kleine complicatie: Goekovski was nooit veroordeeld, hij was gestorven op 2 april 1950, tijdens de eerste marteling, en hoe kan men iemand rehabiliteren die nooit veroordeeld is?
Zoals onlangs de regisseur van een spektakelfilm aan een Nederlandse journalist zei: ‘Als ik boodschappen wilde verkondigen zou ik een zaal huren en een speech houden. Dan was ik in één avond klaar, inplaats van hier drie maanden in de hitte te zwoegen’. Voor wie de literatuurwetenschap, whatever that is, wil beoefenen, is deze uitspraak van meer belang dan een gehele jaargang van Merlyn.
Een Amsterdamse collega wiens naam ik liever niet noemen wil beweerde een keer dat neerlandici een groep vormen die tot stand gekomen is door een vrij rigoureuze contra-selectie: iemand die zich voor linguistiek interesseert zal óf algemene taalwetenschap gaan studeren óf een vak dat hem in de gelegenheid stelt studie te maken van talen die liefst zo ver mogelijk afliggen van de voor hem toegankelijke talen Grieks, Latijn, Frans, Duits, Engels en Nederlands. Iemand die zich voor literatuur interesseert zal zich eo ipso niet zo erg gegrepen voelen door het tijdschrift Van nu en straks en de essays van Jacob Geel. Hij kent immers andere tijdschriften en andere essays.
Het is opmerkelijk hoe snel je met een oordeel klaarstaat over dingen waar je niets van weet. Ik lees bij Jean-François Revel dat Malraux als critique d'art niet anders is dan een vulgarisateur inexact et ampoulé. Ik heb Les voix du silence niet gelezen en weet niet wat ‘ampoulé’ betekent, en toch ben ik het van harte met Revel eens.
Deze Revel (La cabale des dévots, fl. 2,75, in die langwerpige bruine boekjes) heeft fraaie formuleringen. Kan men het soort boeken dat ten onzent door bijvoorbeeld Delfgaauw wordt geschreven beter karakteriseren dan door ‘L'extase tautologique des philosophes du XXe siècle’? Geheel ten onrechte schrijft hij echter: ‘Les voyageurs qui ont visité l'U.R.S.S. ont pu constater, par exemple, que dans les bureaux de poste ou les restaurants, les employés se servent souvent de bouliers pour compter. L'incapacité de faire une opération arithmétique sur le papier, si elle est répandue’ trahit un enseignement élémentaire assez bas’.
Een telraam is een eenvoudige rekenmachine, waarmee men o.a. snel een reeks getallen van vier cijfers kan optellen. Bij ons doet men dat met papier en potlood, in Rusland met een telraam. Het gebruik van zo'n raam zegt niets over het peil van het onderwijs. Toch dragen uitlatingen als die van Revel bij tot het verdwijnen van die telramen, omdat de gouwleiders die Rusland regeren nu eenmaal diep-in ervan overtuigd zijn dat alle kritiek die van Westerse zijde op Russische toestanden geuit wordt gerechtvaardigd is (zoals een dief weet dat je eigenlijk niet mag stelen) en omdat het gemakkelijker is dat telraam af te schaffen dan de censuur.
In zijn gedenkschriften vertelt Ivanov-Razoemnik hoe hij, tussen twee perioden van gevangenschap in, een kamer te Tsarskoe Selo, toen Detskoje Selo, thans Poesjkin genaamd, bewoonde naast de befaamde auteur van Melki bes. Dronken de Ivanovs thee, dan nodigden ze door kloppen op de muur Sologoeb uit. Bij een gesprek tijdens dat theedrinken zei Ivanov een keer dat de communisten zijns inziens nog wel driehonderd jaar aan de macht zouden blijven. Hierover was Sologoeb zeer verontwaarddigd. Hoe kon Ivanov zoiets zeggen! Hoe lang Sologoeb dan dacht dat het duren zou, vroeg Ivanov toen. Sologoeb zweeg, dacht na en zei: tweehonderd jaar. Men moet hierbij bedenken dat beide heren er toen dit gesprek plaatsvond bijna tien jaar van chicanes, publicatieverboden, arrestatie en gevangenschap op hadden zitten, en van de ene dag op de andere niet zeker waren van hun leven.
In zijn Deutsches Tagebuch vertelt Alfred Kantorowicz hoe hij in maart 1933 ondergedoken zat bij een teleurgestelde fellowtraveller der nazi's, Friedrich Hielscher. 's Nachts wisselden zij van gedachten over de treurige toestand waarin hun vaderland verkeerde. Soms was het de voortvluchtige communist Kantorowicz die zijn vriend en politieke tegenstander moed trachtte in te spreken. ‘Sehen Sie, Hielscher, das kann nicht dauern. Der Zustand ist unhaltbar’.
Hielscher ging bij wijze van antwoord naar zijn rijk voorziene boekenkast en haalde er een deel uit van een ‘mehrbändige, umfangreiche Geschichte Chinas’ en las een alinea voor over (voor Europese oren van 1933) ongelooflijke corruptie, moord en bandietendom. De alinea (en het deel) eindigde met de zin ‘Diese unhaltbare Zustande dauerten driehundert Jahre’.