Tentoonstellingen
Het is een beetje de stilte voor de storm van de grote zomertentoonstellingen die nog moeten komen, en waarvan de grootse Kandinsky-expositie in het Gemeentemuseum, den haag, voor liefhebbers machtig veel interessants en aantrekkelijks belooft. Toch heeft den haag ook nu al een aantal tentoonstellingen die de moeite waard zijn: in het museum ziet men b.v. werk, ingezonden voor de Jacob-Maris jeugdprijs. Bij de schilderkunst ging die naar mej. J.A. Sybesma, voor lieflijke, meisjesachtig-gevoelige werkejs; Wies de Bles kreeg de bekroning bij de beeldhouwers voor goede, traditionele portretten, Marijke de Wit overtrof de grafici met knappe, verdrietige etsen. Maar deze drie dames worden volkomen overvleugeld door een grandioos drieluik van Hans van der Lek (ten onrechte slechts met de materiaalprijs bekroond) dat met zijn absoluut originele conceptie en schitterende techniek - vermenging van materie-schilderen en naturalistische figuratie - volstrekt uniek is in de huidige Europese schilderkunst. Tot 24 juni, dringend aanbevolen. In hetzelfde museum de al eerder vermelde Zwitser Gubler, ook al heel mooi, de Japanner Sengai, tot dezelfde datum beiden, en de uitgebreide Couperustentoonstelling. In Madurodam wordt de Amsterdamse kleurplastiek binnenkort vervangen door beeldjes uit bijna twintig Europese landen.
In amsterdam toont het Rijksmuseum aanwinsten (waarbij het onlangs op de veiling-Heldring aangekochte landschap van A.v. Ostade), en het prentenkabinet koos een aantal hoogtepunten van Nederlandse tekenkunst uit: beide exposities tot 1 september. Het Stedelijk Museum brengt een overzicht van Auguste Herbin, een tweede-rangs - maar op die rang wel hoog zittende - Fransman, tot 22 juli. De Nederlandse Kring van tekenaars toont haar hoge peil tot 1 juli.
rotterdam houdt de al eerder besproken Chabot nog tot 24 juni, utrecht de kunst uit Pakistan tot 7 juli, en een interessante tentoonstelling is te verwachten in het Singermuseum in laren, waar ‘Modernen van toen’ bijeengebracht zullen worden. ‘Toen’ betekent de jaren 1570 tot 1630: vanaf 20 juni te zien. Tot slot iets dat niet helemaal een tentoonstelling is maar er mee te maken heeft: binnenkort gaat het eerste Luizen-cahier verschijnen, een verzameling teksten en bladen grafiek van het Grafisch Genootschap ‘De Luis’ uit utrecht. Ik hoop er in het volgende nummer uitvoerig over te schrijven, en om Uw begeerte op te wekken zij al vermeld dat bij de meer dan tien originele prenten litho's zijn van Slachters Keesje, Peter Vos, J.H. Moesman en William D. Kuik.
A.T.