En toen begonnen allerlei mensen binnen te lopen, de baas van de club met een afschuwelijke tekening die een meisje van Yusef had gemaakt en waar ze een handtekening onder verlangde; een zware onbehouwen man die in plat Londens over geld kwam praten, 10 gns voor het een of ander was veel te weinig, moest minstens 15 gns zijn; iemand die Yusef zijn complimenten maken kwam: marvellous, beautiful; en een vrolijke journalist die mij op staande voet voor journalist aanzag en vroeg of hij voor mocht gaan - ‘Just a few questions’. Van Bach zou niets meer komen en toen ik Yusef zei dat de tweede set voor mij te laat zou worden grijnsde hij begrijpend: ‘Health comes first’.
Op de gang van de bovenste verdieping van zijn hotel klonk zijn fluit al weer. Etudes. Het was tien voor vier. De Lateefs eten om vier uur, ik weet niet waarom. ‘I'm going to feed you too in a minute’, zei Zaida, ‘I hope you realized that’. Tussen de bedrijven vertelde ze dat iemand op hun verdieping had geroepen of dat lawaai afgelopen kon zijn. ‘And Yusef closed the door and then he phoned the manager’. ‘I asked him first whether it was alright’, zei Yusef. ‘I only play the flute here’.
Onder het eten vertelde hij langzaam van zijn eerste baantjes, eerst bij het orkest van Lucky Millender, daarna twee jaar bij Ernie Fields. Zijn grote ervaringen: spelen bij Gillespie, in 1949; en een jaar voor haar dood begeleidde hij Billy Holiday op zijn fluit gedurende een week. ‘She seemed fine. It was as if I'd known her all my life, she was so warm and human. She didn't make any money, you know, it was others who made money from her’.
Was Mingus een grote invloed? ‘He had an influence, but he wasn't the only one. There were a whole lot of influences. For instance, the first person to mention atonal music to me was a trumpet player in Ernie Field's orchestra. I don't know who it was, I don't even remember his name!’
Hij heeft een sterk gevoel van loyaliteit ten opzichte van zijn medemusici en is niet te verleiden tot critische uitlatingen. Hij deed me in dat opzicht denken aan Eddy MacFadden die eens tegen me zei: ‘They're all good’. Maar bij het noemen van Jimmy Smith zei hij niets meer. Jimmy is commercieel geworden, zei Zaida, hij zou een ‘wider audience’ hebben als hij minder commercieel zou spelen. ‘A better audience’, probeerde ik, omdat het ‘wider’ me een beetje verbaasde. Ja, dat ook, maar in dat ‘wider audience’ heeft Zaida iets wezenlijks gezegd over de verhouding tussen publiek en musicus. Ga Ornette Coleman niet in de concertzaal horen, waarschuwde ze me, het is afschuwelijk. Op de plaat is hij goed, dat komt omdat hij dan speelt wat de mensen mooi vinden. Dat is niet hetzelfde als commercieel, het hoeft niet te betekenen: een goedkoop maken van je eigen muziek. Dat laatste doet Jimmy Smith, hij herhaalt zich voortdurend en vroeger - ‘He would make progress all the time’, zei Yusef nu toch.
En Zaida vertelde van haar enthousiasme voor Jimmy Smith toen hij in opkomst was. Hij speelde in Detroit, in de barre winter. ‘And there was that much snow and a thick layer of ice in the streets - I would crawl over the ice to go and hear him. When Jimmy played it made you feel good, you wanted to jump up and say hi to people!’
Yusef heeft nu een contract met een kleine platenmaatschappij - Impulse - waar hij mag spelen wat hij wil. ‘Yusef didn't give in’, zei Zaida trots, hoewel er druk op hem was uitgeoefend om gemakkelijker muziek te spelen. Van de meeste avant-garde jazz moet ze overigens niet veel hebben en over ik weet niet welke groep zei ze: ‘It's like that new stove we had here last week. It looked beautiful. It was new, it was modern, but it did'nt deliver, it didn't give anything’. Het kwaad was inmiddels verholpen, in tegenstelling tot de in Engelse huizen gebruikelijke om-en-nabij-het-vriespunt temperatuur is het in de kamer smoorheet.
Yusef vertelde dat er een massa weerstand tegen zijn 1984 was ontstaan. Niet in geschreven kritieken, want die had hij nog niet gezien. Maar als de plaat op een radiostation wordt gespeeld belt na afloop iemand op om te zeggen dat hij het afschuwelijk vond, en soms belt iemand omdat hij het het mooiste stuk muziek vindt dat hij ooit gehoord heeft.
Toen Yusef bij de curry en een cocktail van vruchtensappen beweerde dat hij geen favorieten had onder de musici viel Zaida verontwaardigd uit: als iemand drie deuren verder Parker draaien zou - ‘The conversation would break up. No favorites!’ Maar zijn loyaliteit verbiedt hem om openlijk favorieten te hebben.
‘I've done a little thinking and I've done a little reading’, begon hij na het eten, ‘and I've come to the conclusion that the term jazz is too vague to be applied to my type of music. Jazz has such a multiplicity of definitions - They call Rock and Roll jazz. I'm not putting down Rock and Roll. Some Rock and Roll is good... the things you