[Aforismen]
H. Drion
Sommige mensen weten zich onkwetsbaar te maken achter een muur van openhartigheid.
‘Alles begrijpen is alles vergeven’... voor wie er van uitgaat dat men zich zelf alles vergeeft.
Het is binnen de marge van zijn onzekerheden, dat de mens zijn waarden beleeft. Maar in een eeuwige behoefte om het beste van twee werelden te genieten, probeert hij telkens weer van zijn waarden zekerheden te maken.
Wat mijn voorkeur voor Du Perron met die voor Vroman gemeen heeft: allebei zijn zij als schrijvers volwassen genoeg om hun eigen tederheid aan te kunnen. Dat is, zeker in Nederland, betrekkelijk zeldzaam.
Over de schouder van de dood gluurt glimlachend de ontrouw, en we proberen hem niet te zien.
De volwassen mens heeft er recht op dat zijn rotstreken door zijn medemensen als rotstreken worden gezien; dat zijn fouten door de anderen met dezelfde maten worden gemeten als waarmee zij hun eigen fouten meten. Het kleverig-warme begrip van sommige Nederlanders voor de fouten van niet-westerse samenlevingen moet - ook als men er de voluptueuse ondertoon van een christelijk schuldgevoel uit de weg denkt - in zijn hooghartigheid irriterender werken dan de stupiditeiten à la Telegraaf of Elsevier.
De meeste primitieve kunst, uit welke delen van de wereld ook, is als kunst een creatie van de moderne westerse mens: het is westerse kunst.
Er bestaat een wellust van de verontwaardiging die maakt dat de meeste mensen zich niet graag de redenen voor hun verontwaardiging laten ontnemen.
Ideaal van volwassenheid: zó ingespeeld te zijn in het leven, dat je zonder krampachtigheid risico's kunt nemen in je verhouding tot de wereld. Het feit dat vele burgers deze staat menen te bereiken door de risico's te ontlopen, is nog geen reden om de onvolwassenheid tot ideaal te verheffen.
Het vernieuwende element in een kunstwerk is voor zijn kans om als kunstwerk voort te bestaan van weinig betekenis. De meeste namen van avantgardisten blijven dan ook alleen maar voortleven als materiaal voor dissertaties.
In de wetenschappen die van de taal moeten leven vormt litteraire gevoeligheid een voortdurende bedreiging voor wetenschappelijke integriteit. Men moet telkens de moed hebben dingen op een lelijke manier te zeggen.
‘Such thing that is a rose by any other name would smell as sweet’... Ik ben het niet met haar eens. Een roos ruikt misschien wel zoeter als je er een roos in ruikt. Een Vermeer kan mooier zijn als een Vermeer dan als een Van Meegeren. ‘Mooi zijn’ is mooi gevonden worden. En mooi vinden is óók een wilsdaad: mooi willen vinden. Dat is nog iets anders dan snobisme, kàn het tenminste zijn.