Films
peter sellers schijnt buiten levensgevaar te zijn, maar hij zal toch een jaar rust moeten nemen. Als u hem dus nog zien wilt, moet u er snel bij zijn. Twee nieuwe films van hem zijn in de roulatie gekomen, dr strangelove en de rose panter. U moet ze allebei gaan zien. Dr Strangelove voor de film, De rose panter voor Peter Sellers. Je zou het een tweeluik kunnen noemen. Het beste is eerst Dr Strangelove te gaan zien, een uitermate vrolijke en komische film waarbij het lachen je toch steeds vergaat, zodat men pas onbezorgd kan uitschateren bij ‘De rose panter’, waarin Sellers volgens het aloude recept van Laurel en Hardy door stupide herhalingen van de eenvoudigste dingen (struikelen over alles wat de vloer voortbrengt) de lach vanzelf losweekt uit ons wantrouwig gemoed. In Dr Strangelove is echt een film, een ‘idee’ aan de gang. stanley kubrick is niet voor niets een van Amerika's belangrijkste regisseurs. Sellers is als komiek door hem zeer ondergeschikt gehouden, onder de maat zou je bijna zeggen, terwijl Gordon Scott als een grandioze stupide generaal met tic het echte komische stuntwerk verricht. Dr Strangelove is niet volmaakt. Het gewiebel van het vliegtuig langs de rotsen had minder gekund, dr Strangelove zelf, die pas aan het slot komt aanrollen, was wel mooi Caligari-achtig aangedikt tot een soort waanzinnige klap op de vuurpijl, maar daardoor paste hij net niet meer in het beeld dat Kubrick heeft willen schetsen van doodgewone, zwakke, onnozele en halfgetikte mensen die het lot van de wereld in handen houden.
mamma roma van de Italiaan pasolini, voorvechter van de verdrukte sloppenjeugd en wat daar om heen zit, is een betere pendant van zijn accatone. Opmerkelijk is het ritme, dat hij zijn films meegeeft, waarbij hij gemakshalve een aanwijsbaar stramien gebruikt dat nochtans geen aanleiding geeft aan maakwerk te denken. Pathetisch is hij in hoge mate, al krijgt men de indruk dat hij zichzelf nog beperkingen oplegt. Anna Magnani bijvoorbeeld, is in staat nog veel pathetischer te spelen dan ze in deze film doet. Ongebreidelde pathetiek is echter de sterfscène aan het slot, maar het blijft knap dat Pasolini ons dwingt interesse te tonen (sympathie hoeft gelukkig niet) voor het zoontje van Anna Magnani, een nozem met een zgn. tepsmoel, waarop iedere weldenkende agent het een eer zou vinden te mogen timmeren...
Tenslotte een waarschuwing. Wie van goede films houdt, en daarnaast met welgevallen terugdenkt aan jack lemon, hoede zich voor de film under the yum-yum-tree, een verfilmd meisjesboek dat alleen de allersterksten onder ons tot het einde toe zullen kunnen doorbladeren.
N.S.