Films
Een ‘grote’ film die voorlopig wel even blijven zal is my fair lady. Een kroon op het uitgebreide oeuvre van George Cukor, wiens visie op Pygmalion in de lijn van zijn vorige films is en alleen daarom al anders dan die van Shaw. De emancipatie zoals die vijftig jaar geleden een probleem was interesseert Cukor minder dan Eliza's evolutie van bijzondere gootbloem, via de door Higgins gewilde schijn-hertogin, naar volwassen vrouw. De meest interessante scènes zijn dan ook voor mij niet die van Covent Garden of het Hofbal, maar die bij Higgins thuis. Cukor stond vrijer tegenover Higgins dan Shaw, die een echte, onbegrepen phoneticus wilde portretteren. Bij Cukor gaat het over een heel andere geheimtaal. De liedjes, als muziek niet zo sterk, verwerkt hij voortreffelijk zoals de costumes van Cecil Beaton op zich alleen maar mallotig zijn, maar zo functioneel gebruikt dat die zelfs mooi worden. Audrey Hepburn en Rex Harrisson spelen voortreffelijk.
la vie a l'envers van Alain Jessua is een debuut van iemand die daar lang mee gewacht heeft en nu inderdaad een bijna volmaakt werkstuk heeft af kunnen leveren. De keurige jongeman die het avontuur binnen zichzelf zoekt, de buitenwereld, inclusief de menselijke have, a.h.w. tot zich neemt bereikt tenslotte dat hij alleen in een wit kamertje van een kliniek gelukkig mag zijn.
Zijn vrouw heeft inmiddels een andere crisis doorgemaakt, meer één naar buiten. Als personage wordt zij naar het eind de meest boeiende in een tragi-komedie die met een bekwame gedistancieerdheid is gemaakt zoals men zelden bij film tegenkwam. Een nieuwe stijl die geheel van deze tijd is.
salvatore giulinano van Francesco Rosi betekent een nieuwe ontwikkeling van de Italiaanse film, die tot in de komedies en opera's zelfs een gevoel voor realisme toonde. Deze geëngageerde reportage neemt het lijk van de Siciliaanse bandiet als beginpunt om de situatie van het Siciliaanse volk te kunnen weergeven in beurtelings gortdroge en dan weer zeer emotionele scènes. Uitgangspunt is het raadsel dat de duistere mafia oplevert; de merkwaardige constructie is pas aan het eind van de film duidelijk. Subliem gefotografeerd en zo zorgvuldig van mise-en-scène dat het verschil tussen beroepsacteurs en amateurs bijna niet zichtbaar is.
sedotta e abbandonata ofwel: Verleid en Verlaten, is een sappige komedie van de sympathieke Pietro Germi met weer Sicilianen in de hoofdrol. ‘We zijn allemaal Sicilianen’ is het motto van Germi in tegenstelling tot Rosi. De film is minder geacheveerd dan divorzio all'italiana van dezelfde Germi, maar zeker het aanzien waard.
R.d.M.