Hollands Maandblad. Jaargang 5
(1963-1964)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermdIs er verandering in de rooms-katholieke kerk?
| |
[pagina 14]
| |
bejegend werden - ze zijn nu geen ‘afvalligen’ en ‘ketters’ meer, maar ‘gescheiden broeders’ of ‘andersdenkende medechristenen’ - en de handelwijzen aan diezelfde zijde. Immers als prinses Irene niet herdoopt is, waarom dat dan niet eenvoudig gezegd? Indien zij echter wel herdoopt is, welk vermoeden men door zijn zwijgen zelf heeft opgewekt of versterkt, houdt dit in dat de Rooms-katholieke kerk de andere kerkgenootschappen niet als volwaardige kerken erkent en dus nog steeds op hetzelfde standpunt
staat als in 1948, toen zij weigerde aan de grote oecumenische bijeenkomst in Amsterdam, waar de Wereldraad van kerken is opgericht, deel te nemen, omdat zij niet met de andere kerken als gelijkberechtigden aan één tafel wilde zitten. Het zijn heus niet alleen protestantse kerken die bij de Wereldraad zijn aangesloten. Ook de oostersorthodoxen en Anglicanen zijn toegetreden. Alleen Rome heeft zich afzijdig gehouden. Vanwaar dan echter die vriendelijke woorden, dat oecumenisch doén, dat beleggen van samenkomsten met anderen van de laatste tijd? De argwaan is ontwaakt en door een artikel van pater C.F. Pauwels in de Volkskrant belangrijk gevoed, dat voor de r.k. kerk de oecumenische beweging alleen maar een middel is om zieltjes te vangen, dat volgens haar (de laatste tijd volstrekt verzwegen) opvatting de eenheid der kerken alleen bereikt kan worden door een terugkeer naar Rome. Pater Pauwels, wie de triomf om de bekering van een vorstelijk persoon blijkbaar naar het hoofd gestegen is, schrijft nl in de Volkskrant van 15 februari l.l. over bekeerlingen die ‘uit en door een oecumenische bewogenheid tot ons komen’: ‘zij hebben ergens een reden gehad om juist de Catholica te kiezen, om juist in de Catholica de oecumene te erkennen’. Het wil mij echter voorkomen dat iemand die een loflied op Spanje zingt, waar men zo weinig oecumenisch is dat de protestanten er haast geen leven hebben (om nog maar te zwijgen van de socialisten die tot gevangenisstraf veroordeeld worden omdat zij socialisten zijn), nauwelijks weet wat oecumenisch is. Het concilie en wat daarover en naar aanleiding daarvan door knappe vooruitstrevende theologen geschreven is hebben de indruk gewekt dat in de r.k. kerk een machtige verniewingsbeweging op gang is gekomen. ‘Indien de kerk ooit geweest is wat men in haar gezien heeft, zij is het niet meer en zij wil het niet meer zijn’, schreef een inzender in de N.R.C. van 22 februari. Ik geloof dat dit oprecht gemeend is en dat er velen in de r.k. kerk zijn die zo denken. Maar hebben zij de meerderheid achter zich, met name in de hiërarchie? Is de r.k. kerk nu geen machtsinstituut meer? De r.k. auteur Daniël de Lange, sprekende bij de opening van de Noordnederlandse nederzetting van de uitgeverij Desclée de Brouwer te Utrecht op 13 december 1963, zeide o.a. dat het eindelijk tijd werd dat de r.k. uitgevers van één risico bevrijd werden: ‘namelijk van het hinderlijk volgen door bisschoppelijke en romeinse curies. In elke katholieke uitgeverij’, aldus de heer De Lange, ‘kan men u sterke verhalen vertellen over een censuur die buiten haar boekje gegaan is, over bisschoppelijke goedkeuringen die later door romeinse instanties weer ongedaan gemaakt zijn, over verdachtmakingen die volkomen onverdiend reputaties schaden, over willekeurige maatregelen waardoor schrijvers tijdelijk of voorgoed tot zwijgen gedoemd worden’. En hij vraagt dan: ‘Is de leek(...) een zo gevaarlijk wezen in de Kerk, dat hij als een kleuter voordurend onder bewaking gesteld dient te worden, en bij elk volgens opvoedkundigen zo verheugend blijk van zelfstandigheid een tik op de vingers moet krijgen?’Ga naar voetnoot*) Overigens zijn het niet alleen leken die op de vingers getikt worden. Dat is volgens een bericht in De Tijd - de Maasbode van 20 februari l.l. onlangs nog gebeurd met twee jonge kapelaans uit Geleen, die door mgr. P. Moors, de bisschop van Roermond, ervan in kennis zijn gesteld dat zij voortaan aan hun bisschop toestemming moeten vragen om artikelen te publiceren, wat natuurlijk praktisch neerkomt op een schrijf- | |
[pagina 15]
| |
verbod. Wat hadden de stouterds gedaan? Wel, ze hadden in De Nieuwe Linie van 1 februari gezamenlijk een artikel gepleegd waarin ze o.a. beweerden: ‘Het celibaat maakt niet de essentie uit van het priesterschap. Beide zijn nu wel verbonden, maar het zou anders kunnen’ (cursivering van de schrijvers). Een dergelijke ketterse uitlating is op zichzelf al erg genoeg, maar wat de zaak nog erger maakte was dat hun artikel een kritische beschouwing inhield van een rede over het celibaat, die mgr. Alfrink voor de priesters van het aartsbisdom gehouden had. Mgr. Alfrink had b.v. betoogd dat ondanks de eeuwenlange verbondenheid van priesterschap en celibaat men toch niet kan zeggen dat de kerk het celibaat oplegt: welnee, ‘de kerk vraagt van degene die priester wil worden, dat hij het celibaat vrijvrijwillig op zich neemt. Hij is vrij om het al of niet te doen’. Waarop de kapelaans repliceerden: ‘Als iemand een auto wil kopen en alleen maar de keuze heeft om een zwarte te nemen, dan kan men eigenlijk niet eens stellen dat hij een zwarte auto heeft gewild, hij wil de auto, liefst met een andere kleur, en hij neemt de kleur zwart voor lief, omdat de wil om de auto te hebben overweegt, bovendien in de hoop dat de kleur zwart niet een al te onoverkomelijk bezwaar zal zijn. Er is dus verschil tussen willen en voor lief nemen.’ Maar ja, dergelijke dingen mogen op het ogenblik in de r.k. kerk blijkbaar nog niet openlijk gezegd worden. En dan klagen de bisschoppen op hun beurt in Rome, dat ze door de curie worden geringeloord! |
|