| |
| |
| |
Nieuws van de berg Ararat
Jos Ruting
Opleving in een oud bedrijf.
Onlangs werd ik opgebeld door juffrouw Maraene van de werf Noach; een kleine onderneming op de berg Ararat. De juffrouw vroeg mij advies voor de accomodatie van zoetwatervissen in een ark. Ik had onmiddellijk het vermoeden dat een nieuwe zondvloed op handen was, dat een vaarplan werd gemaakt, dat men in tegenstelling tot vroeger, toen de telefoon was afgesneden, contact opnam met vreemdelingen die zich, waarom dan ook, met dieren bezig hielden. Natuurlijk schokte mij dit alles niet want ik ken het dagelijks nieuws dat ten doel heeft drie miljard mensen onherstelbaar zenuwziek te maken. Dit nieuws kwam vroeger uit de galmgaten van de kerktoren, tegenwoordig komt het van de grote drie, of van de grote vier (van de grote nul hoor je nooit), mannetjes die explosieve stoffen verzamelen, die iedereen willen uitleggen dat zij het meeste of het mooiste hebben.
Misschien werd in alle winkels en op straat al druk over de zondvloed gesproken, waren alle kano's, roei- en zeilboten uitverkocht, werden waanzinnige sommen geboden voor een motorvlet, stond de voltallige nederlandse regering al op H.M. Vliegdekschip. Misschien werd al een kinder-kruistocht georganiseerd, moesten miljoenen kinderen gewapend met palmpaasjes het opkomende water tegemoet gaan, vormden miljoenen ouden van dagen een machtig spreekkoor om de wateren te keren. Ik wist van geen zondvloed, ik bladerde in een werkje over voorhistorische mensen, de telefoon ging, ik zag de berg Ararat feestelijk versierd, vol vlaggen, de werf Noach in feeststemming en geen wonder, de laatste 3600 jaar ging er weinig in het bedrijf om. De oude ark, al lang uit de vaart genomen, was ergens opgelegd om toeristen te trekken, het goferhout vermolmde. Wat mooi zoiets, geen fusie met een machtige organisatie zoals de K.L.M., geen gezwets voor de televisie, maar stil voortbestaan, in vriendschap met de eenvoudige bergbewoners, en zie, dan komt het, de regenboog is te beschouwen als een aflopend non-agressie-pact, de wateren zullen de aarde bedekken, timmerlieden zijn fluitend bezig met hamer en zaag.
| |
Bijzonderheden
‘De heerlijke opbloei in het bedrijf danken wij aan de apodictische verklaring van een buitengewoon man,’ zei juffrouw Maraene. ‘Het is iemand met buitengewone bekwaamheden. Hij kan salueren, in de houding staan en zelfs een lint doorknippen. Niemand minder dan deze man van grote betekenis won alle harten toen hij zei dat een zondvloed het volk moest treffen omdat het niet dankbaar was voor een of andere welvaart. Die welvaart is, naar ik vernam, niet anders dan een verzinsel en daarom vinden wij die man zo vindingrijk. Wij hier zijn erg blij met zijn verklaring.’ Dit alles zei de juffrouw en haar stem klonk opgewekt, zij had natuurlijk grote verwachtingen van de zondvloed en zoiets is begrijpelijk, zij had in jaren geen water gezien. Zij zat aan de telefoon, zij keek uit over grauwe rotsen, over dorre stofwoestijnen want ook al zou het dagenlang regenen op de Ararat, dan nog was het onmogelijk om een klein vaartuig van de helling te laten lopen, zo droog was de omgeving. Veel champagne was er niet bij op de werf Noach en dit alles is niet leuk voor een actief jong meisje. Zo aardig als het liedje ‘Brandend zand’ op de Loosdrechtse plassen klinkt, zo aardig klinkt ‘Koel helder water’ voor een meisje in de woestijn.
| |
De stichting ark
‘Onze afdeling Public Relations wil geld inzamelen voor de Stichting Ark, want Noach kan niet veel investeren en wij moeten een flink schip hebben, een boot die alles kan bergen wat de moeite waard is,’ zei juffrouw Maraene. Voor de geldinzameling zocht zij een slagzin. Zij vroeg: ‘Wat denkt u van deze? “Geen regenboog houdt het droog”’.
