welk voor- of nadeel heeft Nederland hiervan te wachten? moest al het andere primeren. De verontwaardiging, waarmee De Telegraaf zo gul was, als het daden van Duitse legers betrof, kon dan ook best bewaard blijven voor de gevallen, waarin Nederland werd getroffen; dan zagen wij het blad zijn kalmte volmaakt bewaren.’ - (De ene oorlog is kennelijk de andere niet.)
‘Het is anders...’, zei Speenhoff. Misschien niet veel anders, maar toch wel een beetje anders dan we ons Oost-Duitsland vanachter de goede kant van de Muur voorstellen. Neem het Oostduitse, in Oost-Berlijn uitgegeven maandblad
Das Magazin, met advertenties, glamourfoto's, kruiswoordpuzzles, brieven van lezers, verhalen, rijmpjes à la Clinge Doorenbos, recepten, modeartikelen, cartoons en al die andere dingen die ook de westerse bladen in dat genre volmaken. ‘Heft 8’ van
Das Magazin bevat o.m. ‘Unsere aktuelle Umfrage’ waarin de vraag: ‘Wie werde ich eine Persönlichkeit?’ wordt behandeld. Het interessantst is, wat de jongeren zelf hebben geschreven over dit onderwerp. Gerda Fiedler, Stenotypistin, 19 jaar, afkomstig uit Karl-Marx-Stadt schrijft: ‘Ik zal wel nooit een persoonlijkheid worden, want waar moet ik leren mij als een mannequin of een filmster te bewegen?’. Herbert B., 28 jaar, eveneens uit Karl-Marx-Stadt vindt: ‘De meeste grote geesten - wetenschapsmensen, musici of dichters - waren “Einzelgänger”. Dat wil zeggen dat zij een persoonlijkheid konden worden doordat zij zich in hun eentje, zonder voortdurend door anderen te worden “eingeschränkt”, ten volle konden ontplooien. Dat is vandaag de dag niet meer mogelijk. “Gemeinschaftsarbeit, Brigade, Kollektiv und so weiter - immerfort will einer den anderen erziehen und beeinflussen”. Zo kan men zich nooit als persoonlijkheid ontplooien. Schiller heeft het al gezegd: “Der Starke ist am mächtigsten allein!”’ Iets soortgelijks zegt Christa Steffen, ‘Lehrlingsausbilder’, 25 jaar, uit Berlijn: ‘Ist eigentlich jeder Schönredner eine Persönlichkeit? Ich habe bisher immer nur
festgestellt: Sie klauen uns die Zeit in Versammlungen.’ En tenslotte zegt Gabriele Zettke, een scholiere van 17 jaar uit Karl-Marx-Stadt: ‘Om een persoonlijkheid te kunnen zijn heb je geld nodig. Je moet gekleed gaan volgens de nieuwste mode, regelmatig naar de kapper gaan en je ook voor het overige veel kunnen veroorloven dat je zekerheid geeft’. Dat schrijven enkele van die jongens en meisjes dan toch maar allemaal, met naam en toenaam! Hedda Zinner, blijkens de bijgevoegde foto al een dame op leeftijd, geeft antwoord op de vraag ‘hoe word ik een persoonlijkheid’ en op de binnengekomen antwoorden. Zij doet dat men een zekere mildheid: Gabriele Zettke, zo schrijft zij, zou zelfs willen dat de kleermaker en de kapper haar tot een persoonlijkheid maakten (En als die dan ook
geen persoonlijkheden zijn?, vraagt zij gemoedelijk). Ze wijst op de propaganda van het Hitler-fascisme, die Horst Wessel tot een persoonlijkheid bombardeerde. ‘Und welche “Persönlichkeiten” in Bonn könnten heute für junge Menschen vorbildlich sein? Etwa Strauss und Globke oder Adenauer?’ We horen dan dat de historisch nieuwe, socialistische maatschappijvorm waarachtige persoonlijkheden nodig heeft, dat zo mogelijk ieder mens binnen zijn eigen mogelijkheden een persoonlijkheid moet worden. De kleding doet daarbij weinig ter zake. ‘Sonst wäre ja jeder elegante Dummkopf, jeder Hochstapler, jede westliche Luxusprostituierte eine Persönlichkeit!’
Gorki wordt geciteerd: ‘Mensch - wie stolz das klingt!’ en dan krijgen we te horen wat in de ogen van een Oostduitse communiste de ware persoonlijkheid is: hij moet een eenheid zijn van kennis en prestatie, van wil en karakter, waarbij het er niet op aankomt of dit naar buiten treedt of niet.