Hollands Maandblad. Jaargang 5(1963-1964)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Leo Vroman December Van de echte Sinterklaas herinner ik mij een zee van stijve paarse golven waarmee hij bedekt was, maar helaas niet het hoofd meer. Ik zat stijf op die oceaan van gesteven textiel en bevreesd tegen een vezelgeurige baard aan. Dit alles schijnt mijn vader te zijn geweest. Rond mij werd gesist en gefluisterd. Links omlaag, in een duisternis die misschien pas sindsdien ontstond, loerde een kleine, bleke kist. Eenzelfde ding stond op tafel ook, en zelfs geopend, hoe kon dat, die op de vloer was weg, de houtwol rook naar olie en er glom wat. De stoommachine (maar dat ik later niet wist waar die vandaan kwam!), die zat in die kist. (Wie had hem dan uitgepakt?) (Wat heb ik die avond gemist?) (Hoe stond hij dan ineens boven in de linnenkast?) Niks hoor, er klopt vast iets niet, ik kan het nog niet geloven. Overigens, hoe woest werkte dat kleine ding als het met huisdiergehoest aan het stampvoeten ging. En het fluitje! Mijn vader draaide daar (neuriënd) met 2 vingers aan. (Hij was natuurkunde leraar). (En deed dat echt elegant). En hoe hij voor mijn vriendje het ding met een baggermachientje klodders waterig zand tegen de wanden van de kamer deed slingeren. En ten slotte, na het eindexamen, Frits en Ernst die kwamen logeren; met de stoommachine op het balcon waren de heren vloekend en lachend bezig een klosje garen op te halen maar het wou niet meer dalen. Alles wat wij met onze neven deden lijkt zo overdreven lang geleden. Vorige Volgende