‘Heel erg mooi en ook overtuigend, vooral in Nederland,’ zei ik. ‘“Open de Ark” is ook bruikbaar. Is de nieuwe Ark, evenals de oude van goferhout met kameren en bedekt van binnen en van buiten met pek. Er zijn er vensteren op de tweede woonlaag?’
| |
Royale opzet
De juffrouw zei dat alles hetzelfde werd
| |
| |
maar oneindig veel groter dan de oude Ark in verband met het afsplitsen van soorten, hetgeen erg aardig beschreven was in de bekende pocket ‘The origin of species and survival of the fittest’, het debuut van de jonge schrijver Darwin. ‘Wij moeten tegenwoordig meer dieren verzorgen dan vroeger maar de techniek is erg vooruit gegaan, wij hebben nu moderne hulpmiddelen, wij staan voor niets. Ze hebben nu al een belletje uitgevonden dat gaat als de baby nat is. Zoiets geeft een enorme tijdsbesparing. Zolang de bel niet gaat kan je aan de televisie blijven. Die uitvinding is misschien heel bruikbaar voor kangoeroes om de buideltjes droog te houden. En Noach is een echte specialist’, zei juffrouw Maraene. ‘Hij heeft ervaring met het bouwen van arken, het tellen van dieren en het uitlaten van duiven. Als het om een ark gaat is hij onze man. Hij kan met dit bijltje hakken.’
| |
Het dierbare ‘oude’
Een mooie tijd toch, die tijd van de oude zondvloed, zonder motor, zonder zeilen zelfs, voortdrijven over oneindige wateren, zwart-groen onder het onweer, hemelsblauw en met witte wolken in de diepte als de zon schijnt. Een glasheldere zee met vissen. Ze zwemmen om de hoogovens om de boortorens om de schoorstenen van de verdronken industrie. Ze zwemmen om de kernreactor, de olietank, de mengketel, de container, over buizen en bruggen en al de dingen om olie te kraken om te knoeien met zuivelproducten. Deurwaarders, half onder het witte bodemzand, houden nog een dwangbevel omhoog, het beweegt zinvol en sierlijk mee met de golvende wieren. Een man met een vulpen ligt de huurverhoging te bekrachtigen, muraenen gluren tussen zijn ribben naar voorbijzwemmende dieren. Zeeslakken glijden pronkzuchtig over de voorzitter van een schap dat zijn bestaansrecht niet hoeft te bewijzen. Boormossels bedwelmen zich aan gestolen goud en zilver, zij raspen gangen in het ser-monster, de dode demon met zijn duizenden bloedzuigers, zijn giftige inktvissen. Uit de europoort komt een kwal, die doorschijnend blauw, voorbij gaat aan de duizenden gummistokken en sabels in het slik, de dingen waarmee ze mensen en kinderen hebben geslagen. De oude zondvloed werd een mislukking door de familie Noach maar bijna had hij alle mensen van de mens verlost. Ondanks dit alles werd de ark een souvenir dat wij bewaren. Kinderen spelen met de ark, al eeuwenlang. Kinderen houden van een ark met houten beestjes, tien soorten en van elk twee. De beestjes gaan stuk, een oor breekt af, een poot gaat verloren, maar de houtgeur blijft, de reuk van de ark. En de beestjes zijn ontkomen aan de zondvloed, het zijn overlevenden. De houten schaapjes zijn dierbaar. Zij kijken uit naar de duif met zijn olijftak, of hij al komt, want ze willen grazen in de eerste groene wei die droogvalt, als het water zakt, naar een diepte, naar de zee of zo.
| |
Voorlopige adviezen
De uitbreiding van de ark leek mij nuttig in verband met het ruimteprobleem. Ik maakte juffrouw Maraene opmerkzaam op het feit dat men onder lagere dieren nogal eens hermaphroditisme aantreft. Hermaphroditische dieren geven een ruimtebesparing van 50%. ‘Nee maar dat is heerlijk,’ zei de juffrouw op opgewekte toon. ‘Wij willen alles wat niet dringend om zoetwater vraagt in de zee laten. Wij stelden he chloorgehalte van de alles overdekkende zee op 3,5 pro mille, een noodmaatregel natuurlijk, maar wij rekenen op aanpassing inzake de osmotische druk. Een beetje medewerking mogen wij toch van de dieren verwachten.’
