Meisjes die ik gekend heb
Drs. R. Chapkis
Het licht in de bovengang kun je beneden aan doen. Je kan het dan boven weer uit doen. Ook kan je het boven aan doen en beneden uit. Of boven aan en uit. Of beneden aan en uit. En overdag kun je het ook nóch beneden nóch boven uit of aan doen.
Ik weet zeker dat u niet weet hoe het mogelijk is om die lamp in de bovengang zo vanuit twee knoppen te kunnen aan en uit doen. We zullen dit feit dan ook als een wonder aanvaarden en op grond van dit wonder een uitleg geven over de werking van elektronische rekenmachines. Daar heeft u wel eens over gehoord. Dat heeft u toen zo ontzettend geinteresseerd dat u erg veel moeite deed om te weten te komen hoe zo'n ding werkt, zodat u dit nu weet. Of het interesseerde u toen helemaal niet, en nu dus nog steeds niet. Voor geen enkele lezer kan dit artikel dus enig profijt hebben. Maar u leest het Hollands Maandblad toch niet om er beter van te worden? Ik ga u dus toch wat over die elektronische rekenmachines vertellen, want ik interesseer me er wel voor, en dus schrijf ik er over.
Dat licht in de bovengang geeft antwoord op een vraag. Elke lamp geeft antwoord op een heleboel vragen. Als u nu een lamp ziet branden weet u bijvoorbeeld direct het antwoord op de vragen: ‘Ben ik blind?’ ‘Is er een kwartier geleden een atoombom in mijn straat gevallen?’ ‘Heb ik alle elektriciteitsrekeningen betaald?’ (De antwoorden zijn: nee, nee, ja).
Wij zijn nu alleen belangstellend naar de antwoorden op vragen als: deed er iemand het licht aan? Stel beneden staat Piet Einstein met de hand bij het lichtknopje, en boven staat Piet Stalin met de hand bij het andere lichtknopje. Het al of niet branden van het bovenganglampje geeft nu antwoord op de vraag: heeft Piet of Piet (maar niet beiden) de schakelaar omgedraaid? Aan het al of niet branden van het licht kun je niet zien wèlke Piet er draaide, maar wel of er eentje draaide. Er is dus informatie verloren gegaan. Sommen zijn niet anders dan trucs om informatie verloren te laten gaan. Stel je hebt de som 3 + 5, dan weet je misschien ook het antwoord: acht. Maar stel je hebt 8, dan zou het toch wel heel toevallig zijn als je er de som 3 + 5 bij bedacht. Hoe meer je uitrekent hoe minder je weet. En om heel snel steeds minder te weten, daar hebben we elektronische rekenmachines voor.
We zien dus dat u in uw eigen huis al een kleine elektrische rekenmachine bezit. Maar u begrijpt ook wel dat ik de zaken te simpel voorstel. In werkelijkheid heeft Piet Stalin (die in de bovengang stond) nóg een lichtknopje. Dat is het knopje in de gang dáárboven (dit is vaak de zolder). Piet Stalin heeft b.v. de gewoonte om als bij hem het licht gaat branden als de donder het lichtknopje voor de gang erboven om te draaien. Stel u nu een huis voor met veel, bijvoorbeeld honderdduizend, gangen boven elkaar. Op elke gang zijn honderden lichtknopjes. Er zijn door een dolgeworden architect overal trappen tussen deze gangen aangelegd. Verklein dit huis tot het in een kamer past en u hebt een elektronische rekenmachine. Piet is dan zodanig verkleind dat we hem maar helemaal weg maken: het lampje op de gang fungeert zelf als schakelaar voor een ander lampje. De menselijke reactietijden remmen ons dus niet meer, en we krijgen onmiddellijk antwoord op urgente vragen als: Brandt het derde lampje op de vierde verdieping en tegelijkertijd het eerste óf het tweede lampje op de tweede verdieping? Dit antwoord (ja of nee) is namelijk te zien aan het zolderlichtje. Was sich ueberhaupt sagen lasst, lasst sich klar sagen; und wovon man nicht reden kann, darueber muss man schweigen. Aldus Wittgenstein, en al denkt u misschien dat hij dan beter had kunnen zwijgen, hij had gelijk. U moet uw problemen dus brengen in de vorm van zulke vragen over uite en ane lampjes en dan zal uw dure rekenmachine u het antwoord onmiddellijk geven. Alleen het feit dat het zo moeilijk is om onze problemen in die vorm te brengen, maakt dat I.B.M. en andere computer-industrieën niet nog grotere winsten maken.
Toch is er al veel bereikt. Vraag me niet hoe, maar elektronische rekenmachines zijn al in staat tot het volgende:
Er zijn computers die heel gebrekkig van de ene taal in de andere vertalen. Er zijn computers die foeilelijke plasticvormpjes produceren, waarvan je de helft zo kan weggooien. Er zijn computers die het ver-