Roken
Een stotterende vriend van me had zich op oudejaarsavond voorgenomen om met zijn voor ons wel amusante, maar voor hem toch vermoeiende gewoonte op te houden. ‘Gugelukkig Nieuwjaar’ wenste hij me de volgende dag, en daarmee was hij van zijn plechtig voornemen af, wat hem en ons veel ergernis bespaarde. Niet iedereen is zo gelukkig als die stotterende vriend. Ik, om maar eens een willekeurig voorbeeld te nemen, lijd nog dagelijks aan mijn goede voornemen van 31 december 1963. Het is nu al 10 april en ik houd nog steeds vol. Ik wil u graag verslag uitbrengen over mijn ervaringen met betrekking tot het roken van sigaretten, in navolging van een journalist die in De Tijd-Maasbode een dagelijks rubriekje vult met zijn ervaringen inzake zijn voornemen om niet meer te masturberen, of iets anders, daar wil ik afwezen.
Toen ik op oudejaar mijn voornemen bekend maakte, lachten vrienden en kennissen me uit. Ze konden niet geloven dat ik het serieus meende. ‘Maar ga dan pijproken’ raadde een vriendin aan. Ik bleef echter bij mijn rigoereuze besluit. Sommigen, zelf verstokte rokers, vonden het eigenlijk wel mooi, anderen bleven het absurd vinden.
Maar de reacties van mijn omgeving zijn het minste; het zijn mijn eigen fysiologische reacties op mijn moedig besluit die me het leven op het ogenblik heel moeilijk maken. Allereerst die afschuwelijk vieze smaak in de mond. Ik eet maar veel dropjes, chocolaadjes, suikergoed, bitterkoekjes en pepermuntjes en hoop verder maar dat ik er aan zal wennen. De grootste moeilijkheid is ongetwijfeld de noodzaak om er voortdurend aan te blijven denken zonder je door werk, zon, meisjes, jeuk, radio of drank te laten afleiden. Hoe gauw verval je niet weer in je oude gewoontes!
Dat is wat ik het meeste bewonder in die miljoenen mensen die al veel langer doen wat ik me had voorgenomen: dat ze er zo'n veertig keer per dag aan kunnen denken om een sigaret te voorschijn te halen. Dat vereist wilskracht, karakter, moed. En heb ik die wel genoeg?
Het geld dat mijn oudejaarsavondvoornemen me kost is het ergste niet, maar wat me wel elke avond doet vertwijfelen zijn de sombere stukken in de krant over de gevaren van het roken. Die statistieken zijn nog gevaarlijker dan het lachen van mijn vrienden, de vieze sigarettensmaak, en de vereiste concentratie. Ik heb er vandaag al 35 gehad, nog maar vijf. Ik houd vol. Ik kan toch zeker ook wat anderen kunnen? De verleiding om nog maar één pakje per dag te roken is groot, maar ik geef er niet aan toe. Wilskracht, daar gaat het om. En natuurlijk niet vergeten elke trek behoorlijk te inhaleren.
B.C.