Gerrit Krol
Een nieuwe kennis
die ik naliep uit de Galerijen,
een jekker met een tekenmap,
die zei me bij haar deur,
dat zij ze goed bekeken had,
mijn ‘zogenaamde schilderijen’.
maar ik liet haar niet gaan
hoe zij er over had gedacht:
gezicht op Noorderhogebrug,
de boot, de vrouw met hoed,
de naakten, alle nummers;
o ja, sprak zei, die nummers.
Ik ging met haar naar boven,
waar zij mij op haar beurt
een harde loper, eveneens
van de andere kant gezien,
die kant was net zo goed.
een curieuze vrouw, ze zei,
't is hier een one man show.
Ik keek en dronk mijn thee
en tekende haar zoals ze lag.
Wie goed doet, goed ontmoet.
Fortune
Ik wacht op de thee en lees in Fortune
hoe duur de grond is in New York,
in Nevada, in Alaska minder dan 1 cent,
bekijk de foto's in kleuren
van Babbage en zijn analytical engine,
een computer uit 1825, de eerste,
met tandwielen en onthoudstaafjes,
en de nieuwe Chrysler die diagonaal
als een schuit over de bladzij staat
en de bossen van Los Angeles, van boven,
en een cirkeltje waar Kellogg boort
en, onder Scientific besproken,
de logarithmische spiraal r = eϕcotg α
de spiraal waarin de Melkweg draait
maar ook de wijze waarop de pitten
in een zonnebloem gerangschikt zitten
en de bochten die je met tikkertje maakt,
allemaal hetzelfde, allemaal r = eϕcotg α
en een chemicus die achterover zit
en nadenkt, met de handen in de nek,
over de Nasa, de Navy en onder Foreign:
Holland, wat daar allemaal is te zien,
een foto van de Shell waarop,
heel in het klein, ik sta, misschien.
|
|