoten en geduwd wordt (het engelse rut is sexuele impuls). In de andere betekenis is de roede een wapen waarmee de orde gehandhaafd wordt. Hard en orde in die zin zijn bijna synonym. Via het engelse hurt zijn we dan weer bij het horten en stoten dat de ridders tegen elkaar deden met hun lange lansen. Ridder en ruiter komen van rijden, een woord dat in verband met het horten ook al weer sexueel geladen is. Ridders zaten op paarden, ros, hors. Er is geen direct verband aantoonbaar met het woord horde, behalve dat het van oorsprong van een paardenvolk afkomstig is, met de betekenis van leger, legerplaats, eigenlijk dat wat opgeslagen is, zegt De Vries. Wat is het meest kenmerkende van een leger? Orde (ridderorde), hardheid. Wat doemt er in onze hersens op bij de drie woorden leger, legerplaats, dat wat opgeslagen is? Roven, grijpen, het engelse rape, en dat brengt ons via rijkdom naar Rex, de hoogste rover, wiens regels (regering) recht betekenen. Heel mooi samengevat vindt men dat in de raaf (direct verband met roven), wiens latijnse naam Corvus corone is. Een ander verband tussen koning, aristocratie en roven, rijkdom, vindt men geïllustreerd
in het aardige boekje History in English Words van Owen Barfield. De oude Saksische woorden oxen, sheep, calves en swine gelden voor de levende dieren, het vlees ervan, beef, mutton, veal, pork en bacon, zijn afgeleid uit het frans van de normandische veroveraars.
Een van de doorsijpelende freudianismen is dat wanneer iemand ongevraagd herhaaldelijk hetzelfde beweert er iets met die bewering loos is, onwaar of maar in zeer beperkte mate waar. Een kleine groep van mensen (in elk land, over de hele wereld) die zich druk maakt over de ouderdom van hun stamboom, zou daarmee dus te kennen geven dat er iets niet in orde is met die ouderdom. En dat blijkt in alle gevallen waar te zijn: aristocratie is het kleine groepje mensen dat afstamt van veroveraars (ze zijn allemaal trots op hun wapens), invallers, geslaagde rovers van over de grens.
De werkelijk oude stammen maken zich niet druk over iets dat vanzelf spreekt: ‘Wij, Basken, heer graaf, stammen in het geheel niet af’.