hand naar ons uit. Aan de pink ervan droeg hij een kolossale ring.
Donderdagavond verscheen Mrs Bennet weer bij de telefooncel, twee dagen nadat we een proefrit hadden doorstaan: Mollie en ik om beurten aan het stuur naast een kauwende Mr Bennet die de auto eerst naar een punt had laten rijden waar Mrs Bennet juist niet heen wilde, dat wist hij toch, en die ons daarna onophoudelijk aanvuurde. ‘Het gaat best. Het gaat uitstekend. You're doing fine.’ ‘Voorzichtig. Take it easy now. Het gaat prachtig.’ En, toen Mrs Bennet, vanaf de achterbank ‘te hard’ riep: ‘Trek je van haar niks aan. Relax.’ ‘Relax, relax,’ ook als een van ons gewoon achterom keek, of opzij. ‘Relax. Relax. Relax,’ ook als we niets deden, terwijl Mr Bennet op de bank heen en weer schoof, smakte en geen raad wist met zijn benen en Mrs Bennet zich zat te verbijten.
Mrs Bennet legde aan Mollie uit dat de handrem aanstond wanneer het rode licht achter de letters brandde. BRAKE. Toen Mollie haar rijbeurt had legde ze het aan mij uit: BRAKE (dan staat de handrem aan).
‘Het gaat uitstekend. Het gaat prima,’ zei Mr Bennet wild.
Nu stapte Mrs Bennet uit.
‘Ik wil dat hij rijdt,’ zei ze tegen mij. Ze was flink van streek, ze wilde weer achter het stuur gaan zitten, maar ze bedacht zich en liep helemaal om de auto heen naar de andere deur.
‘En ik wil dat je alles van het begin af aan doet,’ zei ze beverig, toen we naast elkaar zaten. Ze draaide het contactsleuteltje om, zodat de motor tot rust kwam.
‘Eerst de rem, - nee, eerst de motor, het sleuteltje, wacht, eerst de rem, - BRAKE!’
De motor draaide weer en Mrs Bennet wees naar het rode licht. BRAKE.
‘De rem,’ zei ze. Ze leunde tegen me aan. Ik trok aan het handvat, de rem schoot met een knal los en het licht doofde.
‘Nu eerst in vooruit, eerst, nee, rechts, nee, -’
Ik reed door Mrs Bennets chaos naar het witte huis waar Mr Bennets beweeglijke kaken ons wachtten.
We vierden de laatste avond met thee, chocola, gepraat.
‘Onthou goed,’ zei Mr. Bennet. ‘Het vierkante sleuteltje is het contactsleuteltje. Het ronde is van de koffer. Het vierkante is contact, - Vergeet dat niet.’ Ik bekeek de sleutels een voor een.
‘Kon mee naar buiten, ik zal het je laten zien. Kom, kom.’
Ik liep achter Mr Bennet en achter mij waggelde Mrs Bennets groene broek.
‘Nou, Het vierkante sleuteltje is het contactsleuteltje, -’
‘De ronde is de contactsleutel,’ kijfde Mrs Bennet.
Mr Bennet keerde zich om.
‘Rose, wil je alsjeblieft maken dat je binnen komt!’ snauwde hij en Mrs Bennet stoof het huis in.
‘Nou. Het vierkante sleuteltje - Kun je dat onthouden? Moet ik het opschrijven? Kun je het onthouden?’
Mr Bennet rommelde in zijn binnenzak. ‘Ik wil dat je wat geld hebt onderweg. Hier. Wacht.’ Onrustig, kortademig, af en toe een blik op de voordeur, telde Mr Bennet bij het lichtje aan het plafond zestig dollar uit. Hij overhandigde ze mij, stapte uit en liep meteen met grote stappen naar de voordeur.
‘Als mijn vrouw ernaar vraagt, dan zeg je dat het vijftig was,’ zei Mr Bennet toen ik hem had ingehaald.
Bij het feestelijk en lawaaierig afscheid - Mrs Bennet had intussen het tv apparaat ingeschakeld - nam ik de vier bladen instructies die wij samen vier maal hadden doorgewerkt van de tafel en stopte ze veilig weg. Ergens midden op bladzij drie werden ze rauw onderbroken door een rood omlijnd SOS in een nog gemener handschrift:
‘Pik geen lifters op!!! Het is in strijd met de wetten van Amerika!!’
‘Dat heeft Rose daar neergekalkt,’ zei Mr Bennet. ‘Ik zou het zelf niet eens opgeschreven hebben. Ik zou het gezegd hebben. Maar er zijn vreselijke dingen gebeurd. Verschrikkelijke dingen. Hele families uitgeroeid, midden in de woestijn, door één man. Die man was ook krankzinnig, bleek later.’
We will be at Miami International Airport Mon. Feb. 4th 315 P.M. Eastern Fleigtt, las ik voor het laatst, maar als we het niet haalden was het ook goed, neem geen risico's, neem nog een bonbon.
Elk een vette.