Het station waar mijn muziek in zit
J.P. Guepin
Sinds oktober heb ik een platenspeler te leen, die ook als radio te gebruiken is. Sindsdien neem ik niet meer zo vaak de moeite een plaat op te zetten, maar ik laat het bij een druk op de radioknop, telkens wanneer ik mij vermoeid van het harde werken uitstrek om te rusten. En dan luister ik meestal naar Radio Veronica. Niet uit politieke voorkeur, integendeel, uit natuurlijke sympathie voor de underdog heb ik wel eens Hilversum geprobeerd. En ik geloof ook wel dat ze erg goed zijn. Maar ze zijn me daar te weinig eentonig.
Mijn ideaal is een betrouwbaar station dat konstant het soort muziek uitzendt waar ik naar luisteren wil. Het bestaat en heet Radio Caroline of ook wel Radio London, maar, hoewel ik aanneem dat ze konstant uitzenden, hier in Den Haag lijken ze wel periodiek gezonken. Vandaar dus Radio Veronica, dat evenwel naar mijn smaak nog veel te veel oubollige Duitsers, aggressieve Fransen en mollige Hollandse dameszang met dikke 1 en zachte, aangeboren of op spraakles geleerde, zachte g, tussen zijn Angel-Saksische Beat Groups mengt.
Behalve dat ik het laatste gewoon fijne muziek vind, geloof ik ook dat het een serieuze kunst is die ons het afgelopen jaar in de schoot geworpen is. Een bewijs zoek ik in het feit dat deze muziek zo moeilijk na te bootsen valt, zoals b.v. bleek toen (so neat) Ikjan, vals zingend met zijn bedeesde stemmetje, eindelijk vergeleken kon worden met de ware versie van zijn Boemboemboem: die van de Animals. De uiterste perfectie in de vertolking van de hits is een gevolg van selektie. Het genre is erg populair, er is grote winst en roem mee te behalen, met als gevolg een toeloop van hard werkend talent.
Het genre lijkt, vooral ritmisch, nogal eenvormig. Maar dat is schijn, het bezwaar geldt een beetje voor de voorloper Rock and Roll, dat wat te enthousiast doorstampt. Daarentegen zijn de huidige Beat Groups ritmisch veel geraffineerder doordat men gebruik maakt van b.v. Zuid-Amerikaanse ritmen of gesyncopeerde walsen. En neem dan de literaire verdienste van de teksten, die een zo grote variëteit vertonen, van Christelijk als Thou Shalt Not Steal en Amen, via de meest traditionele lyriek over geluk en ongeluk in de liefde, en de verbazing die daar steeds weer bijhoort, naar zo ver gezochte onderwerpen als The Little Red Rooster, naar kurieuze vragen als What Have They Done To The Rain (alleen te beantwoorden met het even kurieuze The Answer is Blown With The Wind, eigenlijke volksmuziek thema's) en naar het klein burgerlijke motief van It Is A Hard Day's Night. Banale situaties, althans voor tieners, als In A Little Café en Downtown worden door het feit alleen dat ze opgenomen zijn in het lied verrassend. Wat is er banaler dan de gedachte: als je je eenzaam en verdrietig voelt, ga dan Downtown, waar de lichtjes zijn en waar je wel iemand ontmoet om mee uit te gaan. En hoe verrassend dat van zoiets een fascinerend liedje gemaakt wordt. Een dergelijke kombinatie van het vanzelfsprekende en het verrassende (hé zegt hij dat, maar natuurlijk, hoe zou hij anders!) is voor mij een van de zekerste kenmerken van kunst. Tekst en muziek lijken bij elkaar te horen, vooral in de refreinen als Time Is On My Side, of Downtown. Dit geldt ook voor een Hollandse voorloper van dit soort, het toen nog Rock and Roll geheten Kom Van Het Dak Af. Bij het verrassende hoort ook het onwaarschijnlijke. Dat zijn de stemmen in hoge mate: het sexeloos, welopgevoed schreeuwen van de Beatles (wat te mooi soms, vandaar dat ik de zoveel ‘lelijker’ Rolling Stones
prefereer), of het hoog geneuzel van de Supremes (wier wonderbaarlijkheid voor mij nog verhoogd werd toen ze in een interview voor Radio Veronica verklaarden anders verpleegster of onderwijzeres geworden te zijn), met als summum van wat er aan artificialiteit op dit gebied te bereiken valt, de wollige zanger van Pretty Woman, met zijn stem van smeltend ijs.
Maar dat wil niet zeggen dat ik Radio Veronica nu een goed, of zelfs maar sympathiek station vind. Ik haat reklame, die ik alleen maar te genieten vind als oefening in wantrouwen of als confrontatie met de hypokrisie des levens, helaas soms met mijn eigen afgunst. Dagbladreklame kan overgeslagen worden, deze niet. Het peil is erbarmelijk; het ergste is wel de reklame voor Redband Topdrop: deze plaat was wel top, maar topper is drop, en zoiets na elke plaat weer met de regelmaat van een dwangneurose; een ander dieptepunt is een programma waarin