lichaamsdelen, vervaardigd uit oor, oog en slurf van een gedode olifant. Hij vermaant het drietal de eerste weken een beetje kalm aan te doen en stuurt ze naar hun vaderland terug. Jaren later is dat stukje Afrika zelfstandig en uiteraard lid van de Verenigde Naties geworden, en uiteraard aldaar vertegenwoordigd door die medicijnman. Op een receptie te New York loopt hij tegen zijn drie vroegere patiënten op. Grote herkenningsscène. En hoe gaat het er nu mee, vraagt hij. Geweldig, zegt de eerste Amerikaan, ik hoor beter dan ik ooit gedaan heb. Ongelooflijk, zegt de tweede, ik zie alles en lees zonder bril. Fantastisch, zegt de derde: geen enkele klacht over die slurf, integendeel! Alleen moet ik op een receptie als deze uitkijken dat ik niet te dicht bij zo'n schoteltje met pinda's kom.
Chateaubriand heeft in 1829 de kat van wijlen paus Leo XII geadopteerd.
Weinigen realiseren zich dat een publicist in Rusland die zou willen schrijven dat hij Moskou een vervelende stad, het weer in Rusland slecht, de natuur in Rusland armelijk en Tsjajkovski een zeer middelmatige componist vond, deze gedachten niet gedrukt zou kunnen krijgen, ja, met het oog op zijn eigen welzijn zulke uitspraken ook niet zal trachten gedrukt te krijgen - het is zelfs beter voor hem zulke gedachten helemaal niet te hebben. Het uiten van een negatief oordeel over Goethe of Rembrandt is in de USSR zo onmogelijk, dat men niet eens meer van een verbod kan spreken. Ook een genuanceerd oordeel over een officieel positief gewaardeerde figuur is onmogelijk. Men kan niet schrijven dat men de verhalen van Tsjechov goed, maar zijn toneelstukken slecht vindt, of omgekeerd. Ik heb eens met een Rus geredetwist, die de verhalen van Toergenjev verre boven de romans prefereerde. Deze man had vrij veel gepubliceerd. Dat hij deze interessante, door mij bestreden mening zou kunnen publiceren kwam tijdens dat gesprek noch bij mij, noch bij hem ook maar een ogenblik op.
Men heeft in de onmogelijkheid tot uiting van bepaalde negatieve oordelen wel een voordeel gezien. ‘Der autoritäre Volksstaat hat seine schaurigen Seiten. Die Wohltat bringt er mit sich, dass Dummheit und Frechheit, endlich einmal, darin das Maul zu halten haben’, schrijft Thomas Mann naar aanleiding van in Westduitsland tegen... Thomas Mann geschreven brutaliteiten, die in Oostduitsland ondenkbaar waren - zolang hij zich althans onthield van openlijke en heftige protesten tegen deportaties, terechtstellingen e.d. Wat Mann in bovengenoemde passus vergeet is dat alleen bepaalde soorten Dummheit und Frechheit das Maul zu halten haben, maar dat andere soorten bepaald zeer luid klinken - voor zover men dan van Frechheit kan spreken bij een aan de ketting liggende hond, die op bevel blaft tegen iemand die hij, ware hij aan zichzelf overgelaten, nimmer zou durven benaderen. Bovendien zijn het niet alleen die paar soorten Dummheit und Frechheit, maar ook vele, ja alle soorten Gescheitheit, die tot maulhalten gedwongen zijn. En wat Goethe en Rembrandt betreft: sans la liberté de blâmer il n'est point d'éloge flatteur. De onmogelijkheid om kritiek op Shakespeare te hebben maakt het onmogelijk hem te prijzen.
Bij het proces tegen de Russische dichter Jozef Brodski in februari 1964 heeft iemand, tegen herhaald verbod in, tijdens de zitting een stenografisch verslag gemaakt dat naar het Westen gesmokkeld en gepubliceerd is, ook in Nederland. De Russische autoriteiten hebben nimmer de authenticiteit van dat verslag aangevochten. Bij dat proces - voor zover men deze vertoning een proces kan noemen - traden twee getuigen à décharge op, beiden docenten aan het Herzeninstituut te Leningrad, beiden, evenals Brodski, joden. ‘Geef mij uw paspoort, want uw naam klinkt wat onduidelijk’, zei de rechter tegen Etkind, de ene getuige, en tegen de andere: ‘Getuige Admoni! Mag ik even uw paspoort, want uw naam is ongewoon’. De naam Etkind is in Rusland niet ‘onduidelijker’ dan Jessurun bij ons, en Admoni is een bekende filoloog. Men stelle zich voor dat een Westduitse rechter een dergelijke, aan de smerigste instinkten van het publiek in de zaal appellerende boevenstreek had uitgehaald. Nagel zou er niet over uitgeschreven raken. De Gids zou een bezorgd, verward en deftig stuk hebben geplaatst waarin onze regering werd geadviseerd de toestemming tot het huwelijk van Beatrix in te trekken. Maar gebeurt zoiets in Leningrad, dan maakt niemand zich er druk over. Wie er over schrijft bedrijft betreurenswaardige, onvruchtbare anticommunistische hetze. On est toujours le réactionnaire de quelqu'un.
Er zijn figuren die spoorloos uit een literatuur verdwijnen na er, tot en met de schoolboekjes, jarenlang een belangrijke plaats te hebben bekleed. Ik kocht een eerste druk van Lerne lachen ohne zu weinen en vond daarin een knipsel uit de Vossische Zeitung van 6 september 1928 met een stukje van Peter