‘Niet zozeer het verschil in chloorgehalte maar een verschil in verhouding van de samenstellende delen is beslissend voor het welzijn van organismen die aan het medium zeewater zijn gebonden. Ik zou bij deze grote opzet de rapporten van niet minder dan duizend hydrobiologen vragen,’ merkte ik voorzichtig op.
‘Het betreft een wereldorganisatie’, zei de juffrouw. ‘Met kleinigheden kunnen de autoriteiten geen rekening houden. Zij willen het leger inschakelen. Zoiets lijkt mij een prachtige oefening voor de natoverbandmensen. Het hindert niet welke taal de jongens verstaan, ze mogen helpen bij het bouwen van de ark. Echte soldaten doen dat graag ook al weten zij dat de deur voor hun neus zal dichtgaan als het water komt opzetten. Een goed soldaat heeft weinig voorstellingsvermogen en de ark is natuurlijk geen rondvaartboot, het betreft een ernstige zaak.
Zou Rusland nog een enkele zoetwatervis hebben, of kunnen wij die gevoeglijk verwaarlozen?’
Ik adviseerde juffrouw Maraene om een geneticus aan te stellen die alle dieren bij het instappen onderzoekt op radioactieve straling en een kernfysicus om te zeggen dat strontium 90 in het beenmerg ongevaarlijk is.
‘Maar meneer, dat is prachtig, u is uitermate deskundig,’ riep de juffrouw. ‘Ik vertrouw u toe dat wij behalve de dieren,
| |
| |
| |
Leo Vroman
Augustus
Op Holland komt nooit deze hitte
broeden, zoals hier op met stof
bekrasten die stokstijf zitten
voor hun dorre hutten alsof
die slechts kan opstijgen
om een pot vol prak, of een lamp
of ze nemen een grimmige slok
brandstof, openen de kaken
en beginnen gezang te kraken
ogen en pistolen flonkeren,
waar verscholen maagden lonken
Bloed, gul in het stof gemorst,
overschiet tegen de dorst.
twee mensen moeten hebben. Onze keus viel op twee voorname Nederlanders, op één mannetje en één vrouwtje. Na de mensen volgen de twee voornaamste chimpansees en zo dalen wij af tot het stamboekvee dat rein is en tot ander vee dat onrein is, enfin u kent dit wel.’
| |
Eenvoudige vragen
‘Bij een herselecteren, zoals dat gaat tijdens zondvloeden, adviseer ik meestal duizend specialisten per sub-familie, om tenminste enigszins nauwkeurige soortenlijsten te hebben,’ zei ik en ik vroeg: ‘Is Noach dienaangaande voldoende ingelicht? Veronderstel dit: hij neemt twee normale muskieten mee, dan dient hij een derde exemplaar te hebben met trypanosomen in het bloed. U kent wellicht de kleine worm die de verwekker van de Bilharzia-ziekte is. De vrouwelijke worm in het bloed van de mug, moet in haar lichaamsholte tenminste één van de bij haar doorgaans parasitisch levende mannetjes hebben. En hoe staat het met de verwekker van Malaria? Heeft Noach aan de tsetse-vlieg en zijn kleine flagellaten gedacht? Heeft Noach de apparatuur om de vochtigheidsgraad te regelen voor het dier Peripates? de fluweelachtige worm met pootjes die naar ik meen in het Carboon, dus ongeveer 250 000 000 jaren geleden door buizen ging ademen, maar zich nooit volkomen aan een leven op het land kon aanpassen. Levende fossielen zijn dierbaarder dan u denkt en Peripates woont dicht bij de hemelpoort, hij is zo binnen om zich te beklagen. Laat Noach vooral een groot aantal mierennesten neememen om de vele “gastverhoudingen” onder mieren voor ondergang te behoeden. Twee rupsen van een kleine blauwe vlinder eisen onderdak in een mierennest. Vergeet Ateles en Lomechusa niet want franjekevers zijn onmisbaar en dienen al van de voortijden in een degeneratieproces dat sociale wetten verkracht. Het zijn insecten die insectenkolonies verwoesten. De Almachtige zou hen ongaarne missen. Kent Noach de verdelgings-kringloop waarin het plankton de eerste viool speelt, om het eens in journalistieke term maar desondanks toch juist te zeggen. Heeft Noach een zon om de vele microscopische oppervlakte-dieren te redden? Stellig kent hij ook de uiterst eenvoudige
