Hollands Maandblad. Jaargang 6
(1964-1965)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
De missiereizen van Pater Key
| |
[pagina 37]
| |
niet meer’ riep Key. Sickbock lachte honend. ‘Ja, dat is merkwaardig, maar psychologisch wel te verklaren. Het naar rechts wensen is kennelijk moeilijk. Er is altijd een duidelijke afwijking naar links. Wijst dat niet op een hogere macht? Men heeft wel gedacht dat God zelf linkshandig is. Dan zou hij dus stotteren en ...’ De drie professoren, in wie Key een statisticus, een fysicus en een psycholoog had herkend, vervielen nu in theologische twisten, want op Vpro is iedereen theoloog zo gauw hij praten kan. Key begreep dat er werk aan de missie was. Balletjes een bepaalde kant op wensen, welja, het rook naar humanisme. Hij stapte naar het altaar, en verving het Russisch biljart door een houten kruis. ‘Nee’ zei professor Hamermaker, ‘met vier spijkers is het statistisch niet significant meer.’ ‘Nee’ zei ook professor Kistenmaker, ‘dat kruis is niet symmetrisch: zijn hoofd helt naar rechts over.’ En professor Sickbock vond dat de voorstelling de wensers uit hun concentratie haalde. Maar Key beklom de preekstoel en sprak ten eersten male, en hij zei in verkorte vorm dit: Dat staafjesapparaat is niet eerlijk. Als het bovenste staafje inderdaad echt helemaal zuiver was, dan zou het volkomen ronde balletje er na enig stuiten op moeten blijven liggen, omdat het geen reden heeft naar links of naar rechts te vallen. Het volgende balletje zou weer recht op het eerste balletje moeten vallen en daar blijven liggen. In uw apparaat vallen ze er echter links of rechts naast, en dus is het niet geheel zuiver. Vielen er in het begin toevallig meer naar links, dan slijt het staafje links meer af dan rechts, en vallen er dus op de duur steeds meer naar links. Het leek wel of niemand hem had gehoord. Key sprak ten tweeden male, en hij zei in verkorte vorm dit: Stel dat we echt door wensen dingen konden bewegen. Het weer bestaat uit luchtdrukken en wolkenmassa's. Elke zondag, jaar in jaar uit, wensen meer mensen dat het mooi weer wordt dan slecht. Wat blijkt nu, waarde Hamermaker, als we nagaan hoe het weer op zondag zich verhoudt tot het weer op de andere zes dagen van de week? Hetzelfde rotweer. Evenveel centimeter neerslag, evenveel seconden zonneschijn. Deze wekelijks herhaalde proef met miljoenen vrijwilligers levert het overtuigend bewijs: psychokinese bestaat niet. Het leek wel of niemand hem had gehoord. Key sprak ten derden male, en hij zei in verkorte vorm dit: Aan de speeltafels van Monte Carlo, Ostende, Las Vegas, Mamaia en Deauvillewordt miljarden malen een balletje hartstochtelijk in een bepaalde richting gewenst. De proefpersonen worden direct in klinkende munt betaald voor hun concentratie. En het is niet zo dat die wensen elkaar opheffen. Want iedereen die een kwartier bij een roulette staat, merkt dat hoge inzetten andere aantrekken: er staat altijd veel meer op de ene kleur dan op de andere. En de croupiers wensen niets. Toch komen rood en zwart zo onregelmatig uit dat alle speelbanken ter wereld winst maken. Als er maar een schijntje psychokinese was zouden ze allemaal failliet gaan. Niemand had hem gehoord. Waarom? Omdat op Vpro maar één zender is toegelaten. Pater Key werd dus gewoon niet uitgezonden. Alle inwoners van Vpro dragen contactlenzen, dat zijn geen gewone lenzen, maar miniatuur televisieschermpjes, die zestien uur per dag het officiele programma uitzenden. Acht uur wordt er niet uitgezonden. Dit noemt men slapen. Het hele klandestiene optreden van onze Key was dus ongezien gebleven. Wat dit volk nodig heeft om ze de schellen van de ogen te doen vallen is een oogarts, dacht Key. Eerst medici sturen, dan handelaars, en dan pas missionarissen. En dan de onafhankelijkheid, en dan de parachutisten. Die logische ontwikkeling kon hij niet doorbreken. Inmiddels had het parlement van Vpro een anti-Key-wetje aangenomen, en hij werd met een helikopter van het eiland weggewenst. Hij was nog net op tijd terug in Amsterdam om mee te lopen in een demonstratie tegen de MLF, die werd gehouden een week nadat bekend was geworden dat die MLF niet doorging. Liever een sof dan een mof. Hoera! | |
[pagina 38]
| |
Veertiende hoofdstuk
| |
[pagina 39]
| |
