Hollands kwartier
N. Scheepmaker
De Bezige Bij houdt ieder jaar een nieuwjaarsreceptie met een bijzondere attractie. Dit jaar waren dat er zelfs twee, te weten een ‘ready made’ van K. Schippers (die weliswaar bij Querido uitgeeft, maar toen Querido vorig jaar zijn vermakelijkheidszaaltje opende werd dit verricht door Bezige-Bij-auteur Holsbergen, voor wat hoort wat), en een optreden van Johnny de Selfkicker, waarover straks meer. Zo'n nieuwjaarsreceptie van de B.B. is een soort boekenbal in klein bestek, met aftrek van de boekhandelaren en studentendelegaties (de aftrekbare lasten), en zonder verplichting komisch te dansen, hoewel Eddy Posthuma de Boer wel aanwezig was met zijn camera. Wie er allemaal waren weiger ik te melden, nu en dan zal wel een naam vallen, de volledige lijst is meer iets voor Barbarber, waarbij ik wel eens een onderverdeling in groepen zou willen zien. J.B. Charles, met wie ik een allergenoegelijkst gesprek over het ‘korte gedicht’ had gehad, opende de feestelijkheden met een speechje waarin hij Geert Lubberhuizen lof toezwaaide (‘bravo’, riep deze ad rem, dat maakt hem zo geliefd onder zijn vrienden), waarna Geert zelf een telegram voorlas dat die ochtend bij de B.B. gearriveerd was. Het is altijd verwonderlijk hoe Lubberhuizen op de juiste momenten (bij jubilea, herdenkingen en nieuwjaarsrecepties) de beschikking blijkt te hebben over brieven of telegrammen die maar voorgelezen hoeven te worden om een grote vrolijkheid los te slaan. Hij zal ze zelf wel fabriceren, als zijn bijdrage aan de Nederlandse literatuur. Het telegram maakte overigens een zeer authentieke indruk, kwam inderdaad uit Garderen, en was op 14 januari gedagtekend (dat klopte dus). De tekst ervan luidde: ter attentie van dhr. lubberhuizen - uw afwijzing heeft mij geschokt dat u dit positief opbouwend werkje niet uit
wil geven noopt mij ertoe u te adviseren de naam uwer onderneming te wijzigen in de zoemende strondvlieg - c.h. gart garderen.
Het betrof (legde Lubberhuizenit) een werkje over de sexuele verhoudingen binnen een gezin - ‘wij dachten uit Garderen, en daarom minder geschikt voor het grote publiek’. Een verklaring die iedereen bevredigde. Vervolgens kreeg K. Schippers het woord. Tegen het gedruis van het monkeldemonkeldemonkel-publiek in (een publiek van allemaal mensen die zich dag in dag uit moeten uiten en dus weinig geneigd zijn te luisteren) las hij een tekst op, waarin hij La peau douce van Truffaut de beste film van 1965 noemde, omdat Truffaut bewust het misverstand uit de weg probeert te ruimen dat er zoiets als verveling zou bestaan, net als de Amerikaan Andy Warhol, die een film van achttien uur lengte maakte met alleen een close-up van de Empire State Building (op zichzelf overigens ook weer een concessie, want de Empire State Building is ontzagwekkend groot, een close up van achttien uur van een tuindershuisje in Dedemsvaart zou op mij meer indruk maken, maar enfin). Schippers stelde vervolgens voor te stoppen met de zogenaamde kunstfilm en terug te keren tot de cameravoering van de amateur. ‘Laten we alle zolders en kasten afzoeken naar films door wie-dan-ook over wat-dan-ook gemaakt. (...) Laten we kijken naar de opnamen door de man die alleen trams filmt die het eindpunt naderen. Of naar de shots van een oude man die thee drinkt in een tuin. Bij deze laatste film kan men pas werkelijk van een anonieme amateur spreken, want noch de acteurs, noch de cameraman zijn bekend. Iemand die voor de oorlog een filmpje voor ontwikkeling naar zijn filmhandelaar bracht, kreeg de film met deze oude man terug die hij nog nooit gezien had. Een bijna symbolische vergissing, die de cinematografische anonimiteit van dit meesterwerkje een prettig-natuurlijk en onnadrukkelijk karakter geeft’. Daarna volgde dit filmpje van anderhalve minuut, een
‘ready made’, althans ‘objet trouvé’ van voor de oorlog, gezinnetje in tuin, oude man, aan komen lopende man, amateurfilmpje. Een verdienste van deze bijdrage was dat zij kort duurde, wat niet gezegd kan worden van het optreden van Johnny de Selfkicker, die vervolgens enige gedichten ging voordragen en daartoe op een bank ging staan en de microfoon ter hand nam. Hij begon vervaarlijk, het gilde door de volgepakte ruimte, kreten om aandacht, die hij dan ook kreeg. De gedichten