Hollands Maandblad. Jaargang 5

irene twee^*

- zinkt snoevende dons u het hart in de schoenen?

- nee links op één oor kuipen wij voort aan de troon.

irene drinkt de statenloze dromen van haar don,
de onvertolkte, onvertogen droom van franco zwanger,
franco in huis, franco aan wal, zij waant zich koningin

en dat kost onze lieve moeder geld, honderd miljoen
om in de slappe muts die eens haar kroon zal zijn te doen,
skelet van goud en hartebloed; zij saboteert haar vak.

irene bakt het zwart om die jan klaassen zonder troon,
die zoon van dood, don pet die hier zijn tienden halen komt,
oranje bijna braun, de koningin op reis in tranen.

wie bant de don als in de ban is van de don het hart?
zou de prinses jan hanlo moeten trouwen of de laatste
bietel uit 't harig wales, baas oorhoed uit het land van waas?

zij koos, al vloog ons beatrix de struiken in, een hond,
haar don gemaal brengt hulde aan de stok, storende hond
met een baret, zij krijgt het kruis van ons van harte na.

tòch mexico, zij dollen voort, gekreukte beentjestak,
don's schouders hangen als bij pa, zoals die pet, zoals
die pet bij pa en als bij pa zijn werkeloze staart.

9 april 1964

chr.j. van geel

* zie ‘irene’ h.m. febr. '64