ter voor personen van adel? Er zijn er waarvan het kostuum heel goed staat en de slankheid van de taille op zeer kuise wijze doet uitkomen’.
Na de eerste zin heeft De Groot er een heleboel weggelaten, waarin le désir bestial des hommes wordt behandeld, waarin zij zich schaamt over l'état physiologique van een jongeman met wie zij danst, en zich beklaagt over les choses choquantes die zij ziet waar ze haar ogen maar wendt. Maar na de kuise nonnenkleding komt nog een saillante passage als zij zich afvraagt of ze in dat klooster wel de zo gewenste rust zal vinden: ‘Oui me dit que toutes ces saintes femmes sans hommes ne me sauteront pas dessus? Et puis aussi, dans les couvents, viennent quelquefois des curés et pour ces hommes assoiffés de passion, je serai une proie toute trouvée sans pouvoir me plaindre!’
Een dergelijk beeld van hartstochtelijk zich vergrijpende religieuzen kan in de Volkskrant natuurlijk niet gedrukt worden, daarmee wil ik het wel eens zijn, maar waarom dan juist dit citaat gekozen terwijl er tientallen andere zijn die hij integraal had kunnen citeren, en die even vreemd zijn als dit: het is typerend katholiek - kleine grapjes over geloof e.d. mogen en zijn zelfs bon ton (non ton) en progressief en ruim, maar meer mogen wij onze lezertjes niet aandoen.
Gekker dan dit alles is, dat De Groot zijn sensatie vooral heeft gevonden en doorgegeven bij de jonge vrouwen. Wie het boek leest zal zich wel wat verbazen over de jonge meisjes die per brief al naar bed willen met filmers en soortgelijke idolen, maar zo erg veel te verbazen valt er toch niet; ze willen dat een paar jaar, en hoera, hoe heerlijk is het jong te zijn - we weten het wel, en persoonlijk vind ik Brigitte Bardot ook bijzonder aardig, om het eens euphemistisch uit te drukken. Eigenaardiger wordt het als de oudere vrouwen aan het woord komen, en vooral ook tragischer en onthutsend. Want waar de jeugd een en al openhartigheid is beginnen de meeste briefschrijfsters van boven de veertig hun frustraties arglistig te vermommen, zoals al blijkt uit het citaat hier boven. Een vrouw b.v. tussen 45 en 55 die walgt van de mannen, hun saletés immondes en hun sale mécanique, maar wel graag een kind wil, vraagt op gebiedende toon om inlichtingen over de kunstmatige inseminatie, en stelt o.a. de volgende vragen, waarbij de verachtende cursivering van haarzelf is:
‘L'insémination artificielle est-elle douloureuse ou voluptueuse?’ - ‘Peut-on faire, avant l'opération, la connaissance du Monsieur qui fournit le
produit?’ - Combien coûte, au total, cette petite opération, tout
frais compris, et à qui devrai-je payer le
produit: au Médecin ou au Monsieur producteur?’ En men vraagt zich af of de kennis nu gemaakt wil worden met het product of de producent.
Er is een mevrouw die vraagt, hoever apothekers mogen gaan met handtastelijkheden (de hare gaat haar gelukkig wat te ver), terwijl ze wel weet dat tandartsen nog erger zijn: cloroform om de pijn te stillen, alors ils font basculer le fauteuil, tout est dit et aucun recours de la loi! Een ander schrijft, dat zij een fabelachtig philtre d'amour heeft ontdekt. Toen zij een bepaald parfum ophad werd ze letterlijk overvallen door een huisvriend (‘il me fait subir par deux fois, je crois, les derniers outrages, et cet éminent magistrat a dépassé la septentaine!’) Vervolgens, tot haar verbazing, kreeg haar echtgenoot een volslagen aanval van wellust. Ze heeft daarna proeven genomen met allerlei heren buitenshuis, die zonder uitzondering een prooi werden van haar parfum. Ze stelt nu een journalist voor, samen het aphrodisiaque te gaan produceren, om er een fortuin mee te verdienen, en om hem de bekoring en de werkzaamheid ervan te bewijzen stelt ze zich tot zijn beschikking op zijn kantoor, opdat hij aan den lijve ondervinding zal opdoen.
Een zestigjarige vraagt zich af, welke dubbelzinnige maar aantrekkelijke bedoeling een nog oudere heer kan hebben gehad toen hij een toespeling maakte op haar en zijn vogeltje (een vrouwtje en een mannetje). Een andere beklaagt zich over haar schoondochter, die met de enige zoon in de kamer naast haar slaapt, dat wil zeggen niet slaapt maar walgelijke practijken uithaalt, hijgend