reeks die begint bij de koe die gras eet. De koe eet gras, het verteerde gras dient de mestkever, na een verteringsproces dient de opnieuw gesplitste stof de larve van de mestkever, na een verteringsproces dient de al fijner afgebroken organische stof een parasitische larve in het darmkanaal van de larve van de mestkever. Een entomoloog zal wel uitleggen dat hiet hier om niet meer dan een paar honderd soorten mestkevers gaat. Misschien zal hij ook iets zeggen over parasieten in het darmkanaal van de parasitische larve in het darmkanaal van de larve van de mestkever. Al deze zaken zijn eenvoudig maar in een ark vraagt het dier nu eenmaal een beetje verzorging. De men- | |
| |
senvlo, de gewone kleerluis, hoofdluis, wandluis, platluis en schurftmijt leveren natuurlijk geen enkel probleem op omdat u in elk geval twee mensen meeneemt die voldoende bloed bezitten om deze dieren te voeden. Maar hoe staat het met de leverbot, met parasitische Rondwormen en Bandwormen? De twee exemplaren van de soort Homo sapiens kunnen slechts een beperkt aantal maag- en darmparasieten huisvesten want zij mogen het leven van andere dieren niet in gevaar brengen door zwakte of uitputting. U dient dus enige dames en heren mee te nemen voor de verzorging van deze dieren en u dient de besmette personen van duidelijke etiketten te voorzien want door de soortenrijkdom van Ascari's en Lintwormen zou een wanhopige verwarring kunnen ontstaan. Wie regelt de voedselvoorziening voor spyrochaeten en aan hun verwante organismen die tussen de hersenvliezen van de mens kunnen leven? Zij garanderen het voortbestaan van bepaalde geslachtsziekten en bij de zondvloed van onlangs, die maar oppervlakkig in het boek Genesis is beschreven, werden zij op ons onbekende maar nochtans doeltreffende wijze gered. Dit legt ons, die evenals Noach van het Holoceen zijn, zekere verplichtingen op die wij niet mogen
verzaken. En hallo juffrouw Maraene, hallo...’
| |
Verontrustend
Ik werd niet afgebroken, ik ben verbonden met de berg Ararat maar juffrouw Maraene antwoordt niet, ik vrees dat zij het bewustzijn heeft verloren. Misschien heb ik haar met mijn eenvoudige vragen geschokt. Misschien zag zij plotseling moeilijkheden, onoverkomelijke moeilijkheden en gaf teleurstelling haar een schok. Wie is de idioot die het hoofd van dit lieve meisje op hol bracht, de zwetser die zijn zondvloed niet wáár kan maken. Hij wist toch niets van arken, van maandenlang ronddrijven met alle dieren. Nu ligt dat kind daar in haar brandend zand en ik weet niet eens of ze op de werf een kraan hebben of ze het meisje een glas water kunnen brengen.
Mensen die in de Lage Landen geboren zijn denken wel eens aan de Noordzee, aan de februaristorm van 1953. Heidenen die hoog gezeten zijn geloven misschien dat zij tijdens een zondvloed hun hoofd boven water kunnen houden. Alleen enkele wijze mannen hebben hun bijzondere kijk op zulk soort dingen. In India gaan Indiërs aan de Ganges zitten. In Nederland deelden de dagbladen op 5 februari 1962 mee: De wereld is gisteren niet vergaan. De lezers verheugden zich nauwelijks over dit belangrijke, controleerbare bericht. Niemand ging aan de oevers van de Oude Rijn zitten, iedereen deed zijn dagelijks werk, De mensen werken maar en zoiets is ontmoedigend voor onheilsprofeten want straatarm of brooddronken, onze belangstelling hebben zij nodig.
|
|