Nu begon Pater Key te zweten. Die Lburgers toch, de intentie was gelijk aan de daad, hij had het vaak gezegd, maar als het letterlijk waar wordt, en je ligt in het donker in bed. Vreselijke verleidingen, waar ik echt niet veel over kan zeggen, kwamen door zijn hoofd, en werden op hetzelfde ogenblik waarheid. Tenslotte greep hij de noodrem, zoals de Vader Overste dat altijd noemde, en dacht aan Maria. Daar stond ze naast zijn bed. ‘Dat is een tijd geleden, dat u verschenen bent. Was het niet Fatima, of nee, in de tuinen van het Vatikaan bent u nog aan Pius XII verschenen. Waarom verschijnt u niet meer? Het is, met alle eerbied natuurlijk, of ineens Tom Poes uit de Volkskrant zou verdwijnen. We hebben er u op het concilie in Rome toch weer een paar eretitels bijgegeven, en toch al tien jaar niet verschenen, hoe zit dat?’ ‘Ja, ziet u, ik had een persoonlijke binding met de toenmalige paus, Pius XII dus, en ik vind dat ze die op een rare manier aan de kant hebben gezet. Toen hij stierf had iedereen het nog over heilig verklaren, maar daar hoor je nu niets meer van. Nou zeggen ze wel dat hij fout was in de oorlog en dat kan best wezen, maar hij was toch maar een plaatsvervanger, dus laten ze dan zijn chef aanklagen.Nee hoor, ik verschijn niet meer.’ En weg was ze. Dat was duidelijk, maar waarom staat Tom Poes ineens niet meer in de Volkskrant? Het ging niet best met Key in Lburg. Missie mocht hij niet bedrijven, want de inwoners verkeerden in de dwaling dat ze al christelijk waren, en toen Key tot overmaat van ramp zei dat hun systeem tenminste het voordeel had dat er nooit ongewenste kinderen kwamen, werd hij door Kaartsje, Oege, Stoffel, Wisse en Blaas het stadje uitgeknuppeld. Daar viel hij in handen van de journalistenbenden die al weken een vruchteloos beleg om de stad hadden geslagen. | |
Vijftiende hoofdstuk
| |
[pagina 40]
| |
heimwee langs de honderden eilanden met vreemde stammen die er tussen hier en Tristan liggen. Hij kwam aan, stapte aan wal, en achter hem zonk het schip in de haven. Toen de kinderen van het eiland dat zagen kwamen ze juichend op Key af, roepende: de oom van Alice in wonderland! Een Tristan da Cunhaan kwam op hem af, gaf hem een noot, waarop met zwarte inkt het cijferGa naar eind(1) was aangebracht, en legde uit dat in maart 1881 de broer van Lewis Carroll, de schrijver van ‘Alice in wonderland’, op Tristan was aangekomen als Anglicaans missionaris, en dat toen ook zijn schoener, de Henry B. Paul, in de haven was gezonken. ‘Ja’, kwam een andere Tristanees, die erbij was komen staan, vertellen, terwijl hij aan Key een noot met eenGa naar eind(2) erop overhandigde, ‘en Lewis Carroll zelf heeft ons ook eens gered. Want hij kende Baden Powell, u weet wel de uitvinder van de padvinderij. Nou, en in 1886 was er hier hongersnood, geen schip deed ons meer aan, en we zouden eraan zijn gegaan als Lewis Carroll toen niet Baden Powell had gevraagd om er iets aan te doen’. ‘Later’, kwam een postbode vertellen terwijl Key een noot metGa naar eind(3) in de hand gedrukt kreeg, ‘kwamen er veel meer schepen. Dat was toen met die John Cramer. John Cramer was een postbesteller die hier de brieven kwam brengen, die de abonnés van “The Boy's Own” schreven aan een held die in het vervolgverhaal in dat blad op Tristan da Cunha woonde. Die Cramer was een ijverige vent, maar kon de geadresseerde niet vinden. Er is later nog veel over gepraat in het Lagerhuis’. ‘En toen’, kwam een Cunhaanse dame vertellen, nadat ze een noot met eenGa naar eind(4) had overhandigd, ‘toen hadden we die rattenplaag. Weten jullie nog dat de ratten de katten opaten?’ Een algemene lijn in de waanzin kon Key nog niet ontdekken, en u waarschijnlijk ook niet. Het was duidelijk dat de bewoners van Tristan vreemde mythen over hun geschiedenis bezaten, maar wat hadden die genummerde noten ermee te maken? Er kwamen nog een heleboel bewoners hun nootje bij de pater inleveren. NummerGa naar eind(23) had een merkwaardig spiegeltje in de hand, waarop, zo zei hij, de laatste adem van Napoleon nog gewasemd stond. Dat had hij meegenomen toen in 1917 de nederzetting op St. Helena werd ontruimd, en de inwoners naar Tristan waren gekomen, waar tot dan toe alleen nog schipbreukelingen hadden gewoond. Toen men hem tenslotte (op de noot stondGa naar eind(64)) trachtte wijs te maken, dat de gehele bevolking door een vulkaanexplosie van het eiland was verwijderd, en een jaar in het graafschap Devon, nabij Exeter in een kamp had gewoond werd het Key te machtig. Vpro en Lburg had hij verdragen, maar een dergelijke verzameling waanzin kon hij niet uithouden. Dan nog liever de Congo! Gillend wierp hij zich in zee, en werd na drie dagen ronddrijven opgepikt door de Achille Lauro die erg leek op de Willem Ruys, waar hij in hoofdstuk elf was afgevallen. Thuisgekomen begaf hij zich naar zijn superieuren, vertelde alles en legde zijn verzameling noten over. Deze luidden als volgt